Bijna een scene uit een Bondfilm. De Turkse premier Adnan Menderes is bij het ochtendgloren van 27 mei 1960 onderweg van Eskişehir naar Kütahya. Een militair vliegtuig landt op de baan voor hem zodat zijn Cadillac moet stoppen. Soldaten omsingelen hem. Ze doen dat in opdracht van het Comité voor Nationale Eenheid, de 38 officieren die samengezworen hebben om een punt te zetten achter het tienjarige bewind van de eens zo geliefde regeringsleider. Verkorven Diezelfde nacht hebben ze ook al…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Bijna een scene uit een Bondfilm. De Turkse premier Adnan Menderes is bij het ochtendgloren van 27 mei 1960 onderweg van Eskişehir naar Kütahya. Een militair vliegtuig landt op de baan voor hem zodat zijn Cadillac moet stoppen. Soldaten omsingelen hem. Ze doen dat in opdracht van het Comité voor Nationale Eenheid, de 38 officieren die samengezworen hebben om een punt te zetten achter het tienjarige bewind van de eens zo geliefde regeringsleider.
Verkorven
Diezelfde nacht hebben ze ook al een 200-tal leden van de legertop, de regering en het parlement uit hun bed gelicht. Kolonel Alparslan Türkes leest om 7 uur ’s ochtends op de radio het communiqué voor waarin de putschisten hun ingrijpen rechtvaardigen. ‘Dierbare landgenoten, gezien de crisis waarin onze democratie verzeild is geraakt en gezien de recente droevige gebeurtenissen en om broederstrijd te voorkomen hebben de Turkse Gewapende Strijdkrachten het bestuur van het land overgenomen.’ De eerste putsch in de geschiedenis van de in 1923 gestichte Turkse Republiek is een feit.
De ‘droevige gebeurtenissen’ betreffen de protesten in de grote steden die al een paar weken aan de gang waren en die brutaal neergeslagen werden door de regering-Menderes. Het ging economisch al enkele jaren niet goed. De rechten van de parlementaire oppositie werden beknot. De pers was aan banden gelegd. Hoe was het zover kunnen komen? Hoe had Menderes het kunnen verkorven? Hij die ooit door het volk was binnengehaald als een heiland? In feite was hij — althans in Turkije — de eerste populist in de betekenis van iemand die zich in naam van het volk verzet tegen het establishment, iemand die het ‘wij tegen zij’ belichaamt.
‘Het volk heeft het woord!’
De Turkse republiek was het staats- en maatschappijproject van Atatürk. Deze legde de islam aan banden en voerde westers georiënteerde hervormingen van bovenaf door. Het volk moest ze goedschiks of kwaadschiks aanvaarden. De Republikeinse Volkspartij (CHP) was het machtsinstrument van Atatürk, daarbij geflankeerd door het leger. Ze bestuurde tot november 1945 als enige het land. Om Turkije aansluiting te doen vinden bij het Westen gooide İsmet İnönü, de strijdmakker en opvolger van Atatürk, toen de deuren open voor een meerpartijensysteem.
De landeigenaar Adnan Menderes richtte samen met de bankier Celal Bayar op 7 januari 1946 de ‘Demokrat Parti’ (DP) op. De partij sprak de landbouwbevolking aan die kreunde onder zware fiscale lasten, en een handelsbourgeoisie die naar meer economische vrijheid snakte. ‘Genoeg! Het volk heeft het woord’, was de leuze waarmee Menderes naar de verkiezingen van 14 mei 1950 trok. Hij rijfde 53% van de stemmen binnen (tegenover de 39,8% van de CHP). Dankzij het meerderheidssysteem verkreeg de DP 408 en de CHP slechts 69 zetels. Ook na de verkiezingen van 1954 en 1958 kon Menderes zijn alleenheerschappij handhaven.
Menderes kwam aan de macht op basis van het bondgenootschap tussen de stedelijke en de plattelandsbourgeoisie. Hoewel hij een economisch liberale koers voer, zou hij de eerstgenoemde groep van zich vervreemden door de landbouwsector (en de grootgrondbezitters) te bevoordelen. Die mocht rekenen op kredieten en belastingverminderingen terwijl de industriële sector onderworpen werd aan prijscontroles en minder staatsmiddelen toegespeeld kreeg [1]. Menderes wilde de landbouwbevolking paaien, maar had te weinig oog voor de noden van een zich versterkend industrieel kapitalisme. Midden jaren ’50 begonnen de economische moeilijkheden zich op te stapelen.
Sociaaleconomische onrust
Turkije had hoogwaardige machines geïmporteerd waardoor de handelsbalans negatief doorsloeg. Door hoge leningen in het buitenland zwol de staatsschuld aan. Een stijgende inflatie trof de gewone mensen. De sociale onrust nam toe. De regering-Menderes ging de autoritaire toer op en onderdrukte alle vormen van kritiek. Tegelijk speelde ze in op de godsdienstige gevoelens onder de bevolking, onder meer door de bouw van moskeeën en de opening van religieuze scholen. Door haar autoritaire regeringsstijl joeg de regering de liberaal denkende intellectuelen tegen zich in het harnas. Door de religie te bevorderen laadde ze de verdenking van kemalistische, in de lijn van Mustafa Kemal Atatürk opererende militairen op zich de seculiere grondslagen van de staat te willen aantasten.
Daarmee was al één voorwaarde voor een geslaagde putsch gegeven. De andere was het wantrouwen van Washington dat Menderes had gewekt. Hij had namelijk een bezoek aan Moskou in juli 1960 aangekondigd in de hoop op financiële steun voor het economisch geplaagde Turkije. Wat de regeringsleider van een NAVO-partner als Turkije voorhad, was vloeken tegen alles wat het trans-atlantische bondgenootschap heilig was. Ontevredenheid van de bevolking en de op zijn minst stilzwijgende goedkeuring van Amerika gaven de nodige ruggensteun aan een gedeelte van het officierskorps om de regering-Menderes omver te werpen. Nieuwe regeringschef werd generaal Cemal Gürsel.
Liberale grondwet
Na de putsch van 27 mei, vandaag precies 60 jaar geleden, gaven de militairen enkele rechtsprofessoren de opdracht een nieuwe grondwet uit te werken. De oorzaak van de crisis werd gezien in het teveel aan macht dat de regeringspartij had kunnen uitoefenen. Ze dachten aan een systeem van ‘checks and balances’, van controle en tegengewichten. Zo kwam de meest liberale grondwet tot stand die de Turkse republiek ooit zou kennen. Die grondwet garandeerde onder meer vrijheid van vergaderen, meningsvrijheid en het stakingsrecht.
Een van de toch iets minder liberaal-democratische nieuwigheden in de grondwet was de oprichting van de Nationale Veiligheidsraad, de ‘Milli Güvenlik Kurulu’ (MGK). Dat orgaan bestond uit de topministers en hoogste militairen en zou de regering adviseren in materies van binnen- en buitenlandse veiligheid. De MGK groeide uit tot een waakhond die onwelkome beslissingen van de burgerlijke regering kon terugschroeven.
Onder de putschisten zelf kwam het in de zomer van 1960 tot een botsing tussen de ‘gematigden’, die een verjonging van het officierskorps nastreefden, en de ‘radicalen’ zoals Türkes die de staat onder het gezag van het leger wilden plaatsen. De radicalen zouden de duimen leggen. Türkes werd uit het comité gestoten en sloot zich in 1963 aan bij de Republikeinse Boerenvolkspartij. Die doopte hij zes jaar later om in Milliyetçi Hareket Partisi, de Partij van de Nationale Actie (MHP) die geassocieerd wordt met de Grijze Wolven. Menderes werd na een schijnproces samen met twee van zijn gewezen ministers ter dood veroordeeld en één dag na hen op 17 september 1961 opgehangen op het gevangeniseiland Imrali.
Wankele stabiliteit
De coup bracht Turkije meer vrijheid, maar niet meer stabiliteit. De arbeidersbeweging stak weer de kop op ten gevolge van de verschuivingen in het economische landschap. In die jaren onder Menderes was ook de islam weer opgeflakkerd. Van de grotere vrijheid onder de nieuwe grondwet profiteerde ook het Koerdische nationalisme. Algauw zouden de kemalisten, de aanhangers van Atatürks seculiere en elitaire maatschappijproject, de strijd weer aanvatten tegen deze bedreigingen van de ‘gevestigde orde’.
Turkije kwam pas tot een zekere ‘rust’ onder het bewind van sterke man Recep Tayyip Erdoğan. Maar ook hier zien we dat de ontevredenheid over diens autoritaire bewind en de economische moeilijkheden meer en meer aan zijn machtssysteem beginnen te knagen. Of een putsch vandaag de dag nog mogelijk is? De twee hierboven geschetste voorwaarden zijn niet ten volle aanwezig. Het leger zelf is ‘gezuiverd’ en onder controle gebracht van de regering. Maar in Turkije zijn vele dingen niet voorspelbaar.
(1) Voor een algemeen overzicht, zie Halil Karaveli, Why Turkey is authoritarian. From Atatürk to Erdoğan, Londen 2018.