JavaScript is required for this website to work.
post

Als ecorealisme maar geen ecopopulisme wordt

Jan Vanderhoeven5/2/2019Leestijd 3 minuten

foto © Reporters

De N-VA antwoordt in het klimaatdebat met ecorealisme. De ontsporingen van hun vorige ‘realismen’ indachtig, betekent dit weinig goeds.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

N-VA kwam de afgelopen dagen volledig uit de kast als een ecorealistische partij. Sceptici beweren dat N-VA zich met deze outing op dezelfde lijn zet als de ecomodernisten die de rol van de mens in de klimaatopwarming, en dus de klimaatwetenschap minimaliseren. De partij doet dat naar eigen zeggen omdat zij het gevoel heeft dat mensen die vragen stellen bij de aanpak van de klimaatverandering meteen gebrandmerkt worden als echte klimaatontkenners. De partij wil het maatschappelijk debat voeren over de politieke beleidskeuzes die gemaakt moeten worden.

Een nobele doelstelling. Maar een blik op het parcours dat N-VA de afgelopen jaren gereden heeft, leert ons dat die intellectuele verbreding van het politieke debat die de partij predikt, vaak uitdraait op een schrikbarende verenging ervan.

Het eurorealisme, weet u nog?

Het begon toen de partij de weg van het eurorealisme insloeg. Na het jarenlange consensusdenken dat er heerste over méér Europa, was het een zeer legitieme keuze om een ideologisch debat te starten over de richting die de EU uit moest en de rol die de lidstaten daarin moeten hebben.

Maar al snel mondde dat debat uit in dooddoeners of simplismen die de waarheid geweld aan doen. Zoals: ‘Europa is op uw centen uit’ (dixit Sander Loones) of ‘De EU is een nieuwe elite van bureaucraten’ die ‘zal instorten’ (woorden van Bart De Wever). Het beeld van een aanslag op uw portefeuille of van een bende graaiers zonder realiteitsbesef is daarbij niet toevallig gekozen.

Kwatongen zouden dergelijke uitspraken populistische riedels noemen. Zo ging de partij op enkele jaren tijd van een uitgesproken pro-Europese partij in sneltempo naar een partij die er dezelfde standpunten op na houdt als de meest conservatieve stemmen in het Europees parlement. Of dat toen om ideologische of electorale redenen was, laat ik voorlopig in het midden.

Het migratiedebat

Met het migratiedebat ging het niet anders. Waar N-VA zich vroeger nog openlijk durfde te uiten als voorstander van een positief migratiebeleid, zelfs tegen opiniepeilingen in (‘Immigratie is iets positief , een aanwinst voor het land. Een land zonder migratie is rampzalig’, dixit Theo Francken), zou de partij dergelijke uitspraken nog sneller van het internet zien verwijderd worden dan de snelheid waarmee onze ijskappen smelten. Een strenger asielbeleid of een wat dwingender terugkeerbeleid zijn uiteraard legitieme politieke keuzes die in de maatschappelijke arena besproken kunnen worden.

Maar onder impuls van N-VA werd het debat opnieuw al te vaak verengd tot simplismen van bedenkelijk allooi. Gaande van het opkuisen van het Maximiliaanpark, de bewering dat asielzoekers onze sociale zekerheid bedreigen, het zogenaamd ‘afpakken’ van onze kerstmarkt of het lanceren van wansmakelijke social media-campagnes over het Marakeshpact.

Bij dat laatste werden 6 slogans geschreven op kindermaat de wereld ingestuurd. Gelukkig tonen factcheckers  dat dergelijke uitspraken nog verder van de waarheid verwijderd zijn dan de Vlaamse Regering verwijderd is van de klimaatdoelstellingen. Maar ze zijn bezwaarlijk een aanwinst voor het intellectueel debat te noemen.

Ook zo met het klimaat?

Zo wordt het hopelijk niet met het klimaatdebat. Een diepgaand maatschappelijk debat over kernenergie waarin — toegegeven — de argumenten in het verleden soms wat emotioneel waren? Graag. De economische factor in het klimaatdebat brengen? Graag, zolang een discussie over betaalbaarheid niet verglijdt in dooddoeners over onze eigen portemonnee.

Maar het ergste valt te vrezen na de laconieke reactie van Bart De Wever vorig weekend op de verschillende klimaatmarsen. Dat we niet aan doemdenken mogen doen en dat we ons geen schuldgevoel moeten laten aanpraten als we op citytrip willen. De simplismen vlogen in het rond als ware het roetdeeltjes van een 20 jaar oude dieselauto. Als klap op de vuurpijl retweette Theo Francken gisteren een sarcastische tweet die weinig aan verbeelding overliet.

Weg feiten en wetenschappelijke kennis. Nochtans zijn de vele wetenschappelijke klimaatrapporten onweerlegbaar. Weg breed inhoudelijk debat. Nochtans zegt niemand in het debat dat we niet meer op citytrip mogen gaan. Wat er wel gezegd wordt, is dat het misschien niet normaal is dat we voor 10 euro naar de andere kant van Europa vliegen. En dat er misschien een responsabiliserend element in een vliegticket moet zitten.

Misschien ligt ideologische overtuiging of breed intellectueel debat aan de basis van de politieke koers van N-VA. Misschien heeft de partij andere motieven, zoals het buikgevoel van kiezers. Maar wat vast staat, is dat de manier waarop de partij haar politieke lijn aan de man brengt, finaal geen meerwaarde tot het publieke debat blijkt te zijn. Integendeel, het debat raakt er vaak nog sneller door vervuild dan onze planeet. Dat lijkt met het klimaatdebat niet anders te zullen zijn.

Als ecorealisme dus maar geen rookgordijn voor ecopopulisme wordt, want dat leidt zonder twijfel tot stilstand in het klimaatbeleid. En dan komt die vermaledijde Apocalyps waar we volgens Bart De Wever niet over mogen spreken, ironisch genoeg weer een stapje dichterbij.

Lees ook het stuk over ecorealisme van Andries Gryffroy en Bert Wollants (beide N-VA).

Jan Vanderhoeven is nationaal bureaulid van Jong CD&V.

Commentaren en reacties