JavaScript is required for this website to work.

Drarrie in de nacht

Pieter Bauwens4/10/2014Leestijd 3 minuten

Fikry El Azzouzi is een nieuwe-Vlaming van Marokkaanse afkomst, opgegroeid in het Waasland. Hij is columnist in De Morgen en met Drarrie in de nacht is hij aan zijn derde roman toe. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat dit de eerste is die ik van El Azzouzi lees. Ik heb het me wel niet beklaagd.

Fikry El Azzouzi is een nieuwe-Vlaming van Marokkaanse afkomst, opgegroeid in het Waasland. Hij is columnist in De Morgen en met Drarrie in de nacht is hij aan zijn derde roman toe. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat dit de eerste is die ik van El Azzouzi lees. Ik heb het me wel niet beklaagd.

Het verhaal draait rond Ayoub, die zich door zijn vrienden Youb laat noemen, een Marokaans-Vlaamse jongen die ook al in een eerder boek, Het Schapenfeest (2010), voorkwam. Samen met drie vrienden dwaalt Youb door de nachtelijke straten van Waasdorp. Een fictief dorp in het Waasland. Ayoub doolt door de straten omdat hij thuis buiten is gezet door zijn vader (al laat zijn moeder af en toe wel eens een raam op een kier staan dat hij toch binnen kan). En dus doolt hij met de drarrie (slang voor makkers, kameraden, de vriendengroep) door de straten. Zo vindt het verhaal zijn setting, alles speelt zich ’s nachts af. En dat geeft het boek een bepaalde sfeer. Maar gaandeweg wordt ook duidelijk dat de straf eigenlijk het gedrag bestendigt, dat vader wil bestrijden. Zo gaan ze ‘voor de lol’ eens een vrouw die voorbij wandelt wat bang maken. Haar handtas stelen doen ze niet, dat was iets van toen ze klein waren. Het gaat om het tijdverdrijf, het etaleren van hun jeugdige overmoed, hun puberale arrogantie die hen doet neerkijken op de rest van de samenleving. zeker ook de ouderen.

Ayoub houdt een dagboek bij. De wat dromerige opgroeiende jongen vertelt wat hij ziet en meemaakt. De taal van het boek is fris, met die typische jeugdige arrogantie becommentarieert hij de wereld en de gebeurtenissen rond zich. Er is ook veel couleur locale, met een heleboel van die slang-uitdrukkingen uit de jongerentaal van nieuwe Vlamingen, wholla, ewa, zehma, chataar. De groep vrienden is jong en kan de hele wereld aan. Maar dwaalt toch verder en verder af van het rechte pad, elk op zijn manier. Fouad doet er alles (echt alles) aan om een mooi gespierd lichaam te hebben, Maurice heeft een Vlaamse moeder en een zwarte vader, een oud-voetbalcoryfee. Maurice woont alleen op een kamer bij een Marokaanse drugsverslaafde en komt ook langzaam maar zeker in het zog van zijn verhuurder. Een beetje de vreemde eend in de bijt is Karim, een Vlaamse jongen die eigenlijk Kevin heet, maar zich beter thuisvoelt bij zijn Marokkaanse vrienden. Zijn moeder is een alocoholiste en zijn vader heeft zijn moeder verlaten als hij heel jong was. Karim zoekt en vindt houvast in de islam en radicaliseert tot Abou Karim en een huwelijk met een ‘Zwarte Weduwe’ wiens drie vorige mannen als martelaar stierven in de verschillende wereldconflicten waar de mudjahedin strijden. Voorspelbaar wat er met Abu Karim zal gebeuren.

Een bont allegaartje dat op Brusselmanse wijze met elkaar omgaat, inclusief het denken en spreken over vrouwen. In interviews geeft Fikry El Azzouzi aan niet veel te hebben met de Vlaamse literatuur, maar ik ga ervan uit dat hij Brusselmans goed gelezen heeft. Toch blijft El Azzouzi veel frisser. Zijn stijl is heel filmisch en het verhaal heeft een heerlijke vaart en hij maakt wat van die absurde kronkels. Je kan ook zeggen dat de personages met een sneltreinvaart op hun ‘noodlot’ afhollen. Abu Karim vertrekt met Maurice, die eigenlijk helemaal niets heeft met de islam, naar Syrië en Youb wordt opgepakt.

Firky El Azzouzi slaagt erin om met dit verhaal een heel andere stem in de Vlaamse literatuur binnen te brengen. Geen oer-Vlaamse slagerszonen met een brilletje, maar jonge nieuwe Vlamingen worstelend met zichzelf en met de wereld. Een specifiek verhaal, maar toch ook een universeel verhaal van jonge mensen op zoek naar zichzelf en die door hun jeugdige overmoed soms te val komen. Een verhaal van jongeren die in hun gezin niet de omgeving vinden die ze nodig hebben om op te groeien. El Azzouzi heeft met dit boek geen meesterwerk geschreven, maar wel een boek dat een breed publiek kan aanspreken. En dat de moeite waard is om gelezen te worden, zeker ook door jongen mensen.

El Azzouzi heeft nog meer plannen, naast proza schrijft hij ook voor theater en werkt hij aan filmscripts en hij mengt zich ook wel graag in het debat, u hoort er nog van.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties