JavaScript is required for this website to work.
post

Angst voor de islam

Vandaag: internationale dag tegen racisme en discriminatie.

Jan Maes20/3/2014Leestijd 3 minuten

Het stimuleren van derdegraadsleerlingen om vrijwilligerswerk te doen zal zorgen voor meer wederzijds respect, een sterker identiteitsgevoel, meer gemeenschapsgevoel en minder angst.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vorige week sprak ik met mijn leerlingen uit 7 Kantoor (bso). Een in België geboren ‘Marokkaan’ is volgens de definitie ‘autochtoon’, terwijl een in Polen geboren leerling in feite ‘allochtoon’ is. Deze vaststelling voelde vreemd aan. De ‘Marokkaan’ zal immers door velen blijvend beschouwd worden als een ‘allochtoon’, terwijl de Pool gemakkelijker kan doorgaan voor een ‘autochtoon’. De eerste kon nog begrip opbrengen voor racistische opmerkingen van oudere Vlamingen – zij hadden immers ‘hun’ samenleving grondig van samenstelling zien veranderen ‒, de tweede zei dat hij weinig last had van racisme en er zich ook weinig van aantrok omdat hij fier was op zijn Poolse identiteit. Toen het gesprek de relationele toer opging, zei de Pool dat hij zeker wilde trouwen met een katholieke Poolse,  twijfelde de ‘Marokkaan’ of hij zou trouwen met een niet-moslima, en zag een Vlaming het helemaal niet zitten om te trouwen met een moslima, omdat volgens hem die twee culturen totaal niet met elkaar te verzoenen zijn.

Dezelfde week legde ik mijn 107 zesdejaars aso van het nabijgelegen college de volgende stelling voor: ‘De islam is een kracht ten goede in de wereld.’ Sociologisch gezien is die groep vrij homogeen samengesteld: slechts twee moslimleerlingen, weinig leerachterstand en vooral afkomstig uit wat men de ‘middenklasse’ noemt. (Slechts) 4 leerlingen vonden de islam inderdaad een kracht ten goede in de wereld, 47 zijn tegen en 56 onbeslist. Vorig schooljaar idem dito: 6 voor, 66 tegen en 47 onbeslist. Veel van mijn geseculariseerde laatstejaars hebben blijkbaar een groot probleem met de islam. Het zijn echt geen racisten, anders had wellicht ook het jodendom een pak slechter gescoord, en dat deed het niet. Maar hoe valt die angst voor de islam te verklaren?

Godsdienstpsycholoog Dirk Hutsebaut ontwikkelde de Post-kritische Geloofsschaal. Na het invullen van een vragenlijst beland je in een of meerdere kwadranten. Het eerste kwadrant zijn de ‘orthodoxen’ die écht geloven, bijvoorbeeld in de maagdelijkheid van Maria, het tweede zijn de ‘symbolisch gelovigen’, het derde zijn de ongelovige ‘relativisten’, die wel geïnteresseerd zijn in godsdiensten, tradities, rituelen en symbolen maar op een zuiver intellectuele manier, en het vierde zijn de positief-wetenschappelijk ingestelde, atheïstische ‘externe critici’ die uitgesproken sceptisch staan tegenover gelijk welke godsdienst. De Vlaamse samenleving evolueerde van orthodox gelovigen (de overgrootouders), over symbolisch gelovigen (de grootouders) en relativisten (de ouders) tot externe critici (de jongvolwassenen). En dit groeiend aantal jonge atheïsten met hun geïndividualiseerde levensbeschouwing zonder echt gemeenschapsgevoel wordt op school en in de media geconfronteerd met een eveneens groeiend aantal ‘orthodoxe’ moslims met een bijzonder sterk en zelfs intimiderend groeps- en identiteitsgevoel die de koran even letterlijk nemen als hun overgrootouders de bijbel, die ook niet geloofden in de evolutietheorie. Onderzoek toont bovendien aan dat beide groepen een tendens vertonen tot ethnocentrisme. Gevolg: onbegrip, onbehagen en spanning nemen voelbaar toe.

Als gidsen in de Kazerne Dossin vertelden wij in 2013 aan 100 000 vaak jonge bezoekers over mensen die tijdens de Holocaust hun leven riskeerden om Joden te redden. De staat Israël eert zo’n ‘Rechtvaardige onder de volkeren’ met de Yad Vashemmedaille omdat die het juiste deed. Zo’n  goed, integer, rechtschapen mens noemen we een ‘mensj’. De meeste van mijn leerlingen kiezen als semestertaak godsdienst voor vrijwilligerswerk, waaronder 35 die een jaar lang een middag per week een hulpbehoevende bejaarde helpen bij het eten als maaltijdbegeleider. Als alle leraars levensbeschouwelijke vakken hun ‘autochtone’ én ‘allochtone’ derdegraadsleerlingen zouden motiveren en stimuleren om zich belangeloos voor anderen in te zetten, dan kunnen we elkaar vinden in een gezamenlijk beleefd (christelijk, joods, islamitisch of atheïstisch geïnspireerd) ‘humanisme’, waarin orthopraxie primeert op orthodoxie, het juiste doen op het juiste geloven. Vrijwilligerswerk is ook echt werk: je leert afspraken maken, op tijd komen, luisteren, doen wat je gevraagd wordt, samenwerken. En als beloning houd je er een goed gevoel en wederzijds respect aan over, en daardoor een versterkte identiteit, meer verbondenheid en dus minder angst, en dat is pas echt “mensj-wording”.

Professioneel gemaakt videofilmpje over het vrijwilligerswerk: Jim zit in zijn laatste jaar van de middelbare school. Eén keer per week bezoekt hij een verzorgingstehuis om bejaarden te helpen met het eten. Wat begon als een opdracht voor de school, is nu een ervaring die hem echt heeft geraakt.

http://www.checkpointtv.be/v/small-details/

Jan Maes is historicus, godsdienstleraar in aso, tso en bso en gids in de Kazerne Dossin

Foto © reporters

Personen

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties