JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Antidiscriminatie-organisaties discrimineren

John De Wit23/2/2015Leestijd 3 minuten

De media brachten gisteren een mooi voorbeeld van hoe de antidiscriminatiewet discriminerend wordt toegepast op etnische of religieuze grond.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De klant is autochtoon

Het Minderhedencentrum deed een onderzoek naar dienstenchequebedrijven. Die gaan in twee op de drie gevallen in op de vraag van een klant om een Vlaamse en geen allochtone poetsvrouw te krijgen. Discriminatie, zo vindt het minderhedenforum in De Standaard. Het wil niet alleen de dienstenchequebedrijven harder aanpakken, maar ook de klanten die alleen een Vlaamse, en geen allochtone poetsvrouw willen. Ook die moeten bestraft worden door ze te beboeten, het fiscaal voordeel terug te vorderen en ze te schrappen als klanten. Dat kan momenteel niet en het lijkt me heel verregaand als het mogelijk zou worden.

De antiracismewet straft racisme immers bij het leveren van een dienst. Maar een klant levert geen dienst, hij doet net het omgekeerde, hij koopt een dienst. Als je redeneert zoals het Minderhedencentrum, dan kan iedere bakker of slager naar de rechter stappen als een klant zijn brood of vlees bij een concurrent koopt en deze klant niet uitdrukkelijk kan motiveren waarom hij niet bij hem gaat. Ik durf er niet aan denken welke gevolgen de foute redenering van het minderhedenforum zou hebben in de sector van de verliefdheid en de seksualiteit.

Wat betreft de bedrijven die dienstencheques leveren: de Europese rechtspraak laat toe dat discriminatie bij de levering van diensten strafbaar is. En in ieder geval is een gerechtelijke (burgerlijke) aanpak nodig. Maar de vraag is hier of een bedrijf dat ingaat op een verzoek van een klant per definitie de wet overtreedt. Ja, zegt de Europese rechtspraak. Het blijft m.i. echter betwistbaar: als een klant appelen wil en geen peren, is dat zijn recht. Moet de verkoper, die appelen én peren verkoopt, dan zeggen: néé, jij moet peren kopen? Dat is een discussiepunt, de Europese rechtspraak vindt van wel, maar persoonlijk ben ik er niet uit. Zou het niet beter zijn om de discriminatiewetten alleen maar toe te passen in de relaties tussen burgers en de staat en gesubsidieerde organisaties en niet in de relaties tussen burgers onderling?

De klant is moslim

Heel anders, ja zelfs helemaal omgekeerd, redeneert het Interfederaal Gelijke Kansencentrum (IGKC) als de klanten moslim zijn. Dan pleit het voor ‘redelijke aanpassingen’. Het gaat om islamitische mannen, doorgaans van allochtone afkomst, die niet willen dat hun vrouw door een mannelijke arts wordt behandeld. Dan stelt het IGKC geen eis tot dagvaarding tegen artsen die op het verzoek van de islamitische mannen zouden ingaan. Adjunct-directeur Patrick Charlier pleitte gisteren in La Libre Belgique immers voor het Canadese concept van accomodement raisonnable. Dat was al van toepasssing bij mensen met een beperking en houdt in dat men zoveel als mogelijk aanpassingen moet doen ten voordele van deze groep. Charlier wil dat die regeling ook gaat gelden voor moslims. Wat het minderhedenforum ervan vindt is niet duidelijk.

Dubbel beleid

Hoe zit het nu? De klanten kunnen m.i. niet gedagvaard of vervolgd worden, noch strafrechtelijk, noch burgerlijk. Maar of je nu vindt dat de leverancier van een dienst al dan niet aangepakt moet worden als hij op de discriminerende visie van zijn klanten ingaat, doet zelfs weinig ter zake. Belangrijk is vooral dat voor iedereen dezelfde regels gelden. Gelijke monniken, gelijke kappen.

Het Interfederaal Gelijke Kansencentrum huldigt een dubbel beleid. Als de klanten van een bedrijf dat een dienst levert (bijvoorbeeld een poetsvrouw) autochtoon zijn en dat bedrijf gaat in op hun discriminerend verzoek, dan moet dat bedrijf vervolgd worden. Als de klanten van een bedrijf dat een dienst levert (nl. ziekenhuizen) moslim zijn, dan moet ‘in de mate van het mogelijke’ op hun verzoek worden ingegaan volgens een Canadees concept.

Het IGKC huldigt een verschillend beleid al naargelang de aard van de klant: autochtoon of moslim. Beide criteria (discriminatie op grond van etnische afkomst en discriminatie op grond van religie) zijn opgenomen in de antidiscriminatiewet. Vanuit de filosofie van die wet moeten de klanten in beide gevallen op dezelfde manier behandeld worden. Maar ze worden dus anders behandeld en dat is … een overtreding van de antidiscriminatiewet.

Storme

Deze ongelijke behandeling toont aan dat de antidiscriminatiewet momenteel willekeurig – en dus discriminerend – wordt toegepast en in de praktijk gebeurt dat zelfs op etnische basis (omdat de moslims waarmee incidenten in ziekenhuizen zijn, doorgaans van allochtone afkomst zijn). Dat komt omdat de politici het Centrum voor Gelijkheid van Kansen hebben omgevormd zonder enige evaluatie van de werking van de antiracisme- en de antidiscriminatiewet. Die evaluatie moest al in 2012 zijn ingediend bij het parlement, maar er is nog maar net een oproep gelanceerd om een commissie op te richten om die wet te evalueren. Goed beleid is dit niet.

Professor Matthias Storme waarschuwde hier eerder al voor. Hij betoogde eerder al dat het discriminatiebegrip inhoudsloos is geworden en willekeurig wordt toegepast. Momenteel is Storme bestuurder van het IGKC. Hij zit nu uitgerekend op de juiste plaats om hier iets aan te doen.

De auteur is Justitie-expert

Lees meer over hervorming van de antidiscriminatiewet op deze link.


© Reporters

John De Wit was journalist van Gazet van Antwerpen, waar hij vooral Justitie volgde.

Commentaren en reacties