JavaScript is required for this website to work.
Europa

Arm, oud en dom

ColumnJohan Sanctorum25/6/2016Leestijd 4 minuten

De Britse anti-EU-stemmer wordt geprofileerd als een antipolitieke randdebiel. Shakespeare vertelt ons waarom…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na de talloze Brexit-voorspellingen, waarbij vooral de doemscenario’s elkaar opstapelden, vergelijkbaar met de millennium-catastrofe die ons op 1 januari van het jaar 2000 te wachten stond, is het nu tijd voor een nieuwe stroom koffiediksessies van meestal dezelfde analisten, maar dan rond de vraag welk soort (on)mens die leave-stemmer eigenlijk wel is. Want u moet weten dat analisten nu eenmaal tot de beter gesitueerde helft van deze samenleving behoren (journalisten, oud-politici, proffen en al wat eindigt op het achtervoegsel ‘-loog’), ook wel genoemd ‘het establishment’, en dat de foute uitslag gewoonweg ligt aan de foute kiezers. Een profiel van de Britten die zich uit de EU stemden, tekent zich nu duidelijk af. Ten eerste zijn ze arm en hebben ze uit pure miserie ‘neen’ gestemd, de sukkels. Ten tweede zijn het chagrijnige oudjes die de hippe jongeren een stralende Europese toekomst hebben ontnomen. Maar vooral, ten derde: ze zijn laag-ontwikkeld en dom, ze snappen het niet, en ze hebben zich laten belazeren door rattenvangers als Nigel Farage.

Arm, oud en dom. De ongeschoolde, stinkende plebejer met rotte tanden (François Hollande: ‘les sans-dents’) heeft gesproken en de ondraaglijke walm hangt tot in de tv-studio’s. Ze hebben dan wel gewonnen, maar wat is de overwinning waard van een opgehitste meute bange blanke oude randdebielen? Gisteren, 24 juni, nam analist Herman Van Rompuy, ex-voorzitter van de Europese Raad (en dus zeker onbevooroordeeld), in VRT-Terzake voortdurend het woordje ‘haat’ in de mond als het ging over de anti-EU-kiezers, terwijl hij zelf zijn haat met moeite kon verbergen tegenover dit domme plebs waaraan werkelijk geen democratie besteed is. Het moge een troost wezen dat hij spoedig zal uitsterven, die anti-EU-stemmer. Is het niet van ouderdom, dan van armoede of van mentale insufficiëntie.

Populisme’

Dat misprijzen voor de antipolitiek van de foutstemmers is niet nieuw. Het heet dat ze de democratie misbruiken via een foert-stem die het normale politieke spel van de serieuze politici zoals Daniël Termont verpest. In 2004, daags na de fameuze Zwarte Zondag, bulderde professor Vermeersch doorheen de radio tot het kwart Vlamingen dat op de verkeerde partij had gestemd: ‘Ge moest beschaamd zijn!’. Legendarische woorden die eigenlijk impliciet pleiten voor een herinvoering van het cijnskiesstelsel: wie politisch unfähig is (de term stamt uit de nazi-retoriek), verdient eigenlijk zijn stembrief niet. Wie modern is, hip, progressief, goed opgeleid krijgt er in tegendeel drie, en zo naar beneden volgens talent, IQ, maatschappelijke verdienste en euh… inkomen want dat hangt dikwijls samen. Geleide democratie: het is de enige mogelijkheid om het afbraakwerk van de (extreem-)rechtse populisten te counteren.

Populisme. Het is een vreselijk woord waaraan een enorm dédain kleeft voor het klootjesvolk. Het tracht zowel de politici te stigmatiseren die zich er zogenaamd aan bezondigen, als de kiezers die er zich zogenaamd aan laten vangen. Maar waarom is dit woord een scheldwoord? Mag het volk niet spreken? Gelooft de elite waarlijk dat er zoiets is bestaat als politiek-correct en politiek-fout, en dat het gepeupel (een woord dat verwant is met ‘populisme’) in zeven sloten tegelijk loopt als het niet zorgvuldig begeleid en gestuurd wordt? Dan gelooft die elite ook niet in zoiets als buikgevoel en gezond verstand, en dat is een probleem, nog veel groter dan alle Euro-exits samen: het waanidee dat democratie enkel de genoeglijk spinnende motor mag zijn van de maakbare samenleving met weldenkende burgers die het systeem niet meer in vraag stellen.

En daar komt het nu net op aan: in de volksraadpleging vervalt heel het systeem van filters, buffers, particratie en cordons, en krijgt de burger eindelijk de macht die hem toekomt maar steeds weer ontnomen wordt. Hij is, heel even, geen wieltje meer in het raderwerk, maar kan als nar, vanuit de onderbuik, het reguliere script van het politieke theater doorkruisen.

Grafdelvers

Herhaaldelijk moest ik aan de allergrootste Brit, William Shakespeare, denken gedurende de afwikkeling van het Brexit-epos, omdat hij als autentiek Europees erfgoed eigenlijk heel dat EU-gezemel hemelhoog overstijgt. In Hamlet laat de schrijver, midden het drama, twee grafdelvers (clowns) verschijnen die met luchtige spot, in quasi zinloze frases, heel het theater, zoals het zich tot dan toe voordoet, letterlijk op een hoopje vegen. Ze begraven de dode Ophelia, maar hebben vooral aandacht voor het weer, en prijzen de grafdelverskunst, die ‘een huis maakt dat moet meegaan tot de dag van het laatste oordeel’. Terloops delven ze zelfs een schedel op van hun voormalig idool, de nar Yorick (Nigel Farage?), en wuiven hem postuum alle lof toe.

In deze scène lacht Shakespeare met de hoofdacteurs, het theater, het stuk, met zichzelf, en met heel het systeem dat mensen als marionetten laat meedraaien. Voor mij zet de auteur de gravedigger in het verhaal neer als de ‘Leave’-stemmer, de buitenstaander die vol ironie en sarcasme het verhaal parodieert en zelfs kaapt. De analisten hebben gelijk: de ‘neen’-stem is niet serieus te nemen, het is een grap, als veegde iemand zijn gat af met de stembrief, wat het daardoor juist bijzonder relevant maakt.

Het feit dat het grafdelven misschien wel het tweede oudste beroep ter wereld is, kan er op wijzen dat het zogenaamde populisme minder een zaak van opruiers is, dan wel van menselijk vanitas-gevoel (ijdelheid der ijdelheden) en zwarte humor die zich tegen de macht keert. De exit-stem is de ultieme tegenstem, een heilzame schok, het uiterste van wat een democratie vermag. Laten we deze clown koesteren, zeker nu die democratie door haar echte antipode wordt bedreigd, in de vorm van een religieuze ideologie die dood en terreur zaait.

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Categorieën
Tags

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties