JavaScript is required for this website to work.
Brussel deze week

De Brusselse groenen zijn ook taalgevoelig

Karel Adams16/9/2018Leestijd 6 minuten
‘De groene partijen zijn uniek in het Brusselse landschap.’

‘De groene partijen zijn uniek in het Brusselse landschap.’

foto © Reporters

De Brusselse gemeenteraadsverkiezingen beloven interessant te worden. We interviewden Jos Raymenants, de voorzitter van Groen in Brussel.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Jos Raymenants is de jonge voorzitter van Groen in Brussel. Dinsdag 20 maart van dit jaar werd deze 35-jarige, die 12 jaar geleden naar Brussel verhuisde, verkozen tot de nieuwe voorzitter van Groen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Groen heeft in zes gemeenten een schepen, in Jette en Sint-Gillis zelfs twee.

Wat is er bijzonder aan jouw partij, Jos?

De groene partijen zijn uniek in het Brusselse landschap. Op basis van een gemeenschappelijke ideologie werken wij samen met Ecolo over taal-, gewest-, gemeenschaps-, gemeente- en partijgrenzen heen, aan een beter Brussel. We hebben dus niet alleen één gemeenschappelijke fractie in het federaal parlement, maar werken ook bijna in alle Brusselse gemeenten intensief samen. Samenwerken zit in ons DNA. De voorbije jaren heeft dat zich vertaald in een inhoudelijk traject zoals Samenensemblewaar we voor drie thema’s vernieuwende voorstellen lanceren: gezond Brussel, Brussel werkt en een stad op kindermaat. Als je meer wil weten, kijk dan hier.

Welke thema’s zijn voor Groen prioritair?

Een eerste belangrijke thema is de luchtkwaliteit. Greenpeace heeft  de voorbije maanden in 250 scholen in het hele land meetbuisjes opgehangen om de luchtvervuiling te meten. Volgens Greenpeace hebben leerlingen in de klas een verhoogd risico op kanker, hart- en vaatziekten, astma en concentratieproblemen door het inademen van vervuilde lucht. In tal van scholen ontstonden vervolgens spontane protestacties door ouders die ook door Groen sterk worden ondersteund.  De overheid moet dringend maatregelen nemen. Want elk jaar sterven meer dan 600 Brusselaars vroegtijdig door luchtvervuiling. Te hoge concentraties stikstofdioxide (NO2) leiden tot ademhalingsproblemen, longziekten en kanker.

Vandaag doet de Brusselse regering te weinig aan deze luchtvervuiling. Zo zijn er onvoldoende meetstations om de luchtkwaliteit te meten. Met de actie NO2 Pollution nemen de Brusselaars zelf het heft in eigen handen. Vier weken lang meten onze lokale groepen via meetbuisjes de luchtkwaliteit in hun straat. In totaal deden onze lokale Ecolo-Groen groepen in twaalf Brusselse gemeenten mee van 17 februari tot 17 maart 2018. Ik heb ook aan mijn eigen woonst in Sint-Gillis en in de crèche van mijn zoontje buisjes opgehangen. Hopelijk vallen de resultaten mee. Daar lig ik eerlijk gezegd ’s nachts wakker van.

In Jette voert Groen-schepen Nathalie De Swaef, bevoegd voor mobiliteit, actie tegen de verbreding van de Ring.

Het verzet tegen de verbreding is logisch, coherent en legitiem. Heel wat studies tonen vandaag de achteruitgang van de luchtkwaliteit aan. Zowel de medische wereld, als verenigingen of burgerinitiatieven uiten hun ongerustheid en onderstrepende hoogdringendheid van de situatie. Daarom willen wij de gezondheid van de Brusselaars beschermen door ons te verzetten tegen de verbreding van de ring, maar ook door de alternatieven te promoten. Het gaat om kleine aanpassingen, zoals de verlaging van de snelheid op de Ring, het reserveren van een rijstrook voor carpooling, een snelle uitvoering van het Brabantnet dat 30.000 pendelaars kan vervoeren, en investeren in fietssnelwegen.

Daarnaast moet eindelijk werk worden gemaakt van de versnelde uitvoering van het Gewestelijk Express Net (GEN). Vandaag is de Vlaamse Rand bijzonder slecht verbonden met de binnenstad. Mijn vrouw werkt bijvoorbeeld in Schepdaal in het Pajottenland en heeft slechts één busverbinding per uur. Dat moet echter beter.

Hoe beoordeelt u het mobiliteitsbeleid in Brussel?

Vandaag gebeurt meer dan een derde van de verplaatsingen nog met de wagen en vaak voor het afleggen van korte afstanden. Dat betekent dat we nog werk voor de boeg hebben om Brusselaars te overtuigen dat er alternatieven zijn. Het gebruik van elektrische fietsen zit in de lift, maar de infrastructuur hinkt hopeloos achterop. Ik zie dat in mijn eigen buurt. De oversteekplaats aan de Fonsnylaan ter hoogte van het Zuidstation is de gevaarlijkste plaats in het Brusselse verkeer. Dat blijkt uit een studie van het Belgisch Instituut van Verkeersveiligheid (BIVV) die dertig zwarte zones in Brussel identificeerde. De voorbije jaren klaagden buurtbewoners de situatie al meermaals aan.

Bevoegd staatssecretaris voor Verkeersveiligheid Bianca Debaets(CD&V) kondigde aan de zones prioritair aan te zullen pakken. In de praktijk is er echter nog maar weinig gebeurd. Er werden bijvoorbeeld wel fietsstrepen aangebracht op de Fonsnylaan, maar probeer maar eens met de fiets de avondspits te trotseren. Dat is levensgevaarlijk.

Wat stelt u dan voor op gebied van mobiliteit?

Jammer genoeg heeft de Brusselse regering een schrijnend gebrek aan visie. Een leefbare Zuidwijk kan ook alleen tot stand komen met een ambitieus mobiliteitsplan op maat van de bewoners (en niet van koning Auto). Vernieuwende initiatieven zoals Kleine Ring die de stadssnelweg willen transformeren tot een kwalitatieve publieke ruimte zouden door de overheid moeten aangemoedigd worden. Het bestuur moet resoluut kiezen voor een autoluwe Fonsnylaan met minder rijstroken, een uitgebreid aanbod openbaar vervoer en een betere infrastructuur voor voetgangers en fietsers. De kiezer staat in 2018 voor een belangrijke keuze. Naast preventie pleiten we ook voor meer aangepaste controles, de aankoop van mobiele flitscamera’s, regelmatige politieacties en de nodige aanpassingen aan de verkeersinfrastructuur.

Brussel moet volop de kaart van de vernieuwing trekken. Dat doen we met Groen en Ecolo al op een aantal plekken zoals Jette. Jettenaren met een parkeerkaart kunnen die sinds 2 april 2018 gebruiken in een parkeersector die vier keer groter is dan vandaag. De recente gewestelijke regelgeving laat toe te werken met sectoren van ongeveer 150 hectare, op hun beurt opgedeeld in vier deelsectoren.

Dient er ook niet aan het fietsbeleid gesleuteld te worden?

Het fietsbeleid kan een stuk ambitieuzer. In Sint-Gillis is een plaats in een beveiligde fietsbox vele malen duurder als een parkeerkaart. Dat is echt niet meer van deze tijd. Opnieuw is Jette een goed voorbeeld. De gemeente plaatste fietspompen en fietsreparatiestations op een aantal strategische plaatsen in de openbare ruimte. Aan de ingang van de bibliotheek en van de gemeenteadministratie bijvoorbeeld. Een kleine maatregel, die toch een extra dienstverlening voor de fietsende inwoners en werknemers betekent en het signaal geeft dat Jette een fietsvriendelijke gemeente is. Veilige wegen met gemarkeerde fietsinfrastructuur, gescheiden fietspaden op de grootste wegen, fietsen in tegenrichting, fietsstraten en fietsboxen.

Brussel kwam op een negatieve wijze in de media door verschillende financiële schandalen?

Goed bestuur is een derde prioriteit voor ons. Groen en Ecolo plaatsten als eersten het voorstel voor een totale decumul op de agenda in het Brussels parlement. Het voorstel van Ecolo-Groen-DéFi-PS-Sp.a dat onlangs werd goedgekeurd stelt voor een totale onverenigbaarheid in te voeren tussen de functie van burgemeester of schepen en de functie van parlementslid. Het voorstel werd gesteund door de partijen van alle medeondertekenaars. De parlementsleden van de cdH onthielden zich en MR en Open VLD stemden tegen. Helaas willen de parlementsleden van Open VLD, CD&V en N-VA de bestaande beschermingsmiddelen voor de Nederlandstaligen in Brussel misbruiken om de totale decumul te blokkeren.

Is dit voorstel niet nadelig voor de (kleine) Vlaamse partijen die zich daardoor moeilijker in de kijker kunnen werken?

Het voorstel houdt geen enkel risico in voor de vertegenwoordiging van de Nederlandstaligen in Brussel. Integendeel, er zullen net méér Nederlandstalige verkozenen zijn in het Brussels gewest dankzij deze regel. Een grote meerderheid van de parlementsleden steunt vandaag een integrale decumul. Dit nu niet invoeren zou een ramp zijn voor het vertrouwen van de kiezer.

Ook in mijn gemeente Sint-Gillis is de meerderheid in hetzelfde bedje ziek. Burgemeester Charles Picqué is burgemeester én voorzitter van het Brussels parlement. Dat krijg je echt niet aan mensen uitgelegd in het post-Samusocial tijdperk. De vele cumulerende schepenen zorgen er voor dat het parlement gebruikt wordt voor gemeentelijk lobbywerk. Dat is niet goed voor de kwaliteit van het parlement en zorgt voor een belangenconflict tussen de uitvoerende en wetgevende macht. Bovendien moet je mij eens uitleggen hoe je als mens in godsnaam een schepenambt met een parlementair mandaat kan combineren. De kwaliteit van het werk zal er ongetwijfeld onder leiden. Verder ben ik er van overtuigd dat het gezond is voor een democratie dat er af en toe een wissel van de macht is. Het contrast met oude krokodillen als PhilippeMoureaux en Charles Picqué, die bijna 30 jaar minister-president is geweest, kan niet groter zijn.

Jullie hechten ook veel belang aan participatie in het beleid?

Goed bestuur betekent voor mij ook participatie. Opnieuw is Jette een goed voorbeeld. Op 5 april organiseerde de gemeente een debat over goed bestuur. Een van de sprekers is de burgemeester van Belfaa, de Marokkaanse partner waarmee Jette samenwerkt in het kader van het federaal programma voor gemeentelijke internationale samen­werking. De burgemeester van Belfaa gafer onder meer een voorstelling van de participatieve instrumenten die zijn gemeente hanteert bij het opstellen van een gemeentelijk actieplan (participatief budget, burgerforum,…). De gemeente Belfaa kreeg recent het label commune citoyenne/ burgergemeente. Slechts twee Marokkaanse gemeenten behaalden op dit ogenblik het label, dat een bekroning is voor het werk inzake goed bestuur, met openheid naar en participatie van de bevolking.

Hoe gaan de mandatarissen van Groen om met de gebrekkige tweetaligheid in sommige Brusselse gemeenten?

Goede vraag. Met Groen vinden we een tweetalige dienstverlening belangrijk en onze schepenen hechten daar wel degelijk belang aan. Jos verwijst naar schepen Analisa Gadaleta uit Molenbeek die zegt heel weinig klachten te krijgen hierover maar dat het grootste probleem is om tweetalig personeel te vinden. Het OCMW, net als de gemeente, voorziet in taalopleidingen. In Etterbeek hoort schepen Rik Jellema weinig klachten over de werking in het gemeentehuis. Hij heeft altijd gehamerd opcorrectNederlands met als gevolg dat er een vertaler Frans-Nederlands werd aangeworven en de laatste tijd zijn er meertaligen aangeworven voor de onthaalbalie. Jellema voegt er ook aan toe dat schorsingen door de vice-gouverneur (verantwoordelijk voor de toepassing van de taalwetgeving) altijd door het college worden ongedaan gemaakt ‘in het belang van de continuïteit van de dienst’. Toen dit door hem werd aangekaart kreeg hij de burgemeester (Vincent De Wolf (LB-MR) over zich heen: dergelijk probleem mocht alleen de ‘Vlaamse schepen’ aankaarten en aangezien die niets doet…

Groenen zijn dus zeker niet taalongevoelig.

De auteur is hoofdredacteur van 'De Brusselse Post'.

Commentaren en reacties