In Zur Judenfrage ontpopte de Jood (!) Karl Marx zich tot een criticus van zijn eigen gemeenschap. Marx was dan wel geen gelovige jood, hij behoorde wel tot de Joodse cultuurnatie, zoals Ludo Abicht dat omschrijft in De eeuwige kop van Jood: een geschiedenis van het antisemitisme. De uitgave dateert van 1843, en is dus ietsje ouder dan het Communistisch Manifest. De ronduit anti-Joodse uitspraken die Marx hierin deed — waarin hij Joden reduceerde tot de door antisemieten wereldwijd gebruikt karikatuur van geld-…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
In Zur Judenfrage ontpopte de Jood (!) Karl Marx zich tot een criticus van zijn eigen gemeenschap. Marx was dan wel geen gelovige jood, hij behoorde wel tot de Joodse cultuurnatie, zoals Ludo Abicht dat omschrijft in De eeuwige kop van Jood: een geschiedenis van het antisemitisme. De uitgave dateert van 1843, en is dus ietsje ouder dan het Communistisch Manifest. De ronduit anti-Joodse uitspraken die Marx hierin deed — waarin hij Joden reduceerde tot de door antisemieten wereldwijd gebruikt karikatuur van geld- en bankjoden — zijn hem vaak verweten. Of wat te denken van dit (overbekende) citaat:
‘Wat is de seculiere basis van het jodendom? Praktische noodzaak, eigenbelang… Wat is de wereldse religie van de Jood? Handel. Wat is zijn wereldse God? Geld. Geld is de jaloerse god van Israël, waar geen andere god voor mag bestaan. Geld vernedert alle goden van de mens – en verandert ze in koopwaar… De wisselbrief is de echte god van de Jood. Zijn god is slechts een illusoire wisselbrief… De schimmige nationaliteit van de jood is de nationaliteit van de koopman, van de man van het geld in het algemeen.’ (eigen vertaling – red.)
Citaat en artikel zijn al decennia voorwerp van debat. De vraag of Marx een échte — overtuigde — antisemiet was, en of hij niet later van mening veranderde, heeft nog steeds geen definitief antwoord. Was het eerste deel van zijn essay ‘slechts’ grappig en ironisch bedoeld, omdat hij in het tweede deel antisemitische complottheorieën van tafel veegde? En wat met de theorie dat zijn ‘alledaagse’, typisch Europese, eeuwenoude antisemitisme de bodem legde van zijn antikapitalisme? Waarbij Joden de kapitalisten werden in zijn communisme?
Socialisme en antisemitisme
Zulke antisemitische uithalen waren echter geen unicum in de linkse (socialistische) arbeidersbeweging van eind 19de eeuw tot de Tweede Wereldoorlog. Er waren Hitler en de Holocaust nodig om de beweging uit te zuiveren van primair antisemitisme. Al leefde dat onder Jeremy Corbyn in de Britse Labourpartij opnieuw op, tot grote verbazing van de blairites in die partij.
In Nederland was de sociaaldemocratische voorman Ferdinand Domela Nieuwenhuis een cultuurantisemiet. Zo ook de Waalse socialistische onderwijsminister Jules Destrée — die van de Lettre au roi sur la sép aration de la Wallonie et de la Flandre. Die hing een – volgens Ludo Abicht – ‘nietzscheaans en vitalistisch geïnspireerde rassentheorie’ aan die de meerderheid in de Belgische Werkliedenpartij koesterde. Het antisemitisme van die heren wordt ‘alledaags’ genoemd, in de typologie. ‘Banaal’, zeg maar. Maar was het daarom minder ongevaarlijk?
‘Joodse Neger’
Terug naar Marx, die dus een pamflet schreef over de ‘Jodenkwestie’. (Alleen al het erkennen van het feit dat er zo’n kwestie is, spreekt boekdelen.) Het zou een reden zijn om ’s mans standbeelden aan te vallen, te bekladden en te besmeuren, te vernietigen. Maar neen. Antisemitisme mag, volgens de door BLM geïnspireerde relschoppers.
Is antisemitisme dan geen vorm van verwerpelijk racisme? Schreef Marx naar zijn bloedbroeder Frederick Engels niet met veel sympathie dat de Franse etnoloog Pierre Tremaux ‘had aangetoond het gewone negertype een degeneratieve vorm is van een veel hoger mensentype’? De etnoloog was overigens ook populair bij de nationaalsocialisten.
Niet alleen over Joden en ‘negers’ doen Marx en Engels meewarig, ze schrijven even misprijzend over Slaven, Bedoeïen, Chinezen. Hoogstens ‘Germanen’ en ‘Magyaren’ kunnen op hun respect rekenen. Naar Engels schreef hij in 1879 dat de badplaats Ramsgate was ‘vergeven van Joden en vlooien’. De Duitse socialistische politicus Ferdinand Lasalle noemt hij in briefwisseling verder ‘een Joodse neger’. Ook voor Latino’s liep Marx niet erg warm. Nog maar net na de Mexicaans-Amerikaanse oorlog, waarbij de VS Californië annexeerden, merkt Marx op: ‘Is het een ongeluk dat het prachtige Californië werd ingenomen door de luie Mexicanen die niet wisten wat ze ermee moesten doen?’
Overduidelijk
Ondanks citaten uit de briefwisseling tussen de stichters van het socialisme, bestaat er heel wat literatuur om aan te tonen dat Marx géén antisemiet, noch racist was. En toch, één tekst van Marx wordt daarbij steevast over het hoofd gezien. In The Russian Loan, gepubliceerd in The New York Daily Tribune (4/1/1856) toont Marx hoe grotesk en karikaturaal zijn antisemitisme was.
‘Zo vinden we elke tiran gesteund door een Jood, zoals elke paus door een jezuïet. In werkelijkheid zouden de verlangens van de onderdrukkers hopeloos zijn, en de uitvoerbaarheid van de oorlog uit den boze, als er geen leger van jezuïeten was om de gedachte te verstikken en een handjevol Joden om de zakken te plunderen.
… het echte werk wordt gedaan door de Joden, en kan alleen door hen worden gedaan, omdat zij de machinerie van de leenmysteries monopoliseren door hun energie te concentreren op de ruilhandel in waardepapieren… Hier en daar en overal waar een kleine investering in de hoofdstad wordt gedaan, is er ooit een van deze kleine Joden bereid om een kleine suggestie (beleggingstip — red.) te doen of een klein beetje te lenen. De slimste struikrover in de Abruzzen is niet beter geïnformeerd over de plaats van het harde geld in een reiskoffer of -tas dan Joden over enig los kapitaal in de handen van een handelaar… De taal die gesproken wordt ruikt sterk naar Babel, en het heersende parfum is geenszins een keuze.
… Zo worden deze leningen, die een vloek zijn voor het volk, een ruïne voor de houders, en een gevaar voor de regeringen, een zegen voor de huizen van de kinderen van Juda. Deze Joodse organisatie van woekeraars is voor het volk net zo gevaarlijk als de aristocratische organisatie van landeigenaren… De fortuinen die deze woekeraars vergaren zijn immens, maar de onrechtvaardigheden en het leed dat het volk daardoor wordt aangedaan en de bemoediging die zo aan hun onderdrukkers wordt gegeven, moeten nog worden verteld.
… Het feit dat 1855 jaar geleden Christus de Joodse geldwisselaars uit de tempel verdreef, en dat de tollenaars van onze tijd zich weer aan de kant van de tirannie hebben geschaard, is misschien niet meer dan een historisch toeval. De lenende Joden van Europa doen alleen op een grotere en meer onaangename schaal wat vele anderen op een kleinere en minder belangrijke schaal doen. Maar het is alleen omdat de Joden zo sterk zijn, dat het tijd is en opportuun is om hun organisatie aan de kaak te stellen en te stigmatiseren.’ (eigen vertaling – red.)
Biologie
De Nederlandse prof Europese studies Erik Van Ree relativeert in een artikel het raciaal-determinisme van de stamvaders van het socialisme. Eugenetica-historica Diane M. Paul wijst er wel op dat Marx en Engels met hun ‘raciale denken’ niet alleen stonden. Ze noemt hen ‘extreem racist’ noch ‘antiracist’. ‘Hun gebruik van biologie was sporadisch, ad hoc en inconsistent,’ schrijft ze in een artikel over marxistische visies op racisme. Ze deelden de ’typische attitudes van 19de-eeuwse Europeanen voor wie het normaal is om een culturele hiërarchie te koppelen aan een biologisch substraat.’
Marx en Engels reduceerden cultuur dus te pas en te onpas tot biologie. Genetica was hen nog onbekend. ‘Iedereen’ redeneerde toen nog in raciale termen. Pas sinds enkele decennia weten we dat rassen niet bestaan. Er zijn gemiddeld meer genetische verschillen tussen twee zwarten dan tussen een witte, een zwarte of een gele mens. Maar pleit hen dat vrij? Volgens de BLM-aanhangers pleit dat het gros van de (uiteraard vooral mannelijke) witte bevolking niét vrij. Ook al hebben die mensen evenmin toegang tot (populair)wetenschappelijke inzichten over biologie en genetica.
En toch zijn er geen oproepen om de geestelijke vader van het socialisme van zijn sokkel te halen. Toch zijn er geen pleidooien hem te bekladden of er een ’tegenstandbeeld’ tegenover te plaatsen. Vanwaar die selectieve verontwaardiging?
Democratisch socialisme
Slotbedenking. Op Twitter doet dit bericht de ronde: een deel van de niet specifiek toebedeelde giften voor ‘Black Lives Matter’ gaat naar de presidentscampagne van Joe Biden, of naar de acties van ‘democratisch socialist’ Bernie Sanders. Bezwaarlijk marxistische initiatieven. Maar Bernie zal ook wel de laatste zijn om Marx zijn standbeeld niet langer te gunnen.
When you click to donate to Black Lives Matter, it takes you to ActBlue. If donated money goes unclaimed, ActBlue disperses the money however they want. These are their top expenditures so far in 2020. pic.twitter.com/hHlaLrBROt
— Jason Buttrill (@JasonButtrill) June 11, 2020
Op de BLM-betoging in Parijs vorige week, werden dan weer antisemitische spreekkoren opgemerkt …
"Sales juifs", crient des manifestants antiracistes ulcérés par une banderole de #GénérationIdentitaire pour les victimes de racisme antiblancs.
#racismenantiblancs #immigration #remigration #adamatraore #affairetraore #justicepouradama pic.twitter.com/zO4OGJeVtU
— Valeurs actuelles ن (@Valeurs) June 13, 2020