De federale regering is het op 8 maart eens geraakt over een aanpak van de asielcrisis in België. De regering hoopt met een 'gecontroleerd en rechtvaardig migratiemodel' de controle op de migratiestromen te herwinnen. Met die opvangwet wil ze de terugkeer van uitgeprocedeerden versnellen, extra opvangplaatsen voorzien en de regels voor gezinshereniging verstrengen. Op het inperken van gezinshereniging voorziet de regering echter twee uitzonderingen: bij kinderen die dreigen slachtoffer te worden van genitale verminking, en voor 'onvrijwillige staatlozen, met name…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De federale regering is het op 8 maart eens geraakt over een aanpak van de asielcrisis in België. De regering hoopt met een ‘gecontroleerd en rechtvaardig migratiemodel’ de controle op de migratiestromen te herwinnen. Met die opvangwet wil ze de terugkeer van uitgeprocedeerden versnellen, extra opvangplaatsen voorzien en de regels voor gezinshereniging verstrengen. Op het inperken van gezinshereniging voorziet de regering echter twee uitzonderingen: bij kinderen die dreigen slachtoffer te worden van genitale verminking, en voor ‘onvrijwillige staatlozen, met name Palestijnen’. Voor die categorieën wordt de gezinshereniging in België juist versoepeld.
Het is mij hier niet te doen om een analyse van het asielakkoord zelf, hoewel ik sceptisch ben over de slaagkansen van deze lauwe poging om orde te brengen in de wanorde die nu heerst inzake asielpolitiek. Ik wil hier vooral nadenken over de beslissing om Palestijnen onvrijwillige staatlozen te noemen en ze als zodanig gemakkelijker opvang in België te willen verlenen. Die beslissing is merkwaardig.
Het gaat hier om een korte passage in de regeringscommunicatie. De pers gaat er nauwelijks op in. Het is echter een passage met mogelijk vèrdragende consequenties – en vooral – met een zware ideologische symboliek.
Onverstandig aanbod
Laat ons eerst naar de mogelijke consequenties kijken. Door de Palestijnen als staatlozen te bestempelen, niet op individuele basis, maar collectief als volk, en door dan de deur open te zetten voor gezinshereniging, riskeert deze regering ons land bloot te stellen aan een heel nieuwe toestroom. En die toestroom houdt risico’s in, waarover de regering bewust niet heeft willen nadenken.
Een collectief aanbod, of het nu gaat om Palestijnen of gelijk welk ander volk, is staatkundig onverstandig. In het klassieke volkenrecht is asiel trouwens altijd een beslissing over één individu. Zo’n collectief aanbod is bovendien vanuit veiligheidsoogpunt gevaarlijk. Dit aanbod lokt inderdaad misbruik uit door twee groepen. Ten eerste door Palestijnse clans, zoals die ‘families’, die nu in Berlijn en Hamburg al ganse wijken terroriseren. Ten tweede door de Palestijnen die oorlog voeren tegen Israel en die voortaan in België een veilig onderkomen krijgen aangeboden.
Het stemt tot nadenken dat zo’n aanbod niet geldt voor Jezidi’s, Oeigoeren, Koerden of Griekse Cyprioten. Enkel Palestijnen worden genoemd.
Ideologische ondertoon
En dat brengt ons bij de ideologische ondertoon van deze beslissing.
Want door specifiek de Palestijnen te benoemen, zien we wat de regering motiveerde. Dit is geen ondoordachte maatregel, maar een maatregel die doelbewust past in de linksliberale denkpatronen in Europa. Het is die wijdverbreide mindset die Israel demoniseert en als apartheidstaat bestempelt en die tegelijk de Palestijnen tot exclusieve slachtoffers maakt en hun oorlogvoering tegen de Israëlische staat als nobel verzet ophemelt.
Het is het denkschema van progressieven dat de geschiedenis ziet in marxistische termen van verdrukkers en onderdrukten, toegepast in de relatie Palestijnen – Israël. Het is het narratief dat de oude nijd tegen Joden vermomt als antizionisme of als normale kritiek op Israëls regering.
Machtselites
Vorig jaar, in een toespraak op de Al Quds universiteit in Ramallah, pochte de leider van de Palestijnse autoriteit, Mahmoed Abbas, dat de internationale gemeenschap stilaan het Palestijns discours is gaan overnemen: dat de Joden het land gestolen hebben van de bewoners, dat ze hier niet thuis horen en dat het Palestijnse terrorisme een legitieme manier is om Israel te bestrijden.
Abbas zat er niet ver naast. De denksjablonen die hij beschreef, kleven aan heel Europa. Zij kleven bijzonder hard aan de machtselites in België: universiteiten, media, ngo’s, regeringskabinetten en parlement. En daarin ligt de oorsprong van het zinnetje over gezinshereniging voor Palestijnen, en waarom Jezidi’s, Oeigoeren of Grieks-Cyprioten niet genoemd worden.
Dit artikel verscheen ook in Joods Actueel.