JavaScript is required for this website to work.
post

Bart Maddens: Wat baten opinies en strategieën?

14/9/2011Leestijd 3 minuten

Bart Maddens legt nog eens uit, voor de slechte verstaanders, waar het eigenlijke allemaal om draait. Wat is het doel en welke de middelen van de Vlaamse politici en misschien nog meer, hoe hard willen ze het spel spelen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

 

Waaaw !  Marc Reynebeau vindt mijn opiniestukken belangrijk genoeg om een heel artikel te vullen met citaten eruit (DS van sept. 10).   Als dat een mens zijn ijdelheid niet streelt.   En ach, als Reynebeau niet altijd snapt wat ik bedoel, tot daar aan toe.  Dat zal wel aan mij liggen.  Laat me daarom nog eens kort de puntjes op de i zetten.   

Het draait allemaal om strategie.  Een strategie bevat twee componenten : een doel en een middel om dat doel te bereiken.  Wat is het doel ?  Sinds maart 1999 ijvert de Vlaamse Beweging voor de realisatie van de vijf resoluties van het Vlaams Parlement.  Of die nu ‘federaal’ of ‘confederaal’ zijn doet niet echt ter zake.  Feit is dat het in de resoluties gaat om een zeer grondige hertekening van de Belgische staatsstructuur : een institutionele ‘big bang’ (zoals Eric Van Rompuy ooit zei).  Feit is even goed dat de resoluties veel gematigder zijn dan wat de N-VA voorstelde in haar verkiezingsprogramma van vorig jaar.  Het is juist dat slechts een kleine minderheid van de Vlamingen heeft gestemd voor dit programma of voor een nog radicaler : 44% om precies te zijn (47% voor de Senaat).  De vijf resoluties daarentegen werden door een ruime meerderheid in het Vlaams Parlement goedgekeurd en hebben een veel breder  draagvlak.      

Wat is het meest efficiënte middel om dit doel te realiseren ?  Centen, dachten de Vlamingen in 1999.  Want het Franstalige onderwijs zat op droog zaad.  In 2001 kregen de Franstaligen wel hun centen,  maar de Vlamingen mochten fluiten naar hun grote staatshervorming.   Met dank aan Guy Verhofstadt en de paars-groene partijen, die op die manier de belangrijkste Vlaamse hefboom verkwanselden.   Dan zat er niets anders op dan de volgende regeringsvorming te koppelen aan de staatshervorming, aldus Herman Van Rompuy in 2005.  Dat was de Van Rompuy-doctrine.  Maar ook die mislukte eind 2007, na het volgehouden ‘non’ van de Franstaligen.  De zogenaamde ‘Maddens-doctrine’, die daarna opgeld maakte,  was dus eigenlijk maar een derde-keus strategie. 

Na de verkiezingen van vorig jaar leken de Franstaligen hun lesje te hebben geleerd.  Nu zou de Van Rompuy-doctrine wel werken, dacht men.  Alleen, de ontslagnemende regering bleek zich na verloop van tijd meer en meer te gedragen als een volwaardige regering.   Op die manier haalde men veel druk van de ketel, en werd de Van Rompuy-strategie ondergraven.  De Vlamingen hadden moeten weigeren om die semi-grondwettelijke schemerzone van de langlopende zaken te betreden.   In dat geval hadden we nu wellicht én een echte regering én een grote staatshervorming.  

Of leggen de Vlaamsgezinden de lat voor een staatshervorming te hoog ?   Natuurlijk niet.  Wat tot nu toe op tafel lag kwam zelfs nog niet in de buurt van de vijf resoluties.   Erger nog, het stond er haaks op in veel opzichten.  De resoluties willen de tweeledigheid versterken.   Wat we krijgen is een aanzienlijke versterking van Brussel als derde gewest.  De resoluties willen een meer transparante structuur.  Wat we krijgen is bricolage van het ergste soort.  De institutionele  vuilnisbelt die België heet, wordt enkel maar verder opgehoogd.      

In die omstandigheden is het misschien beter om van de nood een deugd te maken.  Het uitblijven van een grondwettelijke federale regering biedt de deelstaatregeringen de mogelijkheid om zelf de touwtjes in handen te nemen.   Zonder ook maar iets onwettigs te doen.  Het volstaat dat de partijen in de Vlaamse regering onderling afspreken wat ze federaal goedkeuren en wat niet.  Daardoor worden de federale ministers vanzelf de stromannen van de deelstaten.   Dit idee komt trouwens niet van mij maar wel – ere aan wie ere toekomt – van mijn collega Paul Van Orshoven (en ik wil me hierbij  preventief bij hem verontschuldigen voor het geval hij door dit stuk met een ‘Van Orshoven-doctrine’ wordt opgezadeld – ik weet uit ervaring hoe vervelend dat is). 

Niet dat al die ‘doctrines’ er veel toe doen.  Want wat is de kern van het probleem ?  Dat konden we vorige week lezen in De Tijd (van 6 september) : “Vlamingen zijn conflictvermijders”.  Het ging over problemen op de werkvloer.  Maar het geldt even goed voor de politiek.  Franstalige politici durven het spel nu eenmaal veel harder te spelen dan de Vlaamse.  Ongrondwettelijke belangenconflicten inroepen om een democratische stemming te blokkeren, dreigen met een institutionele atoombom, de boel laten verrotten om wat tijd te kopen : it’s all part of the game.   Maar even goede vrienden natuurlijk.  En de Vlaamse politici, die laten maar betijen, voor de lieve vrede.   

Wat baat dan het geschrijf over Vlaamse strategieën, als er geen politieke wil bestaat om ze toe te passen ?  Maar goed, als de artikels van Marc Reynebeau er mee kunnen worden gevuld, dan is dat toch al iets.

Bart Maddens

(De Standaard beschouwde het debat als afgesloten na het artikel van Marc Reynebeau en vond het daarom niet opportuun om deze reactie nog te publiceren)      

undefined

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.