JavaScript is required for this website to work.
post

Baas in eigen buik?

ColumnJohan Sanctorum13/8/2015Leestijd 5 minuten

De ‘Belgische Vrouwenraad’ stelt zich conservatief en preuts op inzake de legalisering van prostitutie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het reclamevak vind ik een vreselijke zaak voor de mensheid en reclamelui zijn beklagenswaardige wezens. Ik kan het weten, want ik heb drie jaar bij Noël Slangen gewerkt, die ons leerde hoe je elke pot choco, elke auto, elke politieke partij verkocht krijgt, mits de juiste verpakking en de juiste slogan. Volstrekt inhoudsloze bezigheid. Wie reclame verzint, leent zijn intellect uit aan de gebakken luchtsector en prostitueert zich eigenlijk om rommel aan te prijzen. Geen enkele reclamemaker gelooft echt dat die pot choco beter is, maar hij doet alsof en maakt zich die pseudo-waarheid eigen, zij het in een zeer tijdelijk verband tot de klus erop zit. Smakelijk, en dan mondje spoelen.

Aliënatie

Het woord is gevallen: prostitutie. Maar onze verontwaardiging is hypocriet. Als ik Tom Lanoye op de jaarlijkse boekenbeurs zie kontdraaien om meer afzet te realiseren, vind ik hem een intellectuele hoer. Hetzelfde geldt voor de handjesschuddende en madammekes kussende politicus, de kunstenaar Jan Fabre die gaat slijmen bij ons vorstenpaar, de voetballer die zich als een renpaard laat verkopen, de marktkramer die dubbelzinnig knipoogt naar de huisvrouwen, alleen maar omdat ze zich ook zo’n supersonische vleesmolen zouden aanschaffen.

Het hoerendom dus, en wie zonder zonde is werpe de eerste steen. Als ghostwriter heb ik een pak boeken voor anderen geschreven, om den brode, maar het vergde natuurlijk wel enige inleving. U vraagt, wij draaien. Ben ik een hoer? Allicht wel, maar gelukkig kan ik mijn cliënteel nog kiezen en bepaal zelf mijn prijs, het hoe-en-wat, het dit-en-dat. En het stelt me in staat om ook andere teksten, met Liefde, met hoofdletter, te schrijven.

Die vrijheid geldt niet voor de modale werknemer. Grosso modo is elke loontrekkende een prostitué(e), die zijn/haar lichaam en eventueel ook het brein aan de werkgever verhuurt. Voor een bepaalde duur en binnen bepaalde perken wordt jouw lichaam diens eigendom, en verwacht hij dat zijn desiderata worden opgevolgd: de baas is pooier en klant tegelijk. Afgepeigerd, gestresst of uitgeblust komen we thuis en proberen het van ons af te zetten. Maar de vervreemding is een feit: mensen die hun eigen meester zijn, vormen een absolute minderheid.

Het is deze harde marxistische analyse omtrent ‘aliënatie’, in een systeem waarin iedereen zich aan iedereen te koop aanbiedt, die onze kijk op de modale prostitutie van allerlei morele bespiegelingen moet ontlasten. Akkoord, er is vrouwenhandel en uitbuiting, zoals er ook vandaag nog slavernij bestaat en arbeid in mensonwaardige omstandigheden. Maar daarnaast is prostitutie ook een beroep zoals een ander, dat gewoon als aanbod fungeert op een bepaalde vraag. Komt daarbij dat het beroep zich verlegt van de grootschalige seksindustrie (de klassieke bordelen en eroscentra) naar zelfstandige vrouwen (escorts) die al dan niet thuis ontvangen, zelf hun klanten kiezen en bepalen wat kan of niet kan. Zijn ze uitgebuit? Zeker niet meer dan hoger vernoemde loonslaaf aan de band. Wellicht zelfs minder.

Victoriaanse moraal

Het voorstel van Amnesty International om de prostitutie te legaliseren is dan ook de logica zelve, binnen ons economisch vrijemarktsysteem. Waarom zou deze business zich niet kunnen ontplooien binnen de reguliere economie, netjes gereglementeerd en ontdaan van uitwassen? Het is goed dat deze mensenrechtenorganisatie eens een positief verhaal brengt. Er is geen enkele reden om de seksindustrie te demoniseren als een criminele activiteit, tenzij vanuit een vage Victoriaanse moraal die net een zwarte markt bevordert, met alle uitwassen van dien.

Het protest van de Belgische Vrouwenraad tegen dat voorstel, als zou het de uitbuiting een wettelijk kader geven, is dan ook tamelijk hypocriet. Uitgebuit worden we allemaal, maar het moet redelijk blijven, en iedereen moet er beter van worden. Men heeft de indruk dat de Vrouwenraad niet tegen de seksindustrie is, maar tegenover seks op zich nogal een preutse houding aanneemt. Dat roept in psychoanalytische zin vragen op. Wat voor soort vrouwen zijn dit, die emancipatie met kuisheid verwarren, onder de dooddoener van het ‘seksisme’?

In het verleden werd ook al een campagne van Studio Brussel geviseerd, waarin het vrouwelijk achterwerk een nogal prominente rol vervulde, naast de kluspoezen van de Gamma (pittig geklede dames met zwaar hobbygerei) en, ocharme, zelfs DS-cursiefjesschrijver Tom Heremans omwille van een bepaald ‘seksistisch’ woordgebruik. Men krijgt de indruk van met een zedenpolitie te doen te hebben, die zelfs ‘prijzen’ uitreikt (de jaarlijkse Auwch Award) voor de meest vrouwonvriendelijke personaliteit. Neen, billenknijper en wielervedette Peter Sagan heeft hem nog niet gehad, maar hij staat vermoedelijk hoog op de shortlist.

Men kan de negatieve stellingname van de Vrouwenraad inzake prostitutie zonder meer betuttelend noemen, ik zou zelfs zeggen: vrouwonvriendelijk en stigmatiserend, geef hen zelf die award. Per definitie beschouwen ze alle prostituées (m/v) als onmondige, uitgebuite seksslavinnen naar IS-model. Dat klopt gewoon niet. De libertaire slogan ‘baas in eigen buik’, waarmee de vrouwenemancipatie vorige eeuw op straat ging, eindigt nu met een herkolonisering van die buik door de Hoge Raad van Feministen.

Tunnelvisie

Waarom is die Vrouwenraad dan zo preuts en eigenwijs, als gold het een koffiekrans van oude vrijsters? Omdat comités die voor een bepaalde doelgroep opkomen, nu eenmaal de neiging hebben om zich te overprofileren en op alle slakken zout te leggen. Ook de vakbonden, en eigenlijk alle belangenorganisaties, lijden aan die tunnelvisie, die vooral ook ingegeven is door eigenbelang want de overheidssubsidies moeten verrechtvaardigd worden. Zichtbaarheid en controle over de doelgroep zijn essentieel. De paradox is dan, dat net die belangenorganisaties de ontvoogding beletten van diegenen waarvoor ze beweren op te komen: het rechtenverhaal wordt er een van organisatorisch machtsbehoud en status quo.

Dat geldt ook voor de Belgische Vrouwenraad: door zich als vrouwensyndicaat op te werpen, en semiofficiële spreekbuis van de emancipatie, monopoliseert ze dat discours en bestrijdt ze al te libertaire, middelpuntvliedende tendensen die voor autonomie gaan. Zoals dus de dames ‘van lichte zeden’ die op straat gaan om een waardig statuut van hun beroep af te dwingen, tegen de politiek die hen tracht in het getto te duwen.

Op een gekke manier is er een verband tussen de verkrampte, atavistische houding van de moslims inzake het rituele slachten, en de victoriaanse attitude van de Vrouwenraad inzake prostitutie. Beide stellen zich op een abstract, essentialistisch standpunt en leven in een ivoren toren van het grote gelijk. Beide claimen rechten, maar dan vanuit een autoritaire, conservatieve visie. De ene baseert zich op de godsdienstvrijheid om de moderniteit te bezweren, de andere op, jawel, ‘vrouwenrechten’ om vrouwen te beletten zelf keuzes te maken. Van een middeleeuws aandoende religie valt dat nog te begrijpen, van een als ‘progressistisch’ gelabelde organisatie echter veel minder.

Op dat moment is de sociale rol van de organisatie hoe dan ook uitgespeeld. In plaats van een zeurderige, van politieke correctheid vergeven Vrouwenraad (overigens bevolkt door weldenkende dames met een hoger diploma en een schone job, die nooit ‘in het leven’ gestaan hebben) zou er een volwaardig hoerensyndicaat moeten komen, dat wél korte metten kan maken met pooiersnetwerken en mensenhandel. Het zal dan gedaan zijn met pijpen op straat voor 10 euro en min of meer gedwongen seks zonder condoom voor een briefje van 20. Ook en vooral in die sector moeten (zelf)respect, vrijheid van contract, billijkheid en beroepseer de norm worden. Bovendien loopt de staat een hoop fiscale inkomsten mis, door het zwarte circuit zwart te houden.

De prostitutie proberen af te schaffen, zoals in Zweden, is als het afschaffen van de zwaartekracht: het water zal blijven naar de zee stromen. De straat is proper, maar niemand weet wat achter de gevels gebeurt. En de ethisch meest bevlogen politici knijpen de katjes in het donker, zie de affaire John Buttifant Sewel, vicevoorzitter van het Britse Hogerhuis. Neen dank u, koningin Victoria rustte in vrede. Hoeren aller landen, verenigt u, en stuur de pooiers en de mensenhandelaars naar huis.

 

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties