JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Asielverleningsplicht: een onhoudbaar dogma?

ColumnBoudewijn Bouckaert19/9/2015Leestijd 3 minuten

Volgens Boudewijn Bouckaert moet de asielverleningsplicht van de Conventie van Genève vandaag herbekeken worden voor de EU-lidstaten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In een democratisch debat zouden er geen taboes mogen bestaan. Dat is jammer genoeg niet zo in Vlaanderen. Toen Bart De Wever, Patrick Dewael en Gwendolyn Rutten naar aanleiding van de toestroom van asielzoekers het aandurfden te opperen dat het statuut van de vluchtelingen misschien eens moest herbekeken worden, brulde het politiek correcte koor unisono dat dit onmogelijk was want in strijd met de Vluchtelingen Conventie van Genève van 1951 en het Protocol hierbij van 1967. Juridisch is dit laatste correct. Politiek gezien daarom nog niet. Gewijzigde politieke, economische en sociale omstandigheden kunnen vereisen dat men wetten moeten wijzigen en verdragen moet herzien of heronderhandelen. Dat geldt ook voor de Conventie van Genève.

Het asielbegrip is zo oud als onze westerse cultuur. In het antieke Griekenland en Rome werden religieuze plaatsen zoals tempels erkend als toevluchtsoorden voor mismeesterde slaven. Als de slaaf de mismeestering kon bewijzen kon de meester tot verkoop van de slaaf worden gedwongen. In christelijk Europa werd die functie verdergezet door de kerken. Personen, beschuldigd van zware misdrijven zoals moord, konden een onderkomen vinden in kerken en de omgeving ervan. Gedurende eeuwen bood de religie via het asiel een mildering voor de wreedheid van de profane wereld. Met de liberale revoluties in Europa veranderde dit grondig. Liberale rechtstaten zagen het als hun plicht slachtoffers van politieke vervolging in reactionaire politiestaten onderdak te verlenen. Zo vond Karl Marx, vervolgd door de Pruisische politie, asiel in het door hem nochtans verfoeide kapitalistische Engeland. 

Het 19e-eeuwse asielgebeuren had betrekking op leden van politiek actieve elites. Het had op verre na geen massakarakter. Dat veranderde in de 20e eeuw met de opkomst van totalitair-socialistische regimes, gebaseerd op ras- en klassenvervolging. Deze regimes brachten massale vluchtelingenstromen op gang met als culminatiepunt de Tweede Wereldoorlog, resulterend in echte volksverhuizingen. In de naweeën van de Tweede Wereldoorlog kwam de Vluchtelingenconventie van Genève tot stand, waarbij elke verdragsstaat een asielverleningsplicht voor Europese politieke vluchtelingen op zich nam. Dit was vooral van toepassing op de vluchtelingen die over het IJzeren Gordijn geraakten of de fascistische regimes in Spanje en Portugal konden ontvluchten. 

In het Protocol van 1967 werd het systeem uitgebreid over de gehele wereld. De wereld van 1967 zag er echter anders uit dan de huidige. Vooreerst zat een kleine helft van de wereld gevangen achter een IJzeren Gordijn, zuchtend onder regimes die mensen als hun economisch kapitaal beschouwden. Voorts waren de globale communicatiekanalen oneindig meer beperkt. De bevolkingen in dictatoriale derdewereldstaten wisten op verre na niet waar Europa lag, en hadden geen weet van de mogelijkheden hier op de arbeids- en uitkeringsmarkt. Ten slotte waren de betrekkingen met het nabijgelegen Midden-Oosten vrij stabiel, dankzij de niet-fundamentalistische Arabisch-nationalistische regimes. In die context was het asielregime van 1967 humaan en realistisch, dus houdbaar. Sinds de laatste decennia is deze context totaal omgeslagen. Door de val van de Muur is de wereld de facto één vrije reiszone geworden. Dank zij de communicatierevolutie kan men in de diepste brousse van Afrika aan uitkeringsvergelijking tussen westerse landen doen. Ten slotte, voor wie het nog niet wist, sinds 2001 is het Westen in oorlog met de radicale Islam. Deze gewijzigde omstandigheden hebben niet alleen geleid tot een ongeziene massificatie van de asieltoestroom, maar brengen ook mee dat de toestroom als een potentieel gevaar kan gezien worden voor de politieke stabiliteit van de westerse landen. Het westen heeft het al moeilijk met de integratie van de huidige islamitische migranten. Een bruuske stijging van deze populatie kan het moeizame integratieproces van de huidige migranten grondig overhoop gooien. 

Het is dus niet onredelijk om een discussie op te starten over de herziening van de Vluchtelingenconventie van Genève. Indien dit niet gebeurt dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel worden de poorten à la Angela Merkel wijd open gezet wat kan leiden tot een ontwrichting van onze beschaving. Ofwel slaagt men erin op een hypocriete manier een selectiviteit in te bouwen wat leidt tot een grove onrechtvaardigheid naar de vluchtelingenpopulatie toe. Landen, die geconfronteerd worden met massale asieltoestroom zouden het recht moeten krijgen hun asielverleningsplicht op te schorten en die te vervangen door massale hulpschema’s aan vluchtelingen ter plaatse. Dit is rechtvaardiger, effectiever en maakt het perspectief op terugkeer als de oorlog voorbij is realistischer. De Europese landen zouden deze aanpassing tegenover de Verenigde Naties eenstemmig moeten eisen en bij weigering vanwege de andere lidstaten dreigen met eventuele uittreding uit het verdrag. Zonder de Europese generositeit wordt de Conventie van Genève inhoudsloos want ons continent is en blijft ‘the best place to live in the world’.

 

Foto: (c) Reporters

Boudewijn Bouckaert (1947) is emeritus hoogleraar rechten en 'law and economics' aan de Ugent. Hij was Vlaams Parlementslid voor LDD en voorzitter van de klassiek-liberale club Nova Civitas en van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Vandaag is hij voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!

Meer van Boudewijn Bouckaert
Commentaren en reacties