JavaScript is required for this website to work.

De wiegjes van Lebensborn: seksualiteit, voortplanting en kinderroof in het Derde Rijk

Dirk Rochtus17/10/2023Leestijd 4 minuten
TitelDe wiegjes van Lebensborn
SubtitelSeksualiteit, voortplanting en kinderroof in het Derde Rijk
AuteurEric Bauwens
UitgeverUitgeverij Vrijdag
ISBN9789464341881
Onze beoordeling
Aantal bladzijden280
Prijs€ 25
Koop dit boek

‘Wiedervernordung’, letterlijk het ‘weer nordisch maken’, was een droom van de nationaalsocialisten (NS) om het Germaanse element – of wat ze ook als typisch voor ‘der nordische Mensch’ beschouwden – weer te versterken. Daar hadden ze heel wat programma’s voor. Dat schrijft Eric Bauwens in zijn nieuwe boek De wiegjes van Lebensborn.

Euthanasie bijvoorbeeld of wat in hun jargon ‘Gnadentod’ heette. Een berucht voorbeeld is de moord op de geestelijk gestoorde tante van de Duitse schilder Gerhard Richter. De film ‘Werk ohne Autor’ uit 2018 maakt duidelijk hoe sterk dit de later beroemd geworden kunstenaar heeft getraumatiseerd.

Geheimzinnigheid

Een ander programma is dat van Lebensborn, het thema van Bauwens’ zijn nieuwe boek. Ook hier is een film over gemaakt, in de jaren ’60. Een sensatiefilm die blonde, atletisch gebouwde meisjes van de Bund Deutscher Mädel, de vrouwelijke tegenhanger van de Hitlerjugend, zich vol enthousiasme laten geven aan SS-officieren. De werkelijkheid was wel ietwat prozaïscher zoals Eric Bauwens aantoont in De wiegjes van Lebensborn. Er was ook wel meer geheimzinnigheid mee gemoeid dan we op het eerste gezicht of gehoor zouden vermoeden.

Wat Reichsführer-SS Heinrich Himmler beoogde met zijn programma om het Duitse volk op Arische lijst te schoeien, strookte in zijn praktische uitwerking niet met wat er ondanks de Gleichschaltung, de nazificering van de maatschappij, nog altijd aan burgerlijke moraal en waarden was blijven voortleven. Het op de wereld zetten van kinderen buiten het huwelijk werd door de meeste Duitsers ondanks de doordringing van de maatschappij door de NS-ideologie nog altijd als aanstootgevend ervaren.

Rassenstrijd

De wereldbeschouwing van de nationaalsocialisten was niet zo origineel als vaak gedacht. Ze hebben geput uit de onderzoekingen en de bevindingen van wetenschappers en publicisten uit de 19de en begin 20ste eeuw. Bauwens doet in detail uit de doeken en synthetiseert hoe ze zich lieten inspireren door Darwin met zijn ‘survival of the fittest’, Mendel met zijn erfelijkheidsleer, en Galton als bedenker van de term ‘eugenetica’.

Daar kwamen nog eens publicisten bovenop zoals de Franse diplomaat Arthur de Gobineau die de mensheid in drie rassen onderverdeelde en zich kantte tegen rassenvermenging. En een filosoof als Houston Stewart Chamberlain. De auteur van de bestseller Die Grundlagen des XIX. Jahrhunderts beweerde dat de rassenstrijd de drijfveer van al het historische gebeuren was en dat de Ariërs aan de top van de rassenhiërarchie stonden. Adolf Hitler was persoonlijk bevriend met deze schoonzoon van Richard Wagner.

Strijd

Het woord ‘strijd’ is gevallen. De geest van de tijd was ernaar. In Duitsland verschenen er na de Eerste Wereldoorlog heel wat politieke werken met het woord ‘strijd’ in de titel. Geen toeval dus dat het meest beruchte ervan ‘Mein Kampf’ heette. ‘Kampf’, strijd en oorlog, vertaalde zich bij de NS-ideologen ook in het streven om het ras naar eigen zeggen te veredelen.

Die strijd werd ook gevoerd in naam van een groep. Concreet kon dat de arbeidersklasse zijn voor de marxisten, het volk voor de nationalisten en het ras voor de nationaalsocialisten. Het individu was eraan ondergeschikt. De nationaalsocialisten gingen nog verder. Ze geloofden dat het Arische ras en het Duitse volk in het bijzonder bedreigd waren door een decadente levensstijl en door de groei van de niet-Europese volken. Daarom moest er volgens hen actief werk gemaakt worden van een ‘verbetering’ van het ras.

Topfiguur van het Derde Rijk

Bauwens gaat dieper in op het leven van Heinrich Himmler als de architect van het Lebensborn-programma. De latere topfiguur van het Derde Rijk is in de jaren ’20 van vorige eeuw een tijdlang als kippenkweker aan de kost gekomen. Hij wilde de kwaliteit van het pluimvee verbeteren en geloofde als aanhanger van de eugenetica ook in de mogelijkheid om die zogenaamde ‘veredelingstechnieken’ toe te passen op mensen. De staat moest daarvoor zorgen.

Wat de grote ideologieën van die tijd met elkaar gemeen hadden, was niet enkel het geloof in de strijd, maar ook in de maakbaarheid van de samenleving. En dat laatste gold voor de nationaalsocialisten op het vlak van de fysieke hoedanigheid van de mens, meer bepaald de Arische mens.

‘Lebensraum’

Die had ‘Lebensraum’ in het oosten nodig, de grote droom van Hitler. Die had zich trouwens laten inspireren door het Amerika van zijn tijd, zoals de Ierse historicus Brendan Simms aantoonde in zijn biografie Hitler. Only the World Was Enough. Niet alleen door de ruimtelijke expansie op hun eigen continent, maar ook door hun programma van eugenetica. Of door het feit, zoals Hitler in een privégesprek in 1928 goedkeurend opmerkte, dat ‘de Amerikaanse Unie aangemoedigd door de leerstellingen van hun eigen rassenonderzoekers bijzondere maatstaven voor de immigratie had opgesteld’.

Het veroveren van Lebensraum bracht natuurlijk ook het verlies van de eigen soldaten in de strijd mee. Om dat verlies van ‘kostbaar bloed’ te compenseren moesten soldaten de kans krijgen om voor hun eventuele soldatendood nog kinderen te verwekken en zo hun ‘genetisch materiaal’  door te geven.

Dat paste volledig in wat de door Bauwens geciteerde NS-arts Walter Groß al in 1934 in een radiotoespraak had gezegd: ‘De lichamelijke en geestelijke aard van elk individu, ook van jou en mij, wordt bepaald door erfelijkheid, door de genen die we meekrijgen van onze ouders, van onze grootouders en van onze voorvaderen.’

Derde weg

Daarmee zette Groß het nationaalsocialisme als een soort ‘derde weg’ op de kaart, onderscheiden van communisme en liberalisme. Of in de woorden van Groß: ‘Het marxisme ging ervan uit dat het voldoende was om de economische omstandigheden te verbeteren opdat mensen gezonder en beter zouden worden en harder zouden werken. De bourgeois dachten dan weer dat opvoeding en onderwijs de mensen en de volkeren naar een hoger niveau zouden tillen. We weten nu dat dit allemaal ijdele hoop is.’

Hoe dat er  concreet zou uitzien, in Duitsland en later in de bezette landen, werkt Bauwens nauwgezet verder uit in zijn goed gedocumenteerd werk. Het is helder geschreven, ook al gaat het over een duister onderwerp. Het schetst ook de tragische verhalen van de mensen die letterlijk en figuurlijk de vrucht van die maakbaarheidsideologie waren. Na de lectuur van het boek moet je diep adem halen en bekomen. Het maakt je bewust van de gevaren die uitgaan van utopiescheppers en de bepleiters van de maakbaarheid van de samenleving.​

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties