JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Armworstelen tussen Homans en Thiéry

Pieter Bauwens5/10/2015Leestijd 4 minuten

Soms moet je de oplossing wat forceren, afwachtend of Thiéry in Linkebeek op een dag zal inzien dat hij in Vlaanderen woont. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Waarover gaat het?

Het verhaal begint in 2006 toen de burgemeesters van Linkebeek, Kraainem, Wezembeek-Oppem en Sint-Genesius Rode Franstalige oproepingsbrieven verstuurden. Dat was in strijd met de Vlaamse regels die waren vastgelegd in de omzendbrief Peeters. De Peeters in kwestie is Leo Peeters, een socialist uit Kapelle-op-den-Bos (Vlaams Brabant), minister in de Vlaamse regering van 1995 tot 1999, de tijd van minister-president Luc van den Brande. Die omzendbrief voorziet een strikte interpretatie van de faciliteiten: Franstaligen moeten elke keer opnieuw vragen om van hun recht gebruik te maken in het Frans met de overheid te corresponderen. De Vlaamse faciliteitengemeenten moeten dus eerst alle documenten in het Nederlands versturen, waarna wie dat wil, een Franstalige vertaling kan vragen. Ondanks juridisch tegenwerk van de Franstaligen heeft de Raad Van State (RVS) die omzendbrief niet geschrapt. Volgens de RVS heeft de Vlaamse regering het recht om de taalwet te interpreteren en zou een ruime interpretatie van de faciliteiten, zoals de Franstaligen die verdedigen, neerkomen op een feitelijke tweetaligheid, waarbij de gemeente een lijst met de taalvoorkeur van de inwoners bijhoudt, en dat is ongrondwettelijk.

De voorgangers van minister Homans (N-VA), Geert Bourgeois (N-VA, 2009-2014) en Marino Keulen (Open VLD,  2004-2009) hebben allemaal dezelfde weg gevolgd: de burgemeesters in de Rand die de taalwet overtreden hebben, worden niet benoemd.

De vaudeville met de oproepingsbrieven herhaalde zich bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2012. Na verklaringen van Damien Thiéry, dat ook hij voor die verkiezingen Franstalige oproepingsbrieven zou sturen, nam de Vlaamse regering het initiatief dit zelf te doen, via de gouverneur. Resultaat: in sommige gemeenten kregen de inwoners drie oproepingsbrieven. Of hoe zelfs preventie de Franstalige onwil niet kon voorkomen.

Dat verhaal van de omzendbrief Peeters kent u al: het mag niet. En dus weigerde de toenmalige minister van Binnenlands Bestuur, Bourgeois, Thiéry te benoemen. Thiéry trok daarop naar de Raad van State; sinds de zesde staatshervorming is niet langer de Nederlandstalige kamer, maar de voltallige (Franstalige en Nederlandstalige) Raad Van State bevoegd. Dat was speciaal zo geregeld in de zesde staatshervorming. U moet weten dat die kamer niet helemaal evenredig is samengesteld, per zaak wisselt het voorzitterschap (een Franstalige wisselt af met een Nederlandstalige) en bij gelijk aantal stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend, dus met een Franstalige voorzitter zouden de Franstaligen het laken naar zich toe kunnen trekken. Damien Thiéry noemde dit ‘Russische Roulette’. Die heeft hij gespeeld en … verloren. De Raad van State wees het beroep van Thiéry tegen zijn niet-benoeming in juni 2014 af.

De reactie van de Linkebeekse Franstaligen: een nieuwe voordracht van dezelfde afgewezen kandidaat, terwijl het Vlaamse decreet duidelijk zegt dat zoiets niet mag, tenzij er ‘nieuwe feiten’ zijn. Volgens Thiéry is er een nieuw feit: hij benadrukt hij dat hij de wet zal respecteren en bij een volgende stembusgang de oproepingsbrieven in het Nederlands zal verzenden. Maar daarmee was de huidig minister van Binnenlands Bestuur, Liesbeth Homans niet te vermurwen, de RVS ook niet trouwens.

Tussentijdse conclusie: de Vlaamse regering staat juridisch recht in haar schoenen. Damien Thiéry heeft wetens en willens de taalwet overtreden en kan daardoor niet als burgemeester benoemd worden, ook niet als hij belooft om het nooit meer te doen. Het relaas toont ook aan dat Thiéry ook niet kan betrapt worden op een actie die een oplossing mogelijk maakt. Hoewel opiniërend Vlaanderen zo tuk is op compromissen, wordt dat aspect zelden belicht.

Homans

Na het hele gedoe greep Homans, als Vlaams Minister van Binnenlands bestuur, in. Toen de voordracht van opnieuw Thiéry als kandidaat-burgemeester echt te belachelijk werd, benoemde Homans Yves Ghequière als burgemeester, de tweede verkozene op de lijst van Thiéry (die lijst haalde in Linkebeek 79 procent van de stemmen in 2012). Ghequière weigerde. De Franstalige meerderheid koos daarmee voor de confrontatie en die heeft ze gekregen. Dat heeft nu geleid tot een tweede move van Homans: de benoeming van de Nederlandstalige Eric De Bruycker (zijn partij heeft 2 van de 15 zetels in de gemeenteraad en geen schepenen – die in een faciliteitengemeente rechtstreeks verkozen worden trouwens – om het allemaal nog ingewikkelder te maken). Het te verwachten huilkoor uit Franstalig België kwam er ook, zonder de grote woorden te schuwen, zo kennen we ze weer. Het gehuil van de Franstaligen en de grote woorden in de pers zijn leuk voor de pers, maar voegen verder niets toe aan het debat. Het is de onverzettelijkheid van de Franstaligen die Homans tot die zet heeft gebracht.

De vraag is niet of De Bruycker een goede burgemeester zal zijn, de vraag is hoe de partij van Thiéry zal reageren. Kiezen ze voor een oplossing of kiezen ze voor een verdere confrontatie met de Vlaamse regering? Zullen ze mobiliseren en de gemeenteraad onmogelijk maken? Goed, als statement kan dat tellen, maar wat de dag nadien?

Misschien wordt het tijd om tot de kern van het probleem te komen. Thiéry vindt dat Linkebeek niet bij Vlaanderen hoort, maar bij Brussel. Het is legitiem dat hij die overtuiging politiek verdedigt, maar hij zal zich moeten neerleggen bij de huidige institutionele en juridische situatie. Hij mág de held uithangen, maar zal bereid moeten zijn daar de gevolgen van te dragen.

Verzoener

O ja, u had misschien al vernomen dat Damien Thiéry lid was van de MR. Dat komt omdat na de splitsing van de MR en het FDF, de heer Thiéry verkoos naar de MR te gaan. In de studio van Terzake zei hij bij die gelegenheid (20 december 2013): ‘op een bepaald moment moet je tot een compromis komen. Dat was volledig onmogelijk bij het FDF. Ik ga mijn ideeën niet laten vallen, maar ik ben geen extremist, ik sta open voor discussie. Die cultuur vind ik bij de MR.’ En ‘op een bepaald moment moeten we naar g-het compromis gaan’. Benieuwd toch of dat moment nu niet gekomen is in Linkebeek.

Vragen

Waarom wordt Homans aangesproken op haar compromisbereidheid (toegeven aan Thiéry), maar wordt die vraag nooit gesteld aan Thiéry? Hoe komt het dat in die andere faciliteitengemeenten wel burgemeesters zijn benoemd en niet in Linkebeek? ligt dat werkelijk aan Homans?

Waarom is in het ‘Vlinderakkoord’ gekozen voor alweer zo’n Belgisch rot compromis dat de zaak niet in de kern oplost en pacificatie niet dichterbij brengt? De kern van het probleem is ook al zo’n rot compromis: de faciliteiten. De bedoeling van die faciliteiten is dat Franstaligen kunnen zeggen dat die gemeenten toch niet helemaal Vlaanderen zijn en Vlamingen kunnen zeggen dat die gemeenten wel Vlaanderen zijn (of omgekeerd, maar grote problemen zijn er enkel in Vlaamse gemeenten met faciliteiten voor Franstaligen). En dan hebben we het nog niet over de interpretatie over het blijvend of uitdovend karakter van die faciliteiten. De zesde staatshervorming was nog maar eens een gemiste kans om de problemen echt op te lossen, net zoals de vijf daarvoor. En wie weet wat ons nog te wachten staat, want al zit niemand erop te wachten, een vervolg komt er zeker.

Foto (c) Reporters 

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties