JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Duizend bommen en granaten

Het debat over het verbodsverdrag voor kernwapens in retrospect

ColumnRita Bellens19/4/2019Leestijd 3 minuten
Een iconisch beeld uit Stanley Kubricks ‘Dr. Strangelove’

Een iconisch beeld uit Stanley Kubricks ‘Dr. Strangelove’

foto ©

Afgelopen legislatuur woedde er een verhit debat over deelname aan het Verbodsverdrag voor kernwapens. Een korte reconstructie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de VS zal de komende maanden een verhit debat worden gevoerd over de mogelijke uitbreiding van het nucleaire arsenaal. President Trump wil de modernisering van het bestaande arsenaal voortzetten. Die was gestart onder zijn voorganger Obama. De belangrijkste reden die hij daarvoor aangeeft is het verder uitrollen van kernwapens bij China, en de proliferatie naar nieuwe landen. Noord-Korea heeft er, Iran wil er en de Saudi’s zijn naar het schijnt vragende partij.

Het hele debat doet me terugdenken aan de discussie die we in eigen land hebben gehad over het VN-verbodsverdrag voor nucleaire wapens, de Treaty on the prohibition of nuclear weapons  (TPNW). Even verhit bij momenten, maar vergeleken met de VS minder relevant.

Afschrikwekkend

De vraag die men zich in dit dossier stelt lijkt kinderlijk eenvoudig. Wat geeft het minst kans op een desastreus spelletje nucleaire pingpong: meer of minder raketten? Als het van de Trump-administratie afhangt: meer. Dat gaf ze al aan in de meest recente Nuclear Posture Review  (NPR). De naam van het document dekt de lading. Het is de samenvatting van de algemene nucleaire opstelling van het Amerikaanse leger. De meest recente NPR dateert van februari 2018.

De belangrijkste term in de nucleaire wereld is deterrence  – afschrikking. Al sinds de Koude Oorlog redeneerde men dat een voldoende groot nucleair arsenaal aan beide zijden de zin om een nucleaire oorlog te beginnen zou wegnemen. Die inschatting is in de kern realpolitisch, en gaat uit van de rationaliteit van beide partijen. Vreemd genoeg hield dit uiteindelijk ook de arsenalen beperkt: hoewel ze eerst tot astronomische groottes waren uitgebouwd, zijn er met succes verminderingen doorgevoerd door de VS en de Sovjet-Unie via bilaterale overeenkomsten.

De Noord-Koreaanse raketten zijn echter een ander paar mouwen, alsook een potentiële Iraanse bom. Dan zijn er vernietigingswapens in handen van regimes waarvan men met de beste wil van de wereld niet kan inschatten of ze rationeel zullen handelen met hun nucleair speelgoed. Beide regimes zijn essentieel fundamentalistisch en lijken bereid alles te doen voor hun overleven – dat doet elke afschrikkingsstrategie teniet. En als het wahabitische Saudi-Arabië er ooit nog bij komt…

En wij dan?

Als betrouwbare NAVO-partner scharen we ons doorgaans trouw aan de zijde van de VS. Toch sijpelt het debat binnen in een aantal beleidsbeslissingen die we moeten nemen, en in symbooldossiers die sommigen graag gebruiken om zich op een moreel schild te hijsen. Afgelopen legislatuur kwam zo het VN-verbodsverdrag op tafel te liggen. Dat verdrag verbiedt elke ontwikkeling, productie, test enzovoorts. Ondertekenaars verbinden zich ertoe geen steun te verlenen aan de nucleaire strategie van andere landen. Uiteraard hypothekeert dit de samenwerking tussen de NAVO-bondgenoten, waarvan sommige over nucleaire wapens beschikken, maar de meeste niet. Dan is het natuurlijk weinig verwonderlijk dat geen enkel NAVO-land het verdrag steunt.

De discussie over Belgische steun aan het verbodsverdrag werd stevig gevoerd door het middenveld. Verschillende opiniemakers pro het verdrag verkondigden unisono dat de goedkeuring van deze resolutie een historische stap zou zijn in het proces van nucleaire ontwapening. In het verlengde daarvan betreurden diezelfde opiniemakers dat België tegen de resolutie stemde. Het was bijzonder moeilijk om enige nuance binnen te brengen in het debat. Men was voor of tegen, argumentatie was van secundair belang.

Voor alle duidelijkheid: de N-VA is voorstander van nucleaire ontwapening. Elk pleidooi ervoor krijgt dus in principe onze aandacht op voorwaarde dat het een realistische, pragmatische en multilaterale aanpak huldigt. Het Verbodsverdrag doet dit niet. Men slaagt een belangrijke stap over: iedereen rond de tafel krijgen.

Samen uit, samen thuis

Ondanks het Verbodsverdrag blijft het belangrijkste verdrag over nucleaire ontwapening het Nucleaire non-Proliferatieverdrag (NPV). Het NPV-verdrag bindt deelnemende landen ertoe geen nucleaire wapens te ontwikkelen. De vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad verbonden zich er toe hun nucleair arsenaal af te bouwen. Op regelmatige basis komen de ondertekenaars samen om de voortgang van het verdrag te bespreken en bij te sturen. Dit gaat normaal gezien gepaard met een gezamenlijk communiqué, maar in 2015 werd er geen consensus bereikt. Dat was voor het middenveld het signaal om assertief campagne te voeren voor het Verbodsverdrag. Met succes: 122 landen steunden het verdrag. 69 landen, waaronder alle nucleaire, stemden niet. Ook België bleef weg.

Waarom? Simpel: de feiten. Er zijn een aantal nucleaire staten die al geen deel uitmaken van het NPV. India, Israël, Noord-Korea en Pakistan hebben elk hun eigen redenen om zich buiten het NPV te houden. Dit alleen al hypothekeert een geloofwaardige oplossing voor nucleaire proliferatie via een verbodsverdrag. Want ook hier speelt de realpolitik. Wat als alle nucleaire landen het verbodsverdrag tekenen, behalve één? Dat besef begint ook stilaan te komen: 70 landen hebben het verdrag getekend, 23 geratificeerd. Er zijn 50 ratificaties nodig opdat het verdrag van kracht wordt. Het is twijfelachtig dat men daar toe komt.

We moeten ons weinig illusies maken over de bereidheid van grootmachten kernwapens enkelzijdig op te geven. Ze zullen gelijk oversteken, of helemaal niet. Steun aan het in essentie unilateraal Verbodsverdrag verhindert dialoog en komt eigenlijk, hoe nobel ook, neer op windowdressing. Leuk om zich aan de ‘juiste kant van de geschiedenis’ te wanen, maar het brengt weinig vooruitgang op het terrein. Voor dat laatste biedt een multilateraal overleg als het NPV veel meer mogelijkheden. Maar dan moeten we er ook volop op inzetten.

Rita Bellens is Kamerlid voor de N-VA en zetelt in de commissie Buitenlandse Betrekkingen, de commissie Defensie en de commissie Bedrijfsleven.

Meer van Rita Bellens

Ontwikkelingssamenwerking heeft nood aan private investering. We hebben hiervoor de juiste instrumenten, maar durven ze niet te gebruiken.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, zegt Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.