JavaScript is required for this website to work.
Communautair

De anti-Belgische trommel

Bart Maddens3/7/2017Leestijd 3 minuten

De meest beklijvende argumenten voor confederalisme vindt de N-VA in haar eigen archief. Gaan we in 2019 opnieuw naar België bashen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vorige dinsdag publiceerden de N-VA-Kamerleden Peter De Roover en Jan Spooren in De Standaard een raak opiniestuk. Ze hekelen het feit dat het piepkleine parlement van de Cocof een belangenconflict heeft ingediend tegen het federale wetsvoorstel inzake het afkopen van studiejaren voor het pensioen. Ze besluiten: “Het is toch cynisch dat net degenen die pleiten voor de versterking van de eenheidsstaat België de federale besluitvorming graag op een onverantwoorde manier blokkeren. Het initiatief van de Cocof is een overtuigend bewijs van de noodzaak om onze sociale zekerheid te confederaliseren.”

Dat is wat men noemt een mooi binnengetrapte communautaire bal. Goed zo. Alleen jammer dat dit bizarre belangenconflict voor het overige zo goed als doodgezwegen werd in de media. Daardoor kreeg ook het opiniestuk weinig weerklank. Mij bekroop dan ook het wat frustrerende gevoel dat dit een evocatie was van wat had kunnen zijn.

Het had gekund dat dit soort van pesterige belangenconflicten door de PS schering en inslag was geweest tijdens deze legislatuur. Het had gekund dat dit de N-VA munitie had bezorgd om overtuigend te pleiten voor confederalisme, zoals De Roover en Spooren dat doen. Maar zoals ik hier al herhaaldelijk schreef is de PS al met al erg terughoudend geweest om de federale regering op een al te opzichtige wijze stokken in de wielen te steken. En binnenkort heeft de PS helemaal geen stok meer, tenminste als Benoît Lutgen zijn slag thuishaalt en een coalitie vormt met de MR in Wallonië.

Brugfunctie MR

In dat geval zou er heel wat potentiële conflictstof uit het systeem verdwijnen. We komen dan terecht in een meer normale situatie, waarbij de MR een brugfunctie kan vervullen tussen de federale en de Waalse regering. Dat zal de kans op institutionele conflicten aanzienlijk verkleinen.

De N-VA’ers zullen ongetwijfeld vreugde beleven aan de verdrijving van de PS uit alle regeringen. Toch is het wel degelijk ook een vergiftigd geschenk voor de partij. Het verhaal van de twee divergerende democratieën wordt in de nieuwe constellatie iets moeilijker om te vertellen. De Vlaamse perceptie van Wallonië dreigt immers te veranderen. Dat wordt nu een regio die, net als Vlaanderen, centrumrechts wordt bestuurd. De spectaculaire resultaten voor de PTB in de peilingen kunnen natuurlijk worden aangegrepen om Wallonië neer te zetten als een op hol geslagen ‘communistische’ regio. Maar of er ook een algemene verschuiving naar links zal zijn valt nog te bezien. Als ook MR en CdH hun positie versterken in de peilingen, dan zal dat perspectief bieden op een voortgezet centrumrechts beleid op alle niveaus.

Sinds enige tijd merk je dat de N-VA-tanker heel langzaam een bocht aan het maken is in de richting van een meer communautair discours. Er waren de petjes en de publicatie van ‘Onvoltooid Vlaanderen’. Er waren de studiedagen van Objectief V. Daarnaast valt het op dat ‘Vlaanderen’ opnieuw wat centraler staat in de propaganda van de partij. Echt opzienbarend is dat natuurlijk niet. Maar in de Helfie-campagne van 2015 was ‘Vlaanderen’ in geen velden of wegen te bespeuren.

België werkt niet

Laat ons even optimistisch zijn en ervan uitgaan dat de N-VA in 2019 opnieuw het confederalisme in de markt wil zetten. Over welke discursieve hefbomen zal de partij dan beschikken? Het hoger geciteerde vertoog van De Roover en Spooren dreigt zonder voorwerp te zijn, wegens te weinig institutionele blokkeringen. Daarnaast gebruiken de N-VA-ers geregeld het argument van het democratische deficit. Enkel met confederalisme kun je vermijden dat een federale regering geen meerderheid heeft in Vlaanderen of Wallonië. Klopt natuurlijk. Maar dat is wellicht een te intellectuele redenering om te resoneren in de brede publieke opinie. Bovendien zal het ontbreken van een federale meerderheid langs Waalse kant iets van zijn scherpte verliezen na de bocht van Lutgen. Als CdH en MR elkaar in de armen vallen zal dit hoe dan ook de indruk creëren van een quasi-federale meerderheid in Wallonië, ook al treedt CdH niet formeel toe tot de federale regering.

De meest beklijvende argumenten voor confederalisme vindt de N-VA in haar eigen archief. Neem nu het volgende citaat uit een verkiezingsfolder van 2010 : “Zo kan het niet verder in dit land. Het huidige België is een doodlopende straat. Zo blijven doorgaan heeft geen enkele zin. Niemand wordt er beter van. Een grondige staatshervorming met duidelijke afspraken over wat we nog samen willen en kunnen doen, is de enige oplossing om onze welvaart te redden. Enkel zo bereiken we onze bestemming”.

Dit soort van België bashen levert altijd een krachtig discours op. Want dat is finaal de doorslaggevende reden om te gaan voor meer Vlaamse autonomie: België werkt niet, België draait vierkant, België is een doodlopende straat enzovoort. In 2009 en 2010 heeft de N-VA met bijzonder veel succes op die anti-Belgische trommel geroffeld. In 2019 zal dat om evidente redenen moeilijker zijn. De partij kan niet tegelijkertijd de eigen federale ministers de hemel in prijzen, én beweren dat België vierkant draait.

Of toch? De communicatietovenaars van de N-VA mogen niet worden onderschat. Misschien lichtte Jan Jambon dit weekend in Het Nieuwsblad al een tipje van de sluier op : “We gaan naar de kiezer met een zwaar communautair programma. Ik leer het Belgische systeem nu van binnenuit kennen, en ik zie nog veel ruimte voor verbetering, om het zacht uit te drukken.” Benieuwd of dat electorale vonken zal doen overslaan.

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties