JavaScript is required for this website to work.
post

De fallout van artikel 155

Hilde Roosens24/10/2017Leestijd 7 minuten
Op 21 oktober betoogden 450.000 Barcelonezen tegen artikel 155 en voor de
vrijlating van de ’twee Jordi’s’.

Op 21 oktober betoogden 450.000 Barcelonezen tegen artikel 155 en voor de vrijlating van de ’twee Jordi’s’.

foto © Reporters

Het Spaanse grondwetsartikel 155 zou weleens een institutionele atoombom kunnen zijn die ontploft in het aangezicht van Madrid …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Grondwetsartikel 155 wordt weleens een constitutioneel kernwapen genoemd. En zoals dat het geval is met een institutionele atoombom, is de fallout niet voorspelbaar maar wel onvermijdelijk.

Dat de Spaanse regering dweept met legaliteit zullen we stilaan geweten hebben.De poging van de Catalanen om in 2005 meer autonomie te verwerven gebeurde helemaal volgens de regels en voorschriften van de Spaanse grondwet en werd binnen dat juridisch kader aanvankelijk goedgekeurd. Door zowel het Catalaans parlement als de Cortes als ten slotte, in een referendum, door de Catalaanse bevolking. Alleen oordeelde een verkrampte PP dat een dergelijke aanpassing van de (grond)wet niet mogelijk was. En bracht het deze nochtans legitieme en bovendien unaniem goedgekeurde wijzigingen voor een grondwettelijk hof dat oordeelde dat de gestemde maatregelen onmogelijk in overeenstemming waren te brengen met de bestaande grondwet. Hoe kan het ook anders? Een grondwettelijk hof oordeelt nu eenmaal binnen het bestaand wettelijk kader. Maar net dat kader kwam, maatschappelijk, in opspraak. Wegens nog wel legaal, maar niet langer legitiem. Een politieke kwestie dus.

No

Sinds 2005 gaat de Spaanse regering echter elke vorm van politieke dialoog over het gebrek aan afstemming van de Spaanse (grond)wet op de bestaande mozaïek aan volkeren en naties binnen dat Spaanse kader, en dus de vraag naar de legitimiteit van die grondwet, systematisch uit de weg

Door elke vraag om, of poging tot, en sinds de aanhouding van Jordi Sànchez en Jordi Cuixart zelfs het louter ‘denken aan’ een mogelijk tot het invoeren van een ander grondwettelijk kader, voor de rechtbanken te brengen. Die qua veelvuldigheid en bevoegdheden elke jurist sprakeloos laten. Een grondwettelijk hof dat niet enkel de grondwettelijkheid van wetten vaststelt maar ook sancties uitspreekt voor wie ze overtreedt, gaande van torenhoge geldboetes tot gevangenis en ontzetting uit politieke rechten: het is in andere westerse democratieën een ongekend fenomeen. In Spanje bestaat het, op de meest ondenkbare niveaus en met de meest onwaarschijnlijke bevoegdheden.

Overjuridiseren

De halsstarrige weigering van Madrid om de politieke dialoog aan te gaan en de onhebbelijkheid die er mee gepaard ging om alles te ‘over’-juridiseren bracht Catalonië van Diada tot volksraadpleging (9-N , over het referendum van 1 oktober jl, tot aan de rand van de onafhankelijkheid. Een onafhankelijkheid die, tot de verbazing van menig waarnemer, niet meteen voluit werd uitgeroepen na de klinkende overwinning van de ‘Sí’-stem. Zoals nochtans voorgeschreven door de Catalaanse wet die het referendum en de overstap naar onafhankelijkheid binnen Catalonië organiseert. Die wet bepaalt immers dat na een overwinning van het ‘Sí’ binnen de 48 uur, de onafhankelijkheid zou worden uitgeroepen.

De onafhankelijkheid die iedereen verwachtte werd slechts eventjes werkelijkheid. De gevolgen ervan gingen echter meteen on hold. De onafhankelijkheid werd na 18 seconden opgeschort.

Werd die wet overigens door Madrid, voorlopig bij hoogdringendheid, inmiddels ten gronde, ook al, niet ongrondwettelijk verklaard? Het antwoord is gekend.

De Catalaanse regering, bij monde van President Carles Puigdemont, stelde vast dat het mandaat van het Catalaanse volk, dat tot stand kwam in gewelddadige omstandigheden die Madrid als Europees land tot schande duiden, duidelijk was. Maar vroeg, rekening houdend met het reeds gepleegde en nog verder aangekondigde fysieke maar ook juridische geweld, meer bepaald de dreiging om naar de grondwettelijke ‘atoombom’ te grijpen, om een time out. Om dialoog. Een dialoog die door Madrid geweigerd wordt wegens… buiten het kader van de grondwet.

Kernwapen

Meester in het misbruiken van paradoxen in het eigen voordeel – en ook wat opgejaagd door de interne politieke tegenstanders – hield la Moncloa officieel voor dat een en ander niet duidelijk was. Wat haar niet belette om, inmiddels gewoontegetrouw, alvast de volgende juridische stap te zetten.

En te grijpen naar dat beruchte kernwapen, artikel 155 van de grondwet, dat voor het eerst sedert het ontstaan van de Spaanse grondwet van stal werd gehaald.

Artikel 155 van de Spaanse grondwet bepaalt dat, wanneer een autonome gemeenschap de verplichtingen die voortvloeien uit de grondwet of andere wetten niet naleeft, of zou handelen op een manier die ernstig in strijd is met het algemeen belang van Spanje, de (Spaanse) regering kan tussenbeide komen. Door, eerst, een verzoek te richten aan de (minister-)president (regering) van de ongehoorzame autonome gemeenschap om die tot inzicht te doen komen en de maatregelen te doen treffen die nodig zijn om ‘grondwettelijk’ bij te sturen. Wanneer aan dat dwingend verzoek geen gehoor wordt verleend, of dat antwoord is onduidelijk of het blijft uit, dan kan de Spaanse regering de Senaat vatten die, met absolute meerderheid, de maatregelen kan treffen die moeten toelaten om de grondwettelijke orde te herstellen. Of met andere woorden, om de weerbarstige autonome gemeenschap, onder dwang, te verplichten om opnieuw in het gareel te lopen. Of nog: de autonomie op te heffen.

Om deze maatregelen uit te voeren, zo bepaalt verder deel 2 van artikel 155, kan de Spaanse regering bevelen geven aan alle overheden van de autonome gemeenschappen.

155 onmiddellijk ingeroepen

Terwijl Madrid, op 10 oktober, enerzijds deed alsof het een en ander niet goed begrepen had, vertrok, anderzijds, meteen de vordering aan de Catalaanse regering volgens de procedure voorgeschreven door artikel 155 van de Spaanse grondwet. Het institutionele kernwapen werd dus wel degelijk onmiddellijk in aanslag gebracht.

Waarbij de Spaanse regering wou weten:

  • of Barcelona nu, al dan niet, (1) op 10 oktober 2017 in het Catalaans parlement de onafhankelijkheid had uitgeroepen (2) vraag te beantwoorden vóór 19 oktober, 10u00.
  • En indien het antwoord positief zou zijn, of bij gebrek aan antwoord, de Catalaanse president verzocht om:
    • de grondwettelijke en deelstaatrechtelijke orde te herstellen en het streven naar onafhankelijkheid stop te zetten en de resoluties van het grondwettelijk hof integraal na te leven;
    • bevel dat uiterlijk op 19 oktober 10u00 helemaal nageleefd diende te zijn;
    • en mutatis mutandis van toepassing werd verklaard op de voorzitter van het Catalaans parlement.

Bij gebrek aan naleving van deze maatregelen zou de Spaanse regering (C) toepassing maken van het hele arsenaal aan mogelijkheden geboden door artikel 155 van de Spaanse grondwet.

Catalaanse reactie

Zoals inmiddels gekend kwam, op 19 oktober, geen antwoord dat voldeed aan het ultimatum van de Spaanse regering. Carles Puigdemont herhaalde enkel de vraag naar dialoog, al dan niet via internationale bemiddeling.

Op 20 oktober restte de Spaanse regering, die van geen inmenging in een louter interne aangelegenheid wil weten en vasthoudt aan het eigen grote juridische gelijk, dus enkel de Senaat te vatten met een ontwerp van decreet houdende maatregelen tot toepassing van artikel 155 van de grondwet. Dat in de loop van deze week (23 oktober) zal besproken worden in de senaat en gestemd op 27 oktober.

Carles Puigdemont kan daarbij, in de plenaire vergadering van de Cortes van 27 oktober waarbij de maatregelen zullen beslist worden, in Madrid uitleg komen verstrekken. Hij mag ook schriftelijk reageren.

Wat precies zal in het decreet zal staan is nog steeds niet helemaal duidelijk. Er is sprake, in het ontwerp van de regering, van herstel van de grondwettelijke orde, ontslag van de (minister-)president en de ministers, aanduiden van hetzij één minister bevoegd voor Catalonië, hetzij het onderbrengen van de verschillende departementen bij hun Spaanse ministers-homologen. Verwarring troef. Verder wordt gedreigd met controle over het parlement, met toezicht op de ‘neutraliteit’ van de berichtgeving in de Catalaanse media. En belooft men dat, na het herstel van de grondwettelijke orde, deelstaatverkiezingen zullen georganiseerd worden. Eerst aangekondigd binnen de zes maanden maar dit blijkt inmiddels niet meer helemaal vast te staan. Voor Sint-Juttemis dus.

Staatsgreep

Madrid houdt vast aan het naleven van de Spaanse grondwet. Maar blijft, tot het uiterste, dat wil zeggen de dag, wellicht 27 oktober, waarop de senaat de gevraagde maatregelen zal toestaan, bij wijze van enige toegeving, de inhoud van die maatregelen die het nodig acht om die grondwettelijkheid af te dwingen, afhankelijk stellen van de houding die Barcelona tegen die dag zal aangenomen hebben.

Van Catalaanse kant wordt het ingrijpen van Madrid afgeschilderd als een regelrechte staatsgreep. Naar westerse normen heeft het er ook alle kenmerken van.

Censuur van de Catalaanse media; zware vermogensstraffen en ontnemen van burgerrechten voor het organiseren, door inmiddels ex-ministers, van een volksraadpleging (9-N); het miskennen van de parlementaire immuniteit van volksvertegenwoordigers, meer bepaald de vervolging van parlementsvoorzitter Carmé Forcadell; het onder toezicht van de Spaanse regering plaatsen van het Catalaanse parlement; het bevriezen van de rekeningen van de deelstaat; het nemen van politieke gevangenen door het opsluiten van de leiders van ANC en Omnium, zeg maar de Jordi (Sànchez) van de Catalaanse VVB en die (Cuixart) van het Catalaanse Davidsfonds; de hardhandige manier waarop te keer werd gegaan tegen vreedzame kiezers; het gewelddadig in beslag nemen van stembussen na het bestormen van stemlokalen; de cybersabotage die plaatsvond tijdens en na het referendum; het leger dat, naast de paramilitaire politie, zijn opwachting maakt in en rond Barcelona en elders in de deelstaat; de aangekondigde afzetting en mogelijk opsluiting van de Catalaanse president en de consellers van de regering… er is zelfs sprake van verbieden van partijen die onafhankelijkheidsgezind zouden zijn.

Bevoegdheidsconflicten

Catalonië stelt daarbij niet enkel onthutst vast hoe de Europese unie gelaten toekijkt terwijl Spanje fundamentele mensenrechten met de voeten treedt. Maar merkt ook op, bij monde van de eigen grondwetsspecialisten, dat de Spaanse staat, onder voorwendsel van het herstel van recht en orde, zélf de wet overtreedt en daarbij artikel 155 misbruikt als vrijgeleide.

Zo zou volgens professor Merel Mateu Vilaseca van de UOC, krachtens het Estatut, de wet die de Catalaanse autonomie regelt, de Catalaanse president enkel kunnen verkozen worden door het Catalaanse parlement, onder zijn leden. Hij, of zij, kan, wettelijk, niet worden afgezet door de Spaanse regeringsleider, zelfs niet met goedkeuring van de Senaat. Alleen de Catalaanse president kan ministers benoemen… of afzetten, hij alleen is bevoegd om het parlement te ontbinden en verkiezingen uit te roepen. Deze bevoegdheid is in die mate onoverdraagbaar en persoonlijk dat eerst in de vervanging van de president dient te worden voorzien vooraleer het parlement kan ontbonden worden, zelfs in extreme situaties zoals overlijden of een strafrechtelijke veroordeling, en dat deze bevoegdheid zelfs niet door de vicepresident kan worden uitgeoefend. Alleen de Catalaanse regering kan de administratie leiden. De Spaanse regering is krachtens hetzelfde Estatut niet bevoegd om het parlement te controleren, noch zijn wetgevende, budgettaire of politieke controlerende activiteit in te perken.

Nog anderen (prof. politieke wetenschappen Josep Costa) verwijzen dan weer naar de historische continuïteit van de Generalitat, die dateert van ruim vóór de grondwet van 1978. En waarvan het voortbestaan bijgevolg niet afhankelijk kan zijn van die grondwet. Een algemene opschorting van de autonomie krachtens artikel 155 zou volgens professor Héctor Lopez Bofill zelfs ongrondwettelijk zijn en zelfbestuur opschorten zou niet kunnen tenzij door… een grondwetswijziging.

Met andere woorden, Madrid zit zélf met een legaliteitsprobleem van formaat indien het de op til staande maatregelen wil invoeren. Artikel 155 zou weleens kunnen ontploffen in het aangezicht van wie het gebruikt.

Eenvoudiger dus om Catalonië gewoon het pad van de onafhankelijkheid te laten inslaan waarvoor het op een legitieme manier gekozen heeft en de boedelscheiding tussen de twee landen, samen met de toetreding van Catalonië tot de Europese Unie, waar het zelf vragende partij voor is, verder zo goed en zo snel als mogelijk te organiseren.

Hilde Roosens (1961) is juriste en is vandaag voorzitter van het Vlaams Komitee voor Brussel.

Commentaren en reacties