JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Arabieren, word Chinees!

Koenraad Elst16/5/2017Leestijd 5 minuten

Zouden de vooroordelen van de immer racistische Vlamingen tegenover allochtonen wegkwijnen mochten ze Chinees spreken?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In een vraaggesprek toonde neovrijzinnig wijsgeer Patrick Loobuyck zich erg positief tegenover het gesuggereerde idee om Arabisch op Vlaamse scholen aan te leren. Naar aanleiding daarvan ontspon zich op de sociale media een debat over de verdiensten van en bezwaren tegen zijn standpunt. Gezien het in beginsel niet-openbare karakter van die media ga ik de geschetste gezichtspunten niet aan namen verbinden; het gaat mij alleen om die meningsuitingen.  

Chinese inwijking

Sommigen wijzen erop dat de Chinese immigratie al van voor de Eerste Wereldoorlog dateert en veel minder controversieel is dan de Arabischtalige; en dat dat (naast evidente economische overwegingen) eerder in de richting van een opleiding Chinees voor de Vlaamse schoolkinderen pleit. In Franse elitescholen bestaat die optie al jaren. Een pleitbezorger van het Arabisch denkt slim te zijn en werpt daarop tegen dat uit kranten van 1919 blijkt hoe de eerste Chinese inwijkelingen toen ook een slechte reputatie hadden, zoals de Arabieren vandaag. Zie je wel, zo impliceert hij, dat alle inwijkelingen eender zijn, namelijk een onbeschreven blad dat hulpeloos voorwerp wordt van steeds dezelfde xenofobe vooroordelen vanwege de immer racistische Vlamingen.

Een belangrijk verschil betreft alvast hoe die reputatie gemaakt is: toen ventileerden de kranten nog de toogpraat die hun lezers met hun redacteuren deelden, en vergrootten ze enkele onaangename incidenten met nog onaangepaste recente inwijkelingen in het toen zeer kneuterige Vlaanderen uit tot een brede ‘reputatie’. Nu gebeurt net het omgekeerde: de media proberen allochtonen met alle geweld tegen kritische gevolgtrekkingen af te schermen, bijvoorbeeld door allochtone misdaden te verzwijgen (zie Keulen) of door de identiteit van de daders weg te moffelen, terwijl ze gebeurlijk positief nieuws massief uitvergroten. Ondanks de zeer stelselmatige inspanningen van de leugenpers geraakt het ‘vooroordeel’ bij de massa tegen de nieuwere allochtonen echter niet weggewerkt, terwijl diezelfde negatieve houding tegenover Chinezen niet meer blijkt te bestaan.

Integendeel, de Chinezen, hoewel vaak nog in hun vrije tijd aan hun herkomstidentiteit vasthoudend, blijken nu in hetzelfde bootje te zitten als de autochtonen. In Parijs hebben de jongste jaren Oost-Aziatische inwoners meermalen betoogd om van de regering te eisen dat zij optreedt tegen de Noord-Afrikaanse bendes die hen terroriseren. 

Talenonderwijs

Als oriëntalist die zowel Chinese als Arabische leergangen doorgemaakt heeft, meen ik goed genoeg geplaatst te zijn om eerst een mening over de grond van de zaak te geven, te weten het voorstel om Vlaamse schoolgangers een opleiding in een exotische taal voor te schotelen. Wat dat betreft geloven de meeste Vlamingen niet genoeg in hun mogelijkheden, en meer algemeen in de menselijke mogelijkheden op dat gebied. Men begint hier ettelijke jaren te laat met vreemde talen, met Frans als tweede taal doorgaans pas vanaf het vijfde leerjaar. In werkelijkheid zijn kleuters van nature leergierig en kunnen ze zich spelenderwijs meerdere vreemde talen eigen maken.

Dat men met een andere taal dan het Engels begint, vind ik vanuit het humaniora-ideaal een verstandige keuze. De ervaring wijst uit dat wie Engels leert, zich nooit nog een andere taal behoorlijk eigen maakt;  zie de huidige Vlaamse jeugd, en zie de talen-onkundige Engelse moedertaalsprekers. In de geglobaliseerde wereld van vandaag valt een leergang Arabisch of Chinees, vanaf het tweede leerjaar of zo, zeker te overwegen. Voor mijn part mag die zelfs het wegdeemsterende en onnodig ingewikkelde Frans vervangen (terwijl het nauw verwante Duits met ocharme een uurtje meer per week al veel grondiger zou kunnen eigen gemaakt worden), maar dat is een politieke keuze die ik aan de bevolking overlaat. Gezien de armzalige resultaten van de huidige intense scholing in het Frans zal men het hier niet geloven, maar het is zeer wel mogelijk om Vlaamse tieners naar het niveau van redenaars als Mao Zedong of Osama Bin Laden op te tillen.

Willen wij echter zulk talenonderricht?  Een vreemde taal leer je om haar sociaal-economisch nut of om haar culturele meerwaarde. Het Chinees voldoet een beetje aan de eerste voorwaarde, met de toenemende economische macht en politieke aanwezigheid van China, en zeer ruim aan de tweede. Het heeft een schrift dat veel van het geheugen vergt (voor leerlingen in de lagereschoolleeftijd een kolfje naar hun hand) maar in andere opzichten is het een spotgemakkelijke taal.

Het Arabisch is een redelijk ingewikkelde taal met een alfabetisch schrift dat door zijn talrijke fonetische eigenaardigheden ook veel van het geheugen vergt, maar niet moeilijker dan het Frans, dat alle Vlamingen geacht worden onder de knie te krijgen. Echter, het voldoet volstrekt niet aan de tweede voorwaarde, wel een beetje aan de eerste, hoewel het economisch belang van onze betrekkingen met de Arabischtalige wereld marginaal is en niet vermeerdert. Met het nakende einde van onze afhankelijkheid van aardolie zal het eerder verminderen.

Moslims en Arabisch

Wat de allochtonen betreft: Arabisch is niet eens de taal van de meerderheid onder de moslims (Turken, Koerden, Afghanen, Somaliërs), noch van zelfs maar de Marokkanen. (Wij hoeven het arabiseringsbeleid van de Marokkaanse bovenklasse tegenover de Berbers niet te volgen.) En dan hebben we het niet eens over de vele Oost-Europeanen, noch over de beginselkwestie of de Vlamingen hun taalbeleid van hun gasten moeten laten afhangen.

Het Arabisch wordt alleen gepromoot omdat het de taal is van de islam. Voor de moslims is het een strategische zet voorwaarts, voor de multiculti’s eerder pluimstrijkerij tegenover de nieuwe machthebbers en een vuist tegen de gehate Vlamingen, in het bijzonder de ‘islamofoben’. Maar aan de Koran hebben wij niets te danken; er staat niets in dat ons vooruit zal helpen.

Let wel, ik heb aantoonbaar niets tegen het Arabisch. Zodra het op een open forum over islamkritiek begint, zijn er regelmatig overijverige Vlamingen die die ‘woestijnklanken’ menen te moeten aanvallen, zo van: ‘Arabisch is geen taal, het is een spraakgebrek.’ Nee, zeg ik dan, Arabisch is een wereldtaal. Dat is misschien het gevolg van de islamitische expansie, akkoord, maar ook de verspreiding van het Engels resulteert niet uit beschavingshoogstandjes als Hamlet of On Liberty, maar uit gewonnen oorlogen. Dat de VS en Australië Engels spreken, komt door gewelddadige invasies, en dat geldt zelfs voor het Engelse stamland. Dat het Arabisch vreemde keelklanken heeft, ach, het Nederlands heeft meerdere klinkers die in de meeste talen niet voorkomen; herinner je wat buitenlandse zenders allemaal maakten van de slotklinker in ‘Herman Van Rompuy’.

Een van kolonel Qadhafi’s sympathiekste wapenfeiten is dat hij, TAK-gewijze, de Engelse opschriften uit de luchthaven van Tripoli verwijderde: ‘Ze zullen dan wel Arabisch leren!’ Aardig, maar dat maakt het Arabisch nog altijd geen geschikt alternatief voor Frans als tweede taal. 

Integratie

Maar goed, de Chinezen werden in hun beginjaren met rare gewoonten en misdaad vereenzelvigd, zoals de ‘kutmarokkaantjes’ (dixit Yves Desmet) nu. Daar reiken onze multiculti’s onwillekeurig eigenlijk de oplossing voor het hele probleem aan. Zij vragen voor hun lievelingen allerlei aandacht, straathoekwerk, voorrechten en geld, geld, geld. Daaruit zou dan, als door toverij, de onstoffelijke waarde van de ‘integratie’ uit omhoogdampen. Maar dat is helemaal niet wat het negatieve beeld van de Chinezen tot een herinnering gemaakt heeft, zelfs een in brede kring volledig vergeten herinnering zonder ook maar het minste actuele belang.

De Chinezen hebben nooit om voorrechten of bijzondere aandacht gevraagd. Het hele idee bestond toen nog niet, en nu het wel bestaat en zelfs alles overwoekert, vragen zij er nog steeds niet om. Zij hebben de hand aan de ploeg geslagen en hebben zich van gans onderaan omhoog gewerkt. Zij hebben de cultivering van hun identiteit tot hun privé-leven beperkt en er niemand mee lastiggevallen. En vooral: zij zijn niet vervallen in een eeuwig gekanker en laster tegen hun weldoeners, de zeer verdraagzame Vlaamse bevolking. Zij zijn, voor alle praktische doeleinden waar hun medeburgers mee te maken krijgen, Vlaming onder de Vlamingen geworden.

Het blijkt ook niets met ras te maken te hebben, net zo min als de Vlaamse vooroordelen, want zij zijn lijfelijk veel gemakkelijker te onderscheiden dan vele Maghrebijnen, de meeste Syriërs of Albanezen, en alle Bosniërs, die gewoon blank blijken te zijn. Zij zijn een levende weerlegging van het hele multiculti-vertoog. De oplossing voor Arabischtalige en andere allochtonen ligt dan ook voor de hand: leer van de Chinezen.

Foto: (c) Reporters

Koenraad Elst (1959) is orientalist. Hij werkte als politiek journalist bij diverse Vlaamse en Indiase media, van Trends en Punt tot The Pioneer en Pragyata Magazine, als assistant buitenlandbeleid in de Belgische senaat, en als gastprofessor in twee Indiase universiteiten. Zijn eigenlijke roeping vindt men echter in de tientallen onderzoekspapers en een dertigtal boeken, vooral over de belangrijkste hangijzers in de antieke en hedendaagse feiten- en ideeëngeschiedenis van India, en verder over faits divers als de islam.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.