Je kan de wenkbrauwen fronsen bij de vaststelling dat Rachid Madrane, de voorzitter van het Brussels parlement, de best betaalde parlementair van het rijk is. Maar zouden we niet beter dit ene 'incident' gebruiken om het échte debat aan te snijden? De benarde economische realiteit van het derde gewest is gekend, om niet te zeggen dat het virtueel failliet is. Toch wordt op geen enkele manier aanstalten gemaakt te snoeien in het logge bestuurlijk apparaat. Te veel parlementsleden, te grote…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Je kan de wenkbrauwen fronsen bij de vaststelling dat Rachid Madrane, de voorzitter van het Brussels parlement, de best betaalde parlementair van het rijk is. Maar zouden we niet beter dit ene ‘incident’ gebruiken om het échte debat aan te snijden? De benarde economische realiteit van het derde gewest is gekend, om niet te zeggen dat het virtueel failliet is. Toch wordt op geen enkele manier aanstalten gemaakt te snoeien in het logge bestuurlijk apparaat. Te veel parlementsleden, te grote kabinetten, maar ook een te gepolitiseerd ambtenarenapparaat dat alle verhoudingen in acht onverantwoord groot is. Een aan te pakken waterhoofd.
Politici en hun al dan niet royale bezoldiging, het werkt bij sommigen als een rode lap op een stier. Met dank aan de sociale media die het ideale forum aanbieden. Zo ook in de zaak Rachid Madrane, volgens HLN de beste betaalde parlementair van het land. Rachid wie, is een vraag die velen zich spontaan stellen en niet onterecht.
Samengevat: de man (partijkleur: PS) is voorzitter van het Brussels parlement en in die hoedanigheid ontvanger in 2022 van precies 243.275 euro. ‘Ik heb mijn loon niet zelf gekozen’, stelt hij à décharge. Klopt, maar het staat het Brussels parlement vrij om zoals het Vlaamse deed bepaalde weddes wat te verminderen. Alleen, dat gebeurde niet.
Eén euro meer
Officieel heet het dat er geen compromis gevonden werd, wat de facto elke mandataris ten goede komt. ‘Jan Jambon verdient meer’, verdedigt hij verder. En, argumenteert hij nog, zoals gangbaar verdient de voorzitter van een parlement precies één euro meer dan het hoofd van de executieve die ze geacht wordt te controleren. Een symbool dat moet aantonen dat in ons systeem van scheiding der machten, de wetgevende primeert. ‘En die één euro volstaat voor mij’, liet hij op LN24 verstaan. Een kinderhand is rap gevuld.
En zoals wel vaker als men in Franstalige politieke middens vaststelt dat de spoeling nogal dun is, komt het B-argument naar boven. Brussel bashen. ‘Vlaanderen houdt niet van Brussel, wat deze heksenjacht verklaart.’ Einde discussie, zonder dat dit voorval aanleiding geeft tot de discussie die écht gevoerd moet worden.
In menig opzicht is het Brussels parlement en alle onderdelen ervan, VVGG, VGC, COFOF…, een wat apart verhaal in het bredere parlementaire plaatje van dit land. Er zijn heel wat bureaufuncties, waar onkostenvergoedingen aan verbonden zijn. Auto’s met chauffeur zijn er ook, meer dan elders. Is dat verdedigbaar? We laten het in het midden. Feit is dat het een goede zaak zou zijn mocht wat meer duidelijkheid en transparantie komen in deze augiasstal die niet enkel de Franstalige kant van het politiek spectrum bedient. Noteer zeker ook dat laatste.
Overbodige verkozenen
Misschien verdienen de Brusselse parlementairen wat te veel om nog verdedigbaar te zijn in deze barre tijden, maar wat we met stelligheid weten is dat er gewoonweg te veel zijn. 89 in totaal, voor een gewest van 1,2 miljoen inwoners, of één per 13.483 inwoners. In Vlaanderen is dat een viervoud. Is de oppervlakte misschien relevant? Het Brussels gewest is een tikkeltje groter dan… Diksmuide. En wie niet overtuigd is moet zich maar door de parlementaire handelingen worstelen.
Steevast pareert men de kritiek aan Franstalige kant door te wijzen op de bevoorrechte positie van de Brusselse Vlamingen, ook al is die kwalificatie al omgevormd tot ‘Brusselaar’, in het beste geval ‘Nederlandstalige Brusselaar’. Zeventien zekere zetels hebben ze, noodzakelijk om door de demografische realiteit niet gedecimeerd te worden in het Brussels parlement. Eén verkozene volstaat om al een fractie te kunnen vormen, begrijp: extra middelen en mensen.
Het zijn goedkope zetels qua stemmen, maar in verhouding wegen ze zwaarder door in de exploitatiekosten. Een gevolg van de constitutionele evenwichten? Beslist en op zich verdedigbaar – vroeger toch. Wanneer we zien hoe kritiekloos de Vlaamse kant deelneemt aan het Brusselse malgoverno, dan zou je in die Franstalige kritiek op de regeling haast een bondgenootschap kunnen vinden.
Vette kabinetten
Volgens de recentste cijfers die de Brusselse N-VA fractie ter beschikking stelde, zijn de kabinetten van de Brusselse regering wel erg dicht bevolkt. Minister-President Vervoort heeft zomaar even 81 cabinetards, zowat het dubbele van collega Jambon. Bij Alain Maron (Ecolo) kwamen er sinds 2019 zelfs 15 bij en bij collega Elke Van Den Brandt (Groen) staat de teller op +18.
Koken kost geld, maar opperen dat deze aantallen niet in direct verband staan tot de deugdelijkheid van het bestuur is een loutere vaststelling, geen populisme. En om even terug te koppelen naar die 17 gewaarborgde zetels: Pascal Smet heeft in absolute aantallen uitgedrukt bijna één procent (!) van de kiezers die hem een voorkeurstem gaven op zijn kabinet werken.
Ambtenaren controleren
Minder duidelijk door alle mogelijke statuten is het ambtenarenkorps. Enkele jaren geleden wees BRUZZ nog op een buitensporig aantal civil servants, en dat is iets waar ook de oppositie regelmatig op hamert. Tegenberichten blijven bij ons weten uit. Anders dan in Vlaanderen (en in mindere mate Wallonië) heeft Brussel nooit het mes erin gezet. Het riedeltje is gekend: Brussel heeft zovele taken te vervullen als hoofdstad, wat een stevige administratie vergt. Maar België is ook het land met evenveel ambtenaren als Nederland…
Hoe dan ook. In maart dit jaar lezen we in La Dernière Heure hoezeer de PS de controle blijft uitoefenen over de Brusselse administratie (‘Le PS détient toujours les clés de l’administration’). Het stemt tot nadenken. Misschien moet je sommige verklaringen niet te ver zoeken.