JavaScript is required for this website to work.
Brussel deze week

Brusselse babbels: Philippe Van Parijs

De peetvader van de piétonnier

Luckas Vander Taelen27/7/2019Leestijd 5 minuten
‘Vroeger was het veel moeilijker om mensen te winnen voor iets wat uiteindelijk
in hun nadeel kan spelen…’

‘Vroeger was het veel moeilijker om mensen te winnen voor iets wat uiteindelijk in hun nadeel kan spelen…’

foto © Wikimedia Commons

Over een Brusselse universiteitsprofessor die activist werd en met een picknick het centrum van zijn stad voorgoed veranderde.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik heb afgesproken met Philippe Van Parijs vlakbij de Beurs in Brussel. Die plek is gepast, want hij is de geestelijke vader van een van de meest besproken ingrepen van de laatste jaren in de stad: het autovrij maken van de centrale lanen. Daar is veel over te doen geweest en de werken sleepten lang aan, maar Van Parijs is fier op wat uiteindelijk zijn idee was. Een verandering voor bezoekers maar ook voor bewoners: ‘Een vriendin die hier vlakbij woont, vertelde me dat ze nu eindelijk haar ramen kan openzetten. Dat was vroeger niet mogelijk door het lawaai en de pollutie.

Ballingschap

Het kan onwaarschijnlijk lijken dat de perfect drietalige Van Parijs een gedreven activist werd. Hij is eerder een bijzonder gereputeerde hoogleraar, verbonden aan de UCL, die zich heeft gespecialiseerd in het basisinkomen en aan een hele rits buitenlandse universiteiten les geeft. Maar omdat hij van Brussel houdt, denkt hij veel na over zijn stad. Hij werd er geboren in 1951, maar trok weg toen hij twintig was om aan een, wat hij zelf noemt, 25-jarige ballingschap aan universiteiten te beginnen. Eerst in Leuven, toen de KUL ook UCL was, en dan naar Europese en Amerikaanse instellingen.

Toen hij in 1998 terug naar Brussel kwam, zag hij hoezeer zijn geboortestad was veranderd. Hij was tijdens een sabbatjaar aan een boek over Brussel begonnen, maar stelde de publicatie uit toen hij besefte hoe weinig de stad nog leek op die waaruit hij vertrokken was. De bevolking, die gedaald was tot in de jaren tachtig, begon toe te nemen. Het was het begin van de demografische explosie die ervoor zou zorgen dat er zo’n 200.000 Brusselaars bijkwamen op twee decennia. ‘Merkwaardig is dat Brussel een sas-functie blijft hebben’ merkt Van Parijs op: ‘Voor heel veel inwijkelingen is de stad maar een tussenstation naar elders. Maar het grootste deel van de mensen tussen 20 en 30 blijft hier hangen.’

Passegiata

Tijdens zijn talrijke reizen zag hij hoe er elders werd nagedacht over de inrichting van de stad. ‘Ik zag hoe in sommige Italiaanse steden zoals Palermo en Turijn straten in het centrum elke week autovrij werden gemaakt voor de passegiata, de traditie in zuiderse landen om te wandelen in de stad. Ik begon me af te vragen of dit ook in Brussel mogelijk zou zijn.’

Hij ontdekte dat in de jaren zeventig een merkwaardig initiatief was genomen, onder impuls van het Engelstalig stadsmagazine The Bulletin. De Grote Markt was toen nog open voor auto’s die er vrij mochten parkeren. De actievoerders organiseerden een picknick om dat aan te klagen.

Van Parijs vroeg zich af wat de beste plek zou zijn om ook in Brussel een autovrije zone te creëren. Hij dacht eerst aan de Zavel. Al jaren is dit prachtige plein niet veel meer dan een openluchtparking voor het welgestelde cliënteel van winkels en restaurants, dat zich niet kan voorstellen zich op een andere manier dan met de auto te verplaatsen. En de handelaars blijven zich verzetten tegen elk plan om van het centrale plein een gezellige ruimte met terrassen te maken, ook al is er een grote ondergrondse parking op wandelafstand.

Met een voor buitenstaanders soms moeilijk te begrijpen en vooral achterhaalde argumentatie blijft de Zavel een soort reservaat voor gemotoriseerde snobs. Chocolatier Marcolini dynamiteert elk voorstel dat hierin verandering wil brengen. ‘Op een bepaald moment moet je als stedelijke overheid daar frontaal tegen durven in te gaan,’ zegt Van Parijs. Want meestal kunnen de meest rabiate tegenstanders pas overtuigd worden als ze zien dat de aanpassing in hun voordeel gebeurt.

Zelforganisatie

Van Parijs besloot uiteindelijk om zijn pijlen op een andere plek in de stad te richten: de centrale lanen, die het hart van Brussel van noord naar zuid met druk autoverkeer doorkruisten. Hij dacht na over de beste manier om tot actie over te gaan. Hij vond inspiratie bij filosoof Clay Shirky, die Here Comes Everybody had geschreven, over de kracht van organisatie zonder organisaties. Met de hulp van zijn zoons ontdekte hij de mogelijkheden van de sociale media. Hij riep op tot een wekelijks moment van zachte burgerlijke ongehoorzaamheid, waarbij het Beursplein bezet zou worden. ‘Mijn eerste idee was om die beweging Reclaim the Streets te noemen, maar omdat sommigen dat woord misschien niet zouden begrijpen, zocht ik naar een eenvoudigere slogan.’

Van Parijs dacht terug aan het idee van de actievoerders van The Bulletin. Picnic the Streets bleek snel een wervende formule. De eerste zondag was meteen een groot succes, met vele jonge Brusselaars die een echte picknick organiseerden voor de Beurs. De Brusselse pers berichtte enthousiast over de beweging. De politiek keek verbaasd toe. Burgemeester Freddy Thielemans (PS) zocht contact met Van Parijs. Hij verzette zich niet tegen de wekelijkse actie. ‘Maar het was niet mijn bedoeling om het Beursplein alleen op zondag vrij van autoverkeer te maken. Ik maakte hem duidelijk dat wij voluit gingen voor het permanent autovrij maken van een deel van de centrale lanen.’ Maar dat zag Thielemans niet zitten. ‘Hij beloofde dat er een ‘studie’ zou gemaakt worden. Maar na een jaar was er nog niets gebeurd…

Het voluntarisme van Mayeur

Het oorspronkelijk plan van Van Parijs was niet zo ambitieus als de piétonnier uiteindelijk geworden is. Hij geloofde in een aanpak in fasen. Het was de nieuwe burgemeester, Yvan Mayeur (eveneens PS), die onverwacht het plan overnam en er een grotere invulling aan gaf. Hij wou van de Brouckèreplaats een Times Square maken en hij vond dat de autovrije lanen daar perfect bij aansloten. Plots was er nog nauwelijks verzet vanwege de politieke klasse. ‘MR-schepen Alain Courtois, die eigenlijk voor het idee niet gewonnen was, gaf ook toe. Hij zei dat toen de stedelijke boulevards gebouwd waren er ook geen auto’s waren…’

Mayeur liep zichzelf echter voorbij, weet Van Parijs ‘Zijn voluntarisme gaf de uitwerking van de piétonnier een vliegende start, maar zijn voorbereiding was onvoldoende en hij was te weinig diplomaat. Daardoor liep alles vertraging op’

Maar het resultaat is er nu. En dat had Van Parijs zelf niet verwacht. ‘Er is geen weg terug, dit is onherroepelijk. Ik ben echt tevreden dat we gekozen hebben voor de centrale lanen. Hier komt een bevolking die meer verscheiden is dan op de Zavel. Het is belangrijk voor de stad dat zoveel mogelijk mensen van een dergelijk project profiteren.’ Hij gelooft ook dat de realisatie van zijn idee inspirerend kan werken voor andere delen van de stad. Dat is nu al te zien in Elsene en Etterbeek, waar centrale pleinen worden heringericht op een manier die nog niet zo lang geleden ondenkbaar was.

Vier gewesten

Een fundamentele zwakte van Brussel blijft dat de gemeenten niet zo gemakkelijk te overtuigen zijn van gedurfde projecten, omdat de plaatselijke verkozenen te dicht staan bij de bevolking en door hen kunnen worden afgestraft bij verkiezingen. ‘Een gewestelijk minister is op dat vlak minder kwetsbaar, omdat zijn electoraat over het gehele gewest verspreid is.’

Philippe Van Parijs gelooft in een sterk gewest. Dat staat diametraal tegenover het confederaal concept van de N-VA, dat Brussel door de twee gemeenschappen wil laten besturen. Hij gelooft echter dat men ook binnen die partij beseft dat het niet haalbaar is om het Brussels Gewest zo maar af te schaffen. Zelf gelooft hij in een België met vier gewesten (naast het Vlaamse en het Waalse, ook het Duitstalige en het Brusselse) ‘Siegfried Bracke zei in een interview dat hij denkt dat het confederaal model van zijn partij moet bijgestuurd worden. Ook werkgeversorganisatie VOKA pleit voor een meer pragmatische aanpak volgens het principe van subsidiariteit: onbevooroordeeld de efficiëntie verhogen door bevoegdheden naar het meest gepaste niveau te brengen.’

Van Parijs kant zich tegelijk tegen de Franstalige weigering om over elke aanpassing van de staat te praten: ‘Zeggen dat je demandeur de rien bent en zelf niets voorstellen, is niet bepaald een interessante strategie.’ Bovendien is hij ervan overtuigd dat de N-VA niet naar de onafhankelijkheid van Vlaanderen streeft. ‘In de Canadese documentaire ‘Ceci n’est pas un lion’ zeiden Bart De Wever en Siegfied Bracke dat met zoveel woorden: we willen geen revolutie maar evolutie.’

Brexit

Van Parijs schreef ook over het systeem van transfers. Dat zou veel transparanter moeten verlopen, vindt Bart De Wever. Van Parijs is het daarover met hem eens. ‘Maar dan zou je die ook op niveau van de provincies moeten bekijken. Dan zie je dat er veel geld van Waals-Brabant naar Wallonië gaat. En van Vlaams-Brabant naar Limburg.’ Hij is er van overtuigd dat de N-VA geleid wordt door mensen die goed weten dat een Belgische scheiding het verlies van Brussel zou betekenen en dat dit allerminst in het belang van Vlaanderen zou zijn.

Maar Van Parijs levert meteen tegenargumenten voor zijn visie. Met zijn Picnic-the-Streets-actie leerde hij de kracht van sociale media kennen. ‘Die kunnen bijzonder manipulatief werken en zelfs nefaste ideeën ingang doen vinden, zoals dat in Engeland met de brexit gebeurde. Vroeger was het veel moeilijker om mensen te winnen voor iets wat uiteindelijk in hun nadeel kan spelen…’

Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.

Commentaren en reacties