JavaScript is required for this website to work.
post

Alweer een eerste schooldag

Peter De Roover7/1/2014Leestijd 3 minuten

1 september is de bekende eerste schooldag. De eerste maandag van januari is voor veel leerlingen die heroriënteren ook weer een eerste schooldag. Volgens Peter De Roover moeten betere instrumenten worden gebruikt om leerlingen te helpen in hun keuze.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De kans dat de commercie ooit op het onzalige idee komt om ergens halfweg de kerstvakantie ‘heerlijk weer naar school’ te afficheren, lijkt klein. Maar vanuit onderwijsoogpunt verdient de eerste schoolmaandag van januari wel wat aandacht, want voor veel leerlingen is dit geen maandag als alle andere.

Het is de eerste schooldag na de kerstrapporten. Voor de meeste scholieren betekent dat ook gewoon de eerste dag van het tweede semester/trimester. Vooruit en voortgedaan, klinkt het motto, al dan niet met het gaspedaal iets dieper ingedrukt.

Sommige leerlingen staan echter voor de vraag of ze de begonnen richting voortzetten of een andere keuze maken. Hun decemberresultaten waren misschien niet hoopgevend en dan rijst de vraag of heroriëntering aangewezen is. Een verkeerde keuze leidt doorgaans naar een onnodig C-attest (zittenblijven) en op termijn naar diplomaloos schoolverlaten.

Minister van Onderwijs Pascal Smet antwoordde onlangs inKnack op een vraag van lezers over vroege of late oriëntering: ‘Je kunt toch niet aan kinderen van twaalf jaar vragen om een keuze te maken die de rest van hun leven zal bepalen?’

De minister vertekent daarmee de probleemstelling. Ons onderwijs is flexibel en dwingt kinderen niet een keuze te maken ‘die de rest van hun leven zal bepalen’. Natuurlijk weten veel 12-jarigen niet in detail wat ze verder in het leven willen doen. De meesten weten op die jonge leeftijd wel heel zeker welke richting zeniet uit willen. De schoolkeuze wordt dan ook best pas gaandeweg specifieker. Een te grote specialisatie in het middelbaar is even nefast als geen specialisatie.

Een overgrote meerderheid zit wel degelijk op de juiste plaats. Het probleem is niet dat er kan gekozen worden of dat het te vroeg zou moeten gebeuren, wel dat er soms verkeerd wordt gekozen. Uiteraard betekent keuzevrijheid per definitie kans op ‘verkeerd’ kiezen. Het is de opdracht van scholen om leerlingen, op elke leeftijd, zo goed mogelijk te begeleiden bij het ontdekken van de beste oriëntatie.

Ik denk vandaag in het bijzonder aan iemand, laten we haar Nadia noemen. Ze komt van een andere school, heeft duidelijk tijd nodig om te wennen aan de nieuwe richting en de nieuwe omgeving. Haar inzet is voorbeeldig, maar de kloof bleek bij de proefwerken voor veel vakken (nog) te groot om te overbruggen. Het woordje ‘nog’ is cruciaal. Moeten de haakjes weg of het woord geschrapt? Kan ze de achterstand wegwerken of zit ze beter op haar plaats in een andere richting? Nattevingerwerk is in zulke gevallen uit den boze.

Professor Wouter Duyck gaf enkele dagen geleden op Doorbraak huiswerk aan de volgende minister van Onderwijs. Betreurenswaardig dat men enkel de keuzes verandert, schrijft hij, ‘maar niets onderneemt om het proces van de studiekeuze zelf te verbeteren, zelfs al biedt de wetenschap daar de nodige instrumenten toe. Ook met een nieuwe menukaart, en ook al zou twee jaar later gekozen worden, zullen ouders en leerkrachten verkeerde studiekeuzes maken op basis van ongewijzigde maatschappelijke vooroordelen, als de overheid de mensen niet beter informeert over de vaardigheden en interesses van hun kinderen.’

Duyck heeft overschot van gelijk. Het onderwijsdebat gaat te veel over structuren. Intussen blijft de vraag onderbelicht hoe de bestaande structuren nog beter kunnen functioneren. Een goede oriëntatie en snelle heroriëntatie zijn daarbij essentieel. Ons onderwijs biedt enorm veel kansen aan alle kinderen, maar we slagen er niet altijd in hen die te laten grijpen. Met elke leerling die niet op de voor hem/haar juiste plaats terecht komt, verspillen we talent. Als we onvoldoende begeleiden om de juiste keuze te maken, faalt niet onze onderwijsstructuur, wel de manier waarop we er mee omgaan.

Ik wens Nadia veel moed. Misschien is de beste keuze er één waarbij ze nieuwe vrienden en vriendinnen alweer moet achterlaten. Aanmodderen in de foute richting eist op termijn een nog hogere prijs. Ze staat met andere woorden, 15 jaar jong, voor een moeilijke keuze, net zoals vele lotgenoten naar wie vandaag, die andere ‘eerste schooldag’, wel eens wat aandacht mag gaan. Ik start het jaar met het wrange gevoel dat ik haar niet genoeg kon bijstaan in die keuze omdat we voor goede persoonlijke (her)oriëntering onvoldoende wapens in handen krijgen. Vele collega’s zullen dat gevoel herkennen.

Dit artikel verscheen op 6 januari 2014 in De Standaard. De auteur is chef-politiek van Doorbraak en mede-oprichter van het lerareninitiatief www.dewerkvloer.be

Personen

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties