JavaScript is required for this website to work.
post

BDW, de FJS van het Beieren aan de Noordzee

Karl Drabbe9/9/2015Leestijd 5 minuten

De vorig weekend herdachte Frans Josef Strauss, ‘Leider’ van Beieren, is wel op meer dan één punt te vergelijken met ‘onze’ Bart De Wever.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Afgelopen weekend vierden Beieren en Duitsland de honderdste geboortedag van Franz Josef Strauss (FJS), bij leven een groot en groots politicus, Landesvater van zijn regio. Duitsland-kenner Dirk Rochtus besteedde er eerder al aandacht aan op Doorbraak. 

De afgelopen dagen verdiepte ik me wat in de figuur van Strauss. En hoewel in het verleden al eens lacherig gedaan werd over voormalige geliefde vakantiebestemmingen van Bart De Wever in Beieren en Oostenrijk, vielen me toch de gelijkenissen op tussen Strauss en De Wever. 

Regionalisme ondergeschikt 

Voor de Tweede Wereldoorlog en ook kort na de wereldbrand, was er in Beieren een sterke regionale partij actief. De Bayerische Volkspartei (BVP) was van 1919 tot 1933 – het jaar van Hitlers Machtergreifung – de grootste partij, die telkens opnieuw deel uitmaakte van de Landsregering. Die Beiers-nationale partij smolt na de oorlog als sneeuw voor de zon weg toen Strauss in Beieren het voormalige Zentrum – de vooroorlogse katholieke partij – deed samensmelten met economische liberalen (de liberale FDP stelde hier nooit veel voor) en met protestanten tot de CSU. Hij gaf die Christlich-Soziale Union – zusterpartij van de elders in Duitsland dominerende CDU – een sterke regionalistische inslag. Bayern zuerst, zeg maar. In het zuiden, tussen Frankfurt en de Alpen brandde de lamp. De centrumrechtse partij regeert er nu al sinds de Tweede Wereldoorlog. In het verleden verwees Bart De Wever niet toevallig naar die CSU als voorbeeld voor zijn N-VA: het centrum en rechts ervan gebundeld, een sterke regionalistische inslag, de onderbuik en het ondernemende van de regio vereend.

Eens de CSU zichzelf geworden was, slonk de Beiers-nationale partij tot lilliputterniveau, slechts de voorbije jaren slaagt ze erin weer haar neus aan het venster te steken. De CSU laat immers wat steken vallen, is minder dominant – de partij Freie Wähler knabbelt aan de kiesresultaten – en sinds de intrede van de armere oud-DDR-deelstaten, zijn Beieren gevoeliger voor – jawel – transfers in de sociale zekerheid – hier heet dat ‘Finanzausgleich’. Duitsland is al decennia nettobetaler aan andere regio’s.

Maar waar voor de Tweede Oorlog de BVP – als voorloper van de CSU – een sterke en overtuigde regionalistische of nationalistische inslag had, is die bij de CSU van ondergeschikt belang. Ja, regionale identiteit is belangrijk. Maar toch vooral om een sociaaleconomisch programma ‘apart’ in te vullen, op maat van de eigen regio, en met veel respect voor de plaatselijke blauwwitte tradities.

De na de oorlog opgerichte Bayernpartei is veel uitgesprokener in haar Beiers nationalisme. De jongste jaren radicaliseerde de partij, en een vleugel is nu zelfs uitgesproken separatistisch. Met statistieken en economische analyses in de hand beargumenteert ze de leefbaarheid van de Beierse onafhankelijkheid. 

Conservatisme light

Toen in 2008 Bart De Wever zijn eerste reeks columns uit De Standaard en De Morgen bundelde, was het epitheton ‘conservatisme’ niet weg te denken. De jonge voorzitter van de kleine N-VA werd ingehaald als het conservatieve licht van de Lage Landen. Een nieuwe conservatieve denker was opgestaan. Niet iedereen in zijn partij kon dat toen smaken, dat geschwärm met conservatieve denkers als Edmund Burke en – nu ja, wat heet conservatief – Alexis de Tocqueville. 

Van dat conservatisme is pakweg zeven jaar later weinig terug te vinden. Identiteit en gemeenschapsvorming blijven belangrijk, maar het sociaaleconomische programma – de Bocht van Bracke – primeert. Zeker nu de N-VA ontpopte tot een beleidspartij op alle niveaus, en vast van plan is dat na de volgende verkiezingen dunnetjes over te doen. De N-VA is nu een centrum- tot centrumrechtse beleidspartij die stilaan ook evolueert naar een machtspartij, die waar nodig de juiste mensen op de juiste plaatsen torpedeert – politieke benoemingen galore.

De Morgen (8 sept.) noemt de CDU een conservatieve, en de CSU een ‘nog conservatievere’ partij. Is dat zo. En was Franz Josef Strauss niet ook een opvallende en uitgesproken conservatief?

Professor Heinrich Oberreuter, politicoloog van de Beierse universiteit van Passau, is in Duitsland een gevierd CSU-expert. Gepolst naar het conservatieve karakter van FJS door het zogenaamde nationaalconservatieve weekblad Junge Freiheit nuanceert hij. ‘Wat zijn waardenoriëntering betreft eerder ja, maar terugkijkend op zijn scheppingskracht eerder niet, waarbij zijn waardenbeleving ook niet statisch conservatief was, maar hij christelijk-conservatieve waarden liberaal interpreteerde’. Ooit heeft FJS het zo gesteld: conservatief zijn betekent ‘auf dem Boden des christlichen Sittengesetzes in der weitest möglichen Form seiner Auslegung mit liberaler Gesinnung an der Spitze des Fortschritts zu marschieren’. Een haast onvertaalbare zin, die de interviewer van het weekblad ook even deed slikken. 

Populair én intelligent

Ook de populariteit in eigen partij en land delen beide toppolitici. Bart De Wever was niet alleen een aantal keren politieke figuur van het jaar, zijn steile opgang in de verkiezingen de voorbije jaren spreken voor zich. En zelfs bij de verkiezing voor zijn vierde voorzitterstermijn haalde hij nog 91 procent van de uitgebrachte stemmen.

Over de intelligentie van De Wever schrijven is een heikel onderwerp. Nochtans heeft menig tegenstander het politieke vernuft en het staatsmanschap van de N-VA-voorzitter tot nog toe geprezen. Net niet winnen in De slimste mens ter wereld zegt misschien ook iets. En als geen ander weet de doctorandus historicus de media te bespelen en de publieke opinie te beroeren. Keer op keer is hij meester van het debat, dat hij bovendien nog zelf aanzwengelde.

Strauss deed het niet veel minder goed. Zijn intellect en oog voor detail werd evenzeer geprezen door vriend en vijand. ‘Hij had een briljante geest, hij was een van de intelligentste politici die in mijn leven mijn weg hebben gekruist,’ stelt oud-bondskanselier Helmut Kohl. 

Na zijn aftreden als federaal minister ging FJS nog bedrijfseconomie en politieke wetenschappen studeren aan de universiteiten van München en Innsbruck. Als jongeling studeerde hij nog klassieke talen. En in vele debatten en speeches grossierde hij maar wat graag met Latijnse citaten. 

Ook ’s mans populariteit is immens. Hij werd niet voor niets Landesvater genoemd. Hij presideerde de Freistaat Bayern van 1978 tot 1988, was voorzitter van de CSU van 1961 tot aan zijn dood in 1988, voorheen was hij federaal minister van 1953 tot 1962. Slechts één keer haalde bij voorzittersverkiezingen minder dan 90 procent. De 77 procent die hij scoorde in 1983 waren een verdiende afstraffing voor de financiële steun die hij – als grote West-Europeaan en NAVO-adept – aan de DDR had geschonken. (Tot vandaag weten historici niet goed of hij daarmee de kredietwaardigheid en dus het voortbestaan van de DDR kwaad heeft gedaan, of niet.) 

Und so weiter

En er zijn best nog parallellen te trekken. Rechts van zijn CSU was er geen ruimte, is een populaire uitspraak die aan Strauss wordt toegeschreven. Op een korte periode van rechtsradicale Republikaner na – een afscheuring van de CSU – heeft hij dat ook gerealiseerd. De vergelijking met De Wevers N-VA die het VB haast leegzoog, is te gemakkelijk om te maken.

De FDP, de liberale partij die de CDU na de oorlog doorgaans nodig had om een meerderheid te halen, betekende in Strauss-land haast niets. Die had hij vakkundig gemarginaliseerd. Economisch liberalen voelden zich als een vis in het CSU-water. Waar De Wever passeerde, blijft van de Open Vld in eigen stad en land ook heel wat minder over dan voorheen. Check de overgelopen VLD-raadsleden maar die nu best wat Vlaams-nationale vorming verdienen in de leslokalen van de N-VA. 

Ook wat asielzoekers betreft, durfde Strauss een vuist te maken, vergelijkbaar met De Wever die zowat als enige – en minstens als eerste – politicus in Vlaanderen een dissonant geluid liet horen. In 1986 streefde hij naar een wijziging van de Grondwet opdat 100 000 illegale asielzoekers niet zomaar zorgeloos konden binnenwandelen. Gerhard Schröder, de toenmalige sociaaldemocratische minister-president van de deelstaat Niedersachsen, noemde hem daarom nog ‘een zwijn’.

BDW is misschien niet de FJS van het Beieren aan de Noordzee. Maar geef toe, toeval of niet, sommige historische vergelijkingen lopen iets minder mank dan andere.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties