JavaScript is required for this website to work.
post

‘Catalaanse waardigheid niet verkwanselen’

Catalonië op de vooravond van de Spaanse verkiezingen (1/2)

Karl Drabbe20/4/2019Leestijd 7 minuten

Het links-radicale Front Republicà zou weleens voor een verrassing kunnen zorgen
op 28 april.

Het links-radicale Front Republicà zou weleens voor een verrassing kunnen zorgen op 28 april.

foto © Doorbraak/Karl Drabbe

Zondag 28 april vinden er in Spanje verkiezingen plaats. Hoe verhouden de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen zich tot die verkiezingen en – vooral – tot elkaar?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘We moeten winnen, en vooral tonen aan de Catalanen dat we gaan winnen. Wij zijn geen losers.’ Het laatste gesprek in een vijfdaagse ronde in Catalonië is het meest verrassende. De woorden komen van een medewerker van het campagneteam van Puigdemonts lijst Junts per Catalunya (JxCat). Veel Catalanen laten immers de schouders hangen: de Catalaanse crisis is een conflict geworden waar niemand nog een oplossing voor kent. Te veel politici ‘vergeten het mandaat van 1 oktober’. ‘Spanje heeft gewonnen,’ al is het maar door verdeeldheid te zaaien. De Catalaanse independentisten gaan in gespreide slagorde naar de verkiezingen: die voor Spanje (28 april), voor Europa en voor de gemeenten (allebei 26 mei). Over één iets is iedereen het eens: ‘dit zijn geen normale verkiezingen’. Journalisten, politici, geëngageerde en gewone Catalanen zitten alvast op dat vlak op dezelfde golflengte. Met politieke gevangenen en politici in ballingschap zijn dit voor Catalonië en Spanje inderdaad geen gewone verkiezingen. En toch.

Gespreide slagorde

Zoals België is ook Catalonië — en bij uitbreiding Spanje — een particratie. Ook hier gelden de wetten van het partijpolitieke universum. Belangeloze inzet is weggelegd voor overtuigde activisten. ‘Onafhankelijke’ kandidaten komen snel in een partijpolitieke logica terecht. Plaatsen op verkiezingslijsten wordt druk bevochten. En daarbij geldt het belang van de partij boven alle andere. Het is in Catalonië niet anders…

In 2015 sloegen de meeste independentisten in Catalonië nog de handen in elkaar. De liberale centristen van wat vandaag PDeCat heet en de sociaaldemocraten van ERC trokken toen naar de ‘plebiscitaire verkiezingen’ onder één noemer en één lijst. Vandaag staan de partijen net niet met getrokken messen tegenover elkaar. Ze staan eerder naast elkaar, zonder al te veel rekening met elkaar te houden. De links-republikeinse ERC gaat de strijd aan met de steun van de ‘soevereinisten’ van de Catalaanse Podemos (en co) en enkele onafhankelijken. PDeCat – de partij van Puigdemont – gaat de strijd aan met heel veel onafhankelijken (waarvan velen met een links profiel) en zelfs enkele (oud-)ERC’ers. Waar voorheen ERC de radicale aanjager was van de liberale centrumpartij, is dat vandaag net andersom. Maar ERC wil niet weten van samenwerking.

Bij de links-republikeinen van ERC wil men vooral een eigen koers volgen. Er is een grote politieke diversiteit in Catalonië, klinkt het daar op het hoofdkwartier. Diana Riba, de nummer twee op de Europese lijst, vindt dat je die diversiteit moet respecteren. En die moet politiek vertegenwoordigd worden. ‘Strategisch zullen we verenigd zijn na de verkiezingen,’ maar voor de verkiezingen gaat ieder zijn eigen weg. ‘De verkiezingen gaan immers over veel meer dan enkel onafhankelijkheid; maar ook over de toekomst van Catalonië en Europa.’ Ze benadrukt dat ze zich wil richten op de 80% van de Catalenen die een referendum wil, en niet op de (bijna) 50% die onafhankelijkheid nastreeft.

geen normale verkiezingenDoorbraak/Karl Drabbe

Diana Riba (ERC): ‘De verkiezingen gaan over veel meer dan enkel onafhankelijkheid.’

Ook toen Puigdemont een twee weken terug terug zijn lijst voorstelde aan de pers, riep hij nog op tot één gemeenschappelijke lijst. ERC laat die oproep aan zich voorbijgaan. Ze zeggen aan een politieke oplossing te willen werken. Wat die inhoudt? Diana Riba: ‘Praten met Sanchez.’ En neen, er staan geen minimale voorwaarden tegenover. ‘Rond de tafel gaan zitten, de wil tonen om de dialoog op te starten, volstaat.’

Sanchez is de sociaaldemocratische premier van Spanje die nu in de peilingen op winst staat. Hij was een dialoog aangegaan met de Catalanen, die er in feite geen was, maar vooral in het buitenland zo werd gepercipieerd. ERC nam er geen genoegen mee en trok de stekker uit de minderheidsregering door haar niet langer te steunen met haar begrotingspolitiek. Zo lokte ze de verkiezingen van 28 april uit. Vandaag lijkt ze de lat heel wat lager te leggen. De partij geeft zo het signaal aan Sanchez dat ze hem straks wil steunen als hij een meerderheid zoekt in de Spaanse Cortes. Er staat echter niets tegenover.

Wel zegt Riba dat na de verkiezingen ERC zal praten met de puigdemontisten van JxCat. Dan zou er wel samengewerkt worden. Bij Junts zijn ze sceptisch. Catalaans parlementslid Aurora Madaula: ‘Esquerra denkt vooral aan zichzelf, ze lijken het mandaat van 1 oktober uit het oog te verliezen’. De partij scoorde in de polls vorige week ontzettend hoog. Maar in de Catalaanse politieke strijd geldt: ‘de links-anarchistische CUP wint op Twitter, ERC wint de peilingen en Junts de verkiezingen’. Een medewerker van het campagneteam van Junts is optimistischer: ‘zoals het er nu voor staat halen we — tezamen — meer dan 50% van de stemmen in Catalonië. Dat zou niet alleen voor het eerst zijn, het zou een krachtig signaal zijn naar de internationale gemeenschap.’

Derde hond

Als twee honden vechten om een been is er altijd de spreekwoordelijke derde hond. Die maakt vandaag — althans voor de Cortes — veel kans om — naargelang het standpunt — roet in het eten te gooien, dan wel met het been te gaan lopen.

Mireia Caldés is woordvoerder van de partij/beweging Poble Llure, een van de ‘constitutionele’ onderdelen van de radicale links-anarcihistische CUP. Die partij levert de independentistische partijen gedoogsteun in het Catalaanse parlement. Doorgaans neemt ze niet deel aan Europese of Spaanse verkiezingen. De partij erkent immers de Spaanse legitimiteit niet over het Catalaanse grondgebied — dat ook de Catalaanstalige Balearen en Valencia omvat. En de EU is een liberaal-kapitalistisch veelkoppig monster waar ze al evenmin hoog mee oploopt.

Hoewel CUP ook deze keer niet deelneemt aan de verkiezingen, doet Poble Lliure dat wel. Samen met onder andere de Catalaanse Piratenpartij dingt ze naar de kiezer met het Front Republicà. Zo probeert ze de radicale linkse separatisten, die in het verleden doorgaans niét stemden, te overtuigen toch een (linkse) ‘indepe’ stem uit te brengen op 28 april.

Waar politici en militanten van ERC en Junts heel goed het partijpolitieke spel spelen — debatfiches zijn écht geen exclusief Vlaams fenomeen — komt de jonge Caldés verrassend eerlijk over. En niet enkel omdat ze rechtlijnig is. Het klassieke politieke spel ligt haar niet. Haar dwingen voor de camera in soundbytes te spreken lukt echt niet. ‘Ik wil helemaal geen professioneel politicus worden, ik wil mijn boodschap verspreiden.’

En die is simpel. Een paar weken terug zag ik de jongedame op de Catalaanse TV3 in een interview systematisch het woord ‘ruptura’ herhalen. Ze streeft een totale breuk na met het Spaanse systeem: communautair (institutioneel) en sociaal-politiek — ze noemt zichzelf ‘communistisch’ als ze zich introduceert boven een tallat, een kleine Catalaanse koffie met melkschuim. En dat kan maar als ze de andere ‘indepe’ partijen op hun verantwoordelijkheid wijst, zodat die zouden ‘woord houden’. In die zin wil het Front vooral de anderen responsabiliseren: ze mogen het ‘mandaat van 1 oktober’ niet vergeten. Ze mogen geen Spaanse wetgeving steunen als niet eerst de Catalaanse politieke gevangenen amnestie krijgen. Het Front wil strategische eensgezindheid nastreven tussen de independentistische partijen in de Cortes, omdat er te veel ruis zit op hun boodschap. Bovendien wil het erover waken dat de partijen de ‘Catalaanse waardigheid’ niet verkwanselen in partijpolitieke spelletjes of – godbetert – het steunen van een Spaanse minderheidsregering. ‘Want dan steun je het “blok 155”.’

En die kans zit erin. On the record wil ze niet zeggen dat ze vooral vreest voor de positie van ERC. Maar ze wil wel kwijt dat ze verwacht dat velen Front-kiezers Europees voor Puigdemont zullen kiezen. Ze noemt hem ook ‘president’ — ook oud-presidenten van de Generalitat, de Catalaanse regering, worden gewoon ‘president’ (voorzitter) genoemd — waardoor ze niet meteen haar sympathie voor de banneling onder stoelen of banken steekt. Hij is immers het gezicht van de Catalaanse strijd in het buitenland, leeft in ballingschap, en zet zich in haar ogen haast belangeloos in voor de toekomst van het soevereine Catalaanse volk.

geen normale verkiezingenDoorbraak/Karl Drabbe

Mireia Caldés wil met het Front Republicà de andere independentistische partijen aan het ‘mandaat van 1 oktober’ blijven herinneren.

Hetzelfde is te merken bij niet actieve Catalanen die ‘het mandaat van 1 oktober’ willen gerespecteerd zien worden. Zelf klassieke ERC-kiezers steken hun steun voor Puigdemont niet onder stoelen of banken. En Spaans durven ze voor het linkse Front kiezen. Omdat die een ‘zweep’ kan vormen op de twee andere ‘indepe’ partijen. Het Front zou weleens de klassieke verrassing van de verkiezingen in Catalonië kunnen worden.

Scepsis

Het enthousiasme van 1 oktober 2017 en de weken nadien lijkt volledig weg. En toch is er geen deuk geslaan in het geloof van vele Catalanen. ‘Verkiezing na verkiezing en peiling na peiling zijn er meer independentisten in Catalonië,’ benadrukt Aurora Madaula. Diana Riba wijst er fijntjes op dat zelfs 80% van de (militant unionistische en anticatalanistische) Ciudadanos een referendum wil.

Dat premier Sánchez nog maar net de uitspraak deed dat er geen referendum komt en Catalonië niet onafhankelijk zal worden, schrikt niemand af. ‘Hij kan moeilijk anders,’ klinkt het achter de bar van een kleine cocktailbar in het oude stadscentrum. Als hij zou inzetten op een oprechte dialoog of een onderhandeld referendum naar Brits/Schots model, dan kan hij zo de verkiezingen vergeten. Nu speelt hij vooral in op de onderbuik van progressief Spanje: wie niet voor hem stemt, helpt een ‘trifacho’ regering aan de macht, klinkt het in het kamp van de PSOE, de Spaanse socialisten. Ciudadanos, PP en het extreemrechtse Vox lijken volgens alle peilingen niet in staat een meerderheid te vormen, en Sanchez lijkt iedereen te willen verzamelen die dat evenmin wil. Maar mocht hij de hand uitreiken naar de catalanisten, kan hij meteen inpakken.

Wat dat te betekenen heeft na 28 april? Er zijn twee opties. Ofwel een linkse minderheidsregering met de links-populisten van Podemos, en al dan niet gesteund door ERC of de Baskische conservatieve nationalisten van PNV. Ofwel — en dat is volgens de populaire radiojournalist Oriol de Balanzo de ‘natte droom’ van het ‘deep state’ Spanje — een coalitie van PSOE met de rechts-populisten van Ciudadanos. Zo’n ‘grote coalitie’ zou nieuw zijn voor Spanje, dat tot voor kort nog een tweepartijenstaat is. En die zou Catalonië al helemaal niets gunnen. Ciudadanos is immers ontstaan in Catalonië en uit wrevel voor het Catalaanse autonomiestreven. Zo’n coalitie zou opnieuw artikel 155 kunnen inroepen en de Catalaanse regering opnieuw, zoals vorig jaar, onder curatele kunnen plaatsen.

Franco?

En wie met catalanisten over Ciudadanos spreekt, spreekt meteen over Franco. Franco en fascisme vallen in alle gesprekken, met alle catalanistische politici en activisten. Ze roepen niet zozeer een spookbeeld van het verleden op — zoals Sanchez — maar menen het oprecht. De anti-Catalaanse repressie (overheidsgebouwen mogen geen spandoeken hangen voor de vrijlating van de politieke gevangenen, scholen moeten politieke graffiti verwijderen, gele linten zijn uit den boze, om maar niet te spreken van de straffen die de politieke gevangenen boven het hoofd hangt) wordt vergeleken met de Franco-dictatuur. Toen waren zelfs het Catalaans als taal en Catalaanse folklore verboden in het publieke domein.

‘De mensen in de EU beseffen niet onder welk repressief regime we leven,’ klinkt het. Maar tegelijk wijst journalist Oriol de Balanzo erop dat negen op tien Catalanen tevreden is met hun leven. Hoe rijm je dat aan elkaar?

Wat daarbij vooral opvalt is de willekeur van het gerecht. Maar ook de strengheid van het strafrecht. In Spanje kan je tot twee jaar in voorhechtenis verblijven, voor welk misdrijf dan ook. En word je beticht van terrorisme, dan kan die voorhechtenis probleemloos verlengd worden. Ik stel de vraag of dat wel kan naar Europees recht en Europese rechtsnormen. ‘In Spanje kan alles,’ krijg ik te horen van de militanten. Mireia Caldés noemt de Spaanse overheid steevast ‘het regime van 78’. De Transitie — de overgang van dictatuur naar democratie met het ‘vergeetpact’ — wordt hier door niemand serieus genomen. ‘Ze maken zichzelf wijs dat Spanje een democratie is,’ zegt Madaula die als historica gespecialiseerd is in extreemrechts; ‘de Transitie is helemaal niet geslaagd.’

Morgen in deel 2 het vervolg: over terrorisme in Spanje, Catalaanse steun voor een socialistische minderheidsregering, en het gebrek aan een plan voor het independentistische front.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties