JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De christelijke Farizeeër en de islamitische Tollenaar

Overpeinzingen van een hedendaags atheïst

ColumnLudo Abicht20/10/2017Leestijd 2 minuten
Christendom & verlichting

Christendom & verlichting

foto © Reporters

Een verdediging van christelijke waarden hoeft niet gekoppeld te worden aan een denigrerende en selectieve voorstelling van de islam.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In het essay ‘Waarom ik mijn kinderen toch laat dopen’ noemt Joren Vermeersch zich ‘een hedendaags agnost’. Waarmee hij in feite gewoon zegt dat hij een intelligent, logisch denkend man is. Aleen minder intelligente mensen en uiteraard fanatici van alle slag noemen zichzelf geen agnost, een term die alleen maar aanduidt dat men onder meer het bestaan van God, een god of goden niet wetenschappelijk sluitend kan bewijzen. Dit bevrijdend inzicht geeft zowel aan theïsten als atheïsten de kans een existentiële keuze te maken, dat wil zeggen te denken en leven ‘alsof die god (niet) bestond’.  Dat maakt de dialoog tussen gelovigen en ongelovigen zoveel makkelijker dan, pakweg, in een theocratisch land als Saoedi-Arabië of, vroeger, in een officieel atheïstisch land als Albanië.

Christendom

De auteur begint met een verheugend positief beeld van het christendom als een zegen voor de mensheid, waarbij hij ook terecht beweert dat er zonder de inbreng van het christendom – ik zou hier het jodendom van de Bijbelse profeten als inspiratiebron aan toevoegen – geen humanisme, geen renaissance en zelfs geen Verlichting had kunnen plaatsvinden. Ik denk dat onder meer de studies van Frédéric Lenoir (Le Christ philosophe, 2007) dat onweerlegbaar bewezen hebben. Het enige probleem hier is de vrij selectieve en daardoor enigszins vervormde kijk op de geschiedenis van het christendom, waarbij hij vaak goede intenties (bijvoorbeeld de veroordeling en afschaffing van de slavernij) voor historische werkelijkheid neemt, quod overduidelijk non tot ver in de negentiende eeuw. Hetzelfde geldt voor de houding van de rooms-katholieke kerk tegenover ‘het modernisme’, een omschrijving van de verlichting, en de seksuele revolutie.

Islam

Ik was bereid deze eenzijdige voorstelling met een korrel zout te nemen, maar te begrijpen als een gezonde reactie op alllerlei uitingen van opgewarmd en dus oubollig antiklerikalisme, tot ik aan het tweede luik van zijn vertoog kwam, waarin hij wat de islam betreft net het omgekeerde doet, met name een directe lijn trekken tussen Koranteksten en uitspraken uit de zevende en achtste eeuw en het hedendaagse moslimfundamentalisme. Alsof de positie van de vrouw, de houding tegenover de wetenschap en zelfs de tolerantie ten opzichte van joden en christenen tijdens de eerste eeuwen van de islam in de praktijk niet beduidend beter waren dan die van de andere wereldreligies.

Door deze erudiete eenzijdigheid maakt hij elk zinvol gesprek tussen de godsdiensten en levensbeschouwingen onmogelijk, in tegenstelling tot de op zijn minst even erudiete maar veel ruimere aanpak van mensen als de katholieke vrijdenkende theoloog Hans Küng (Der Islam: Geschichte, Gegenwart, Zukunft, 2004). Dat is heel jammer, want daardoor mist Vermeersch een kans om zijn belangrijkste stelling, met name de herwaardering van de christelijke inbreng in onze beschaving, opnieuw op het discussieforum te plaatsen. Moet een verdediging van die christelijke waarden dan onvermijdelijk gekoppeld worden aan een denigrerende en selectieve voorstelling van de islam? Mogen alle goden ons deze aanpak besparen.

Vrijheid

En dan nog een vraag: ik begrijp echt niet goed waarom iemand die hartstochtelijk de evangelische waarden verdedigt zijn kinderen door het doopsel moet verbinden aan een kerk-als-instituut die in haar praktijk vaak mijlenver van die evangelische boodschaf is afgeweken. De vrijheid om een dergelijke beslissing te maken is echter uiteraard en gelukkig het voordeel van het leven in een niet-confessionele lekenstaat.

Ludo Abicht (1936) studeerde klassieke en Germaanse filologie en filosofie. Doceerde literatuur en filosofie in Canada, de VS, aan UGent, UAntwerpen en P.A.R.T.S. (Brussel). Publiceerde over ethiek, jodendom, het Palestijnse vraagstuk, de Bijbel, nationalisme en interculturaliteit. Ecotoop: de dissidente minderheid (marxist in de Vlaamse Beweging, flamingant binnen radicaal links, Bijbellezer binnen de vrijzinnigheid, Hegeliaan binnen een postmodernistisch paradigma, irritant niet-politiek correct). Resultaat: tegelijkertijd een eeuwige loser én een militant verdediger van de hoop.

Meer van Ludo Abicht

Dit boek wordt voorgesteld als een faction, een historische roman die gebaseerd is op ware feiten, waarin de witte plekken, bijvoorbeeld de gesprekken en discussies, zo waarheidsgetrouw mogelijk worden gereconstrueerd. Het is een genre waarvan onder meer de Engelse auteur Hilary Mantel [https://boeken.doorbraak.be/boekzoeker/?search=Hilary+Mantel] het grote voorbeeld geworden is, maar dat we ook bijvoorbeeld terugvinden in het fictieve hoofdpersonage …

Commentaren en reacties