JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Brief aan de kroonprins

Peter De Roover3/7/2013Leestijd 3 minuten

Koning Albert maakt vandaag zijn aftreden bekend. In Knack loopt een reeks waarin ‘prominente landgenoten hun advies geven aan de toekomstige koning’. Dag-op-dag een week geleden (op 26 juni 2013) was het de beurt aan onze chef-politiek, Peter De Roover. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Geachte…,

Na het eerste woord loopt het al mis met mijn antwoord op de vraag van Knack om een brief te schrijven aan u als kroonprins. Het woord alleen al verwart me, want het doet me spontaan eerder denken aan een jonge knaap getooid met minikroontje en speels zwaaiend met dito scepter dan aan een grijzende vijftiger.

Welke aanspreektitel moet hier gebruikt worden? In de vele televisiepersiflages op uw broer gaat het altijd over monseigneur. Vormt die aanspreektitel een onderdeel van de grap, wordt hij alleen gebruikt voor gewone prinsen of is die ook bruikbaar voor troonopvolgers? Ik zou het niet weten. Google weet ongetwijfeld raad, maar verder in het stuk zult u lezen waarom ik me de moeite niet getroost dat op te zoeken.

Klassieke, geschreven brieven zijn hoe dan ook uit de tijd. Ik verstuur er in een jaar geen drie meer en als ik er nog eens een ontvang, is die aangetekend en ongewenst. Historici zullen het zich later beklagen dat wij ons bedienen van mail, sms en sociale media. Zou het bijvoorbeeld met het christendom zo’n vaart gelopen hebben als Paulus zich had beperkt tot tweets? Verontschuldig me, ik wijk af en ons beider tijd is kostbaar.

Als ik dan toch nog eens een brief schrijf, is die nooit gericht aan een kroonprins. Ik voel me er bepaald onwennig bij. Toch lijken deze vormelijke problemen overwinbaar. Dat ligt anders met de meer fundamentele obstakels waarop ik stoot bij het uitvoeren van deze opdracht.

Waarom schrijft een mens een brief? Om iets mee te delen bijvoorbeeld. Dat veronderstelt een minimale wederzijdse belangstelling tussen zender en ontvanger. Ontbreekt het daaraan bij een van beiden, dan is de brief de prijs van de postzegel niet waard. Ik vrees dat het in dit geval beiden aan die minimale belangstelling mangelt.

Wat zou ik u willen meedelen? Tussen ons bestaat er geen enkele persoonlijke band. U bent even weinig geïnteresseerd in mijn persoonlijk wel en wee als ik in de besognes die uw privéleven aangaan. Daar valt dus niets over te schrijven. Uiteraard wens ik u het allerbeste. Daarin verschilt u evenwel niet van die andere zeven miljard medewereldbewoners die ik om praktische redenen ook geen brief schrijf om hen dat mee te delen.

Ik publiceer weleens over politiek en samenleving. Mocht u enige belangstelling koesteren voor mijn maatschappelijke opvattingen, wat ik denk te mogen betwijfelen, dan staan mijn teksten ook u zo ter lezing beschikbaar. Persoonlijke brieven zijn daartoe overbodig.

Er worden ook brieven geschreven om vragen te stellen. Naar aanleiding van de uitslag van weer een referendum schreef de Neue Zürcher Zeitung: ‘ Der Souverän hat gesprochen.’ Het ging niet over koningen (m/v) maar over Zwitsers (m/v), die daar als ‘de soeverein’ worden aangeduid. Mooi, en zo hoort het ook. Vandaar dat ik als overtuigd democraat en republikein, dus als vrije burger, het vertik om me met een bede tot een (nog niet eens) gekroond staatshoofd te wenden.

Vermoedelijk enigszins ingeleid in de mores van de Belgische politiek, zult u opwerpen dat het in dit land wel meer voorkomt dat principiële republikeinen de monarchie een goed hart toedragen. U denkt dan natuurlijk aan de vrienden van uw huis met PS-stempel. Ze bestaan ook in Vlaanderen, die overal-maar-niet-hier-want-België-verdraagt-geen-democratie-republikeinen. Neem me niet kwalijk dat ik me aan die voorbeelden niet spiegel.

Kort en goed: ik erken het feit waarvoor ik gevraagd werd u een brief te schrijven niet. Vandaar dat ik u alleen schrijf om mee te delen dat ik u geen brief wens te sturen. Vat die weigering vooral niet op als een kritiek op uw persoon. Het is het kroonprinsgedoe wat me stoort.

Mocht ik ooit, in de toekomst, wie weet, toch eens een brief aan u schrijven, dan hoop ik dat het probleem van die aanspreking van de baan is en dat ik die kan beginnen met (ik gebruik bij wijze van tegemoetkoming een taal die tussen ons als neutraal kan beschouwd worden): ‘Dear citizen Philippe, formerly known as prince’ .

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties