Dinsdag 5 januari werden tien verdachten voor de aanslagen van maart 2016 in Zaventem en Brussel doorverwezen naar het hof van assisen. De tien verdachten zullen hier door een volksjury berecht worden voor het plegen van 32 terroristische moorden en 687 pogingen tot terroristische moord. Onder hen Mohamed Abrini, ‘de man met het hoedje’ en Salah Abdeslam, die al sinds de aanslagen in Parijs op de vlucht was en verdacht wordt van het plannen van de aanslagen in maart 2016.…
Plus artikel - gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Dinsdag 5 januari werden tien verdachten voor de aanslagen van maart 2016 in Zaventem en Brussel doorverwezen naar het hof van assisen. De tien verdachten zullen hier door een volksjury berecht worden voor het plegen van 32 terroristische moorden en 687 pogingen tot terroristische moord.
Onder hen Mohamed Abrini, ‘de man met het hoedje’ en Salah Abdeslam, die al sinds de aanslagen in Parijs op de vlucht was en verdacht wordt van het plannen van de aanslagen in maart 2016. Zowel federaal procureur Frédéric Van Leeuw als heel wat Vlaamse burgerlijke partijen hadden echter liever geen assisenproces gezien.
Een proces van ongeziene omvang
Een assisenproces is veel complexer dan een proces voor de correctionele rechtbank. In een assisenproces moet één vraag worden gesteld per element, per dader en per slachtoffer. Er kan dus niet in één keer gevraagd worden of een bepaalde dader zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot moord met terroristisch motief. Deze vraag moet voor elk slachtoffer volledig opnieuw behandeld worden. Bij het proces-Dutroux kreeg de jury 243 schuldvragen, nu worden het er meer dan 38 400. Duidelijk een complex huzarenstuk dat helaas de deur wagenwijd open zet voor procedurefouten. De beslissing van het hof van assisen zal daardoor naar alle waarschijnlijkheid nog worden aangevochten bij het Hof Van Cassatie.
De exacte timing van het proces is nog onduidelijk, maar doordat men wacht tot het proces over de aanslagen in Parijs is afgerond zal dit ten vroegste in september 2022 beginnen. Door de enorme omvang van het proces zal de volksjury zich gedurende negen maanden over het dossier moeten buigen. Aangezien daarna door de gemaakte procedurefouten naar alle waarschijnlijkheid nog een proces voor het Hof van Cassatie volgt, zullen de slachtoffers pas acht jaar na de aanslagen gerechtigheid krijgen. Belgische justitie heeft al geen goede reputatie, een 19de-eeuws assisensysteem zal deze reputatie nog verslechteren. ‘We gaan ons belachelijk maken’, stelt federaal procureur Frédéric Van Leeuw.
Enorme last
Bovendien is de procesgang zowel voor de slachtoffers als de jury bijzonder zwaar op emotioneel vlak. Alle beelden van de aanslagen zullen opnieuw bekeken worden en over de kleinste details van de aanslagen zal gedurende negen maanden gedebatteerd worden. ‘Ik ben toen ter plaatse geweest en ben er nog steeds niet goed van, al heb ik 20 jaar ervaring. Voor een niet-opgeleide jury is dat echt niet makkelijk’, vertelt Frédéric Van Leeuw.
Ook voor justitie zelf is het assisenproces een enorme last. Voor dit proces zullen drie keer zoveel magistraten nodig zijn als voor een correctioneel proces. Hierdoor wordt de gerechtelijke achterstand in Brussel verder vergroot. Daarnaast zullen honderden veiligheidsambtenaren nodig zijn om negen maanden lang het transport van de beschuldigden te organiseren. Dit alles zorgt ervoor dat het assisenproces meer dan 25 miljoen euro zal kosten.
Communautaire discussie
Enkel in België, Luxemburg en Frankrijk bestaan assisenprocessen nog. In alle andere democratieën werd deze procedure afgeschaft. Frankrijk heeft bovendien zijn hoven van assisen enorm gemoderniseerd in vergelijking met België. Nochtans is er langs Vlaamse zijde een verpletterende meerderheid voor hervormingen. Zowel Vlaams Belang, N-VA, Open Vld, CD&V, sp.a en Groen willen van het huidige hof van assisen af. Sterker nog, voormalig justitieminister Koen Geens voerde al een hervorming door waardoor enkel politieke en persmisdrijven nog voor het hof van assisen zouden komen. Hij werd echter teruggefloten door het Grondwettelijk Hof, omdat Geens de grondwet omzeilde. Het hof van assisen hervormen kan enkel via een grondwetswijziging en dus is er ook een Waalse meerderheid nodig. Daar wringt het schoentje.
Waar in Vlaanderen alle partijen behalve PVDA vinden dat het tijd is om te moderniseren, is in Wallonië enkel de PS zover. Het hield N-VA en aanvankelijk ook Open Vld niet tegen. Ze dienden een wetsvoorstel in om terreurzaken voor de correctionele rechtbank te brengen. Tussen de indiening van dit wetsvoorstel en de behandeling in de commissie justitie werd echter de regering-De Croo gevormd. Wat bleek? Plots trok Open Vld haar handtekening onder het wetsvoorstel in. Enkel die van Kristien Van Vaerenbergh (N-VA) bleef dus over. In de commissie stemden uiteindelijk enkel N-VA en Vlaams Belang voor het wetsvoorstel waar nagenoeg alle Vlaamse partijen een jaar geleden achter stonden. Vincent Van Quickenborne mag dan minister van Justitie zijn, zijn partij heeft bij de regeringsonderhandelingen zoveel toegevingen gedaan dat ze nu tegen een wetsvoorstel stemt dat ze zelf mee geschreven heeft.
Slachtoffers de dupe
De echte beslissingen worden in dit land in Wallonië gemaakt. Ondanks dat vijf van de zeven regeringspartijen eigenlijk vinden dat terreurzaken niet voor het hof van assisen horen, trokken de Vlamingen bij de regeringsvorming wederom aan het kortste eind. De slachtoffers van de aanslagen uit 2016 zijn hier de dupe van.
Zij zullen door een enorm emotionele slag van negen maanden moeten om vervolgens te zien dat de zaak toch voor het Hof Van Cassatie beslecht wordt. Ik hoop dat de terroristen er door een procedurefout niet met een veel te milde straf vanaf komen.