JavaScript is required for this website to work.
post

Als de goeden niet strijden, dan zegevieren de slechten …

Christoph D'Haese21/3/2017Leestijd 5 minuten

Christophe D’Haese (N-VA) één jaar na de aanslagen. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Naar aanleiding van de start van de parlementaire onderzoekscommissie na de terroristische aanslagen van 22 maart 2016, mocht ondergetekende iets minder dan een jaar geleden een vrije tribune op Doorbraakpubliceren. Op mijn tekst kwam destijds heel wat tegenkanting vanuit progressieve hoek, omdat de opiniebijdrage de verdediging opnam van Jan Jambon nadat die met enkele kordate uitspraken de verenigde roodgroene oppositie andermaal tot hysterie had gedreven. Niet dat daar veel voor nodig is, want we zijn de jongste jaren al aardig gewend geraakt aan de ‘racisme’-stigmata die de linkerzijde wellustig in het rond strooit. Mijn punt was: het is de struisvogelpolitiek van de Moureaux’s van deze wereld die, in combinatie met ideologische blindheid, mee heeft geleid tot de grote problemen waarmee onze Westerse samenleving vandaag wordt geconfronteerd. Het woord significant was evenwel het nieuwe taboewoord.

Eieren gelegd

Vandaag herdenken we de aanslagen van 22 maart in Zaventem en Maalbeek, die precies een jaar geleden plaatsvonden. De vraag die velen zich stellen: is er in dat jaar iets ten goede veranderd? Ik ben overtuigd van wel. Het eerste tussentijds rapport van de onderzoekscommissie, dat zich specifiek toespitste op hulpverlening, was zeer verdienstelijk en praktijkgericht. Het rapport legde de vinger op heel relevante systemische disfuncties in de hulpverlening, en bevatte tegelijk veel concrete aanbevelingen. Er is veel werk geleverd, maar er ligt nog veel méér werk op de plank. Minstens even belangrijk worden immers de aanbevelingen met betrekking tot het verbeteren van ’s lands veiligheidsarchitectuur en het oprukkende radicalisme. De veiligheidsketen moet finaal sluiten, en dat is vandaag nog niet overal het geval. Anders gezegd: de parlementaire onderzoekscommissie heeft reeds enkele eieren gelegd, maar het finale omelet moet nog worden gebakken.

Op het terrein zijn de eerste resultaten van het regeringsbeleid niettemin duidelijk zichtbaar: daar waar hoongelach opsteeg toen minister Jambon aankondigde Molenbeek te zullen opkuisen, moet zelfs de oppositie nu schoorvoetend erkennen dat het Kanaalplan wel degelijk wérkt. Meer dan 100 extra politionele acties, 8.600 woningen gecontroleerd en onderzoek van maar liefst 1.617 vzw’s in Molenbeek – wie kan in alle ernst nog beweren dat er niets is veranderd? Wat zou u er van denken mochten we het ganse land verder opkuisen. De baas van de Federale Politie is alvast vragende partij.

Rechten van de Mens? Nooit van gehoord, mijnheer

De kordate aanpak van radicalisme komt geen moment te vroeg, zo blijkt haast elke dag opnieuw. Vorige week stond in de onderzoekscommissie onder meer de getuigenis van de vertegenwoordiger van de Grote Moskee in Brussel geprogrammeerd. Die getuigenis werd een absurd schouwspel, waarbij Jamal Saleh Momenah de volksvertegenwoordiging gewoon in het gezicht uitlachte.

Over de situatie bij het Islamitisch en Cultureel Centrum (ICC), het centrum achter de Grote Moskee, zijn Staatsveiligheid en OCAD behoorlijk formeel: de moskee speelt een belangrijke rol in de verspreiding van het wahabisme, een fundamentalistische stroming binnen de islam, al is het vaak als symboolsite. Verschillende jongeren lieten er zich ‘inspireren’, waarna ze de wapens opnamen in Syrië. Die zwaarwichtige feiten werden door Jamal Saleh Momenah boudweg ontkend. Of beter gezegd: hooghartig weggelachen. Waarheidsvinding was duidelijk geen prioriteit voor de ICC-directeur, want tijdens de voorbije maanden parlementaire onderzoeksactiviteit werden de parlementsleden bij mijn weten nooit eerder op zoveel pertinente leugens en manifeste minachting getrakteerd.

Geen speakerscorner voor haatpredikers

Op vragen van ondergetekende over de gelijkheid van man en vrouw – toch een van de basisprincipes van onze Westerse manier van leven – volgden even nietszeggende als verontrustende stellingnames. Uitsmijter was het antwoord van Momenah op mijn vraag of hij bekend was met de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens: “Nooit van gehoord, maar ik zal het morgen eens lezen.” Verdere commentaar lijkt mij overbodig.

Tijdens de hoorzitting werd nogmaals duidelijk wat de kritische waarnemer al veel langer aanvoelt: de Grote Moskee in Brussel gedraagt zich – samen met nog enkele andere locaties – als vliegwiel voor radicalisme in ons land. Ook de sociale media worden heel vaak misbruikt. Tussen 2012 en 2014 heeft het ICC, waarvan we weten dat het in belangrijke mate wordt gefinancierd vanuit Saoedi-Arabië, meer dan een miljoen euro uitgegeven aan propaganda. Eerdere verslagen signaleerden geen acuut probleem van radicalisering, maar anno 2017 heeft het er alle schijn van dat daadkrachtig optreden noodzakelijk is. Ik laat fijntjes opmerken dat één van de overschrijvingen vanuit de grote Moskee als referentie draagt: “Syrië…”. Op de Brusselse politieke kaste moeten we daarvoor niet rekenen. Dat de socialistische coryfeeën zich gedragen als politieke struisvogels weten we immers al langer. Voor Yvan Majeur en co blijven de essentiële principes van onze vrije samenleving nu eenmaal ondergeschikt aan electorale kortetermijnbelangen.

Het klopt dat radicalisering niet altijd in de moskee plaatsvindt. Maar dat er ook brandhaarden buiten het gebedshuis zijn, wil toch niet zeggen dat we de Grote Moskee moeten blijven tolereren terwijl het zich steeds meer ontpopt als een soort speakerscorner voor haatpredikers en hun acolieten? Laat ons wel wezen: dubieuze figuren zoals Momenah winnen aan invloed en moeten worden gestopt. De radicale islam moet ondubbelzinnig en eensgezind een halt worden toegeroepen. De strengere criteria die minister Homans wil invoeren inzake de erkenning van moskeeën – met onder meer volledige transparantie over de herkomst en aanwending van financiële middelen – zijn nodig en noodzakelijk. Specifiek voor de Grote Moskee in Brussel lijkt me het onderzoek à charge reeds uitgebreid gevoerd. Wat mij betreft is de opdracht met betrekking tot deze plaats van haat jegens de Westerse waarden klaar en duidelijk: niet erkennen, maar sluiten.

Drie belangrijke inzichten

Bijna een jaar parlementair onderzoekswerk heeft me minstens volgende existentiële inzichten bijgebracht, of mijn opvattingen ter zake toch tenminste scherper gesteld. Ten eerste is er het besef dat slachtofferhulp in dit land schromelijk tekort schiet. De hulp die op dit moment aan slachtoffers van de aanslagen wordt geboden, is gewoon ontoereikend. Overheid, verzekeraars en gerecht zijn hier in hetzelfde bedje ziek. Terreurslachtoffers verdienen mijns inziens veel beter dan de huidige bekrompen bureaucratische aanpak. Hoewel er nu beterschap schijnt aan te komen, is de bijwijlen hardvochtige houding van verzekeringsmaatschappijen ten aanzien van slachtoffers me erg bijgebleven. Men zal zich de schrijnende getuigenis herinneren van een man die stelde dat de opgelopen schade voor hem in de vele tienduizenden euro’s liep, maar die door acuut geldgebrek vrede moest nemen met een dading van ocharme 12.500 euro. Het mes op de keel van sommigen, en nog anderen – meer bepaald een kwart van de slachtoffers – kregen tot dusver helemaal niets. Of hoe sommige verzekeraars zich al te vaak gedragen als regelrechte sjacheraars.

Ten tweede: het slagveld zijn niet alleen de grote (of kleine) Moskee(ën), maar ook en vooral de sociale media. Bewaar hen, beluister hen, vertaal hen …

Ten derde is er de overtuiging – ik verwijs naar hierboven geciteerde  heerschappen zoals Jamal Saleh Momenah – dat de uitwassen van de extremistische islam geen plaats kunnen en mogen hebben in onze vrije samenleving. Zonder te willen doemdenken, moeten we toch inzien dat onze vrijheid en onze manier van leven op het spel staan. Rechtgeaarde democraten moeten daarom de hakken in het zand zetten, en wel meteen. Want zoals een filosoof een slordige 2.400 jaar geleden al wist: wanneer de goeden niet strijden, dan zegevieren de slechten.

 

De auteur van de opinie is federaal volksvertegenwoordiger en lid van de parlementaire onderzoekscommissie naar aanleiding van de aanslagen van 22 maart 2016

 

Personen

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties