JavaScript is required for this website to work.
post

Catalaanse regeringspartij staat op splitsen

Christophe Bostyn16/6/2015Leestijd 6 minuten

Cataloniës regeringspartij bestaat uit liberale en christendemocratische nationalisten. Die laatsten twijfelen over onafhankelijkheid.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Catalaanse regeringscoalitie Convergència i Unió (CiU), het centrumrechtse kartel dat bestaat uit de liberale Convergència Democràtica de Catalunya (CDC) en de kleinere christendemocratische Unió Democràtica de Catalunya (UDC), staat onder zware druk. De reden is hoofdzakelijk de weigering van het partijbestuur van UDC om zich aan te sluiten bij het ‘Stappenplan naar Onafhankelijkheid’ van de pro-onafhankelijkheidsorganisaties Òmnium Cultural en de Catalaanse Nationale Assemblee (ANC). Zowel CDC als de centrumlinkse Esquerra Republicana de Catalunya (ERC), die gedoogsteun geeft aan de minderheidsregering van de liberaal Artur Mas (CDC), sloten zich aan bij dit stappenplan dat voor eenheid moet zorgen binnen de onafhankelijkheidsbeweging.

Twee generaties botsen
Convergència i Unió zag met het vertrek van stichter Jordi Pujol in 2003 een einde aan 23 jaar regeren in Catalonië. CiU werd opnieuw de lijst met de meeste stemmen in het Catalaanse parlement, maar zag een links blok de absolute meerderheid behalen, met een linkse tripartite als gevolg. Artur Mas zette de partijvernieuwing voort: een nieuwe generatie kwam aan de macht in Convergència. Bij de christendemocratische partner veranderde weinig: de krokodil Josep Antoni Duran i Lleida is er sinds 1987 voorzitter van het partijbestuur. In 2001 creëerde hij de positie van secretaris-generaal binnen de partij, een positie die hij ook ging bezetten tot juli 2014, toen trouwe partijsoldaat Ramon Espadaler i Parcerisas aangeduid werd als zijn opvolger. Binnen de partij blijft Duran i Lleida als voorzitter stevig de touwtjes in handen houden.

De christendemocraat Josep Antoni Duran i Lleida is sinds 1982 lid van de Spaanse Kamer van Volksvertegenwoordigers. Voorstanders lauweren hem om zijn uitgebreide netwerk in Madrid en zijn kennis van het interne functioneren van de Spaanse staat. Tegenstanders zeggen dan weer dat hij al zo lang in Madrid vertoeft, dat hij deel is geworden van de Spaanse machtscirkels en nauwelijks nog weet wat er in Catalonië gebeurt. Terwijl Jordi Pujol en de zijnen een nieuwe generatie aan het roer van CDC lieten, bleef binnen UDC alles hetzelfde. Dat generatieverschil en de andere manier van denken, begint zich nu te wreken.

Convergència en Unió konden het van in het begin van de Spaanse democratie uitstekend vinden: ze gingen onafgebroken in kartel naar de verkiezingen en zetten zich op de politieke kaart als het ‘Groot Huis van het Catalanisme’ (Casa Gran del Catalanisme). De Catalanen geven sinds jaren aan overwegend centrumlinks te zijn en stemmen ook zo tijdens Spaanse verkiezingen, maar als het op eigen bestuur aankomt, hebben ze liever een partij die de Catalaanse taal en cultuur duidelijk verdedigt. Dat Jordi Pujol met CiU een sociaal-liberale koers voerde in Catalonië, zorgde ervoor dat hij 23 jaar aan de macht kon blijven in Catalonië en dat de centrumlinkse ERC, steeds radicaal voor onafhankelijkheid, en de Spaanse socialisten er nauwelijks aan de bak kwamen. In Madrid voerde CiU een beleid van ‘peix al cove’ (vis in het net), een stijl die Pujol ging typeren en die erop neer kwam dat CiU ‘quid pro quo’ steun gaf aan de Spaanse minderheidsregeringen. In ruil voor steun kreeg Catalonië telkens weer nieuwe bevoegdheden. Tot in 2000.

Spanje gaat voor recentralisatie

Wanneer José María Aznar (van de Spaanse conservatieve Partido Popular) in 1996 naar de verkiezingen trekt, belooft hij het einde van akkoorden met de nationalisten, die de minderheidsregeringen van de socialisten gedoogsteun gaven. Aznar wint dan wel de algemene verkiezingen, hij haalt geen absolute meerderheid, waardoor hij zich genoodzaakt ziet net hetzelfde te doen als de socialisten. Met tegenzin sluit hij een akkoord voor gedoogsteun met de centrumrechtse Catalaanse (CiU) en Baskische nationalisten (PNV) voor zijn regering. Wanneer eerste minister Aznar in 2000 een absolute meerderheid bereikt, zet hij zijn initieel plan door: hij breekt met de nationalisten en zet de recentralisatie in. Zijn rechterhand zou gedurende drie jaar Mariano Rajoy zijn, die hem later opvolgt als voorzitter van de Partido Popular en huidige eerste minister van Spanje is.

Aznar verliest echter aan populariteit door de deelname aan de Irakoorlog en de aanpak van de PP rond de terroristische aanslagen in Madrid, amper drie dagen voor de verkiezingen. De PP schuift de aanslagen om electorale redenen in de schoenen van ETA, terwijl dan al duidelijk is dat Al Qaeda verantwoordelijk is. Peilingen wijzen uit dat de PP al voor de aanslagen nipt aan de verliezende hand was. Na de aanslagen verliest de PP die ook. Met de socialist Zapatero wordt de recentralisatie terug in de diepvriezer gestoken. Tot 2011, wanneer Mariano Rajoy de verkiezingen overtuigend wint dankzij de crisis.

Onderhandelen met Madrid werkt niet meer

Vanaf dat moment zet de Partido Popular haar ideologische lijn door: recentralisatie en snoeien in de welvaartstaat, een gedroomde combinatie aangezien de verantwoordelijkheid voor gezondheidszorg en onderwijs volledig bij de autonome gemeenschappen liggen. Door vooral daar te besparen, kan de PP de verantwoordelijkheid voor het harde besparingsbeleid ontlopen en ook in de schoenen van de nationalisten schuiven. Met het aan de macht komen van de PP ziet Artur Mas de Catalaanse begroting zo maar eventjes met 20% verminderd op nauwelijks twee jaar. Hem rest dan ook geen andere keus dan hard besparen.

Na het aannemen van een nieuw – door Madrid gesnoeid – autonomiestatuut in 2006, zien de Catalanen in 2010 ook dat statuut gekortwiekt door het politiek benoemde Grondwettelijk Hof. Ook de aanvallen van de PP op de Catalaanse taal houden niet op. De Catalaanse samenleving maakt in 2010 dan ook de breuk met Madrid en voor het eerst vindt een massabetoging plaats: 1,1 tot 1,5 miljoen mensen betogen onder het lemma ‘Wij zijn een natie. Wij beslissen’.

Catalonië verandert van koers

CiU staat onder grote druk van het Catalaanse middenveld, dat de koers op onafhankelijkheid zet aangezien een dialoog met Madrid onmogelijk wordt. De nieuwe generatie binnen CDC volgt het middenveld en gaat voor onafhankelijkheid. Alleen moet het rekening houden met de kleine partner UDC, dat de koers niet wijzigt. Het gevolg is een mossel-noch-vis-discours dat aarzelend en in dubbelzinnige termen voor onafhankelijkheid gaat. Artur Mas ziet zich genoodzaakt te breken met de PP voor gedoogsteun van zijn minderheidsregering en schrijft verkiezingen uit in 2012. Hoewel Mas wint, leveren de besparingen en het aarzelende onafhankelijkheidsdiscours hem minder zetels op. Het brengt vooral wind in de zeilen van het centrumlinkse ERC, radicaal voor onafhankelijkheid. Artur Mas zoekt dan ook de steun van ERC voor gedoogsteun, zeer tegen de zin van Josep Antoni Duran i Lleida van UDC, die liever de steun van de Spaanse socialisten of conservatieven ziet.

Het Catalaanse uur van de waarheid komt eraan

Onder druk van de ongeduldige ERC, na de massabetogingen van ANC en Òmnium Cultural en na het njet van Madrid op alle onderhandelingsvoorstellen, is Artur Mas tot het besluit gekomen dat er niets anders opzit dan opnieuw de verkiezingen te vervroegen. Tot de ergernis van Duran i Lleida, die geen kans onbenut laat om ERC en ook Artur Mas slinks aan te vallen.

Dat is echter gerekend buiten Duran i Lleida’s eigen partijleden. Er kwam van binnenuit druk vanuit de pro-onafhankelijkheidsvleugel om de vraag nu eens duidelijk op tafel te leggen: is UDC voor of tegen onafhankelijkheid en zal het zich aansluiten bij het Stappenplan voor Onafhankelijkheid? Duran i Lleida en zijn rechterhand Espadaler stelden een vraag op die zo lang en onduidelijk is, dat geen mens voor of tegen zou kunnen zijn (tot groot jolijt van de satireprogramma’s). Het kwam erop neer de – onbestaande – dialoog met Madrid verder te zetten om tot een ‘volledige’ soevereiniteit te komen, zolang de Spaanse legaliteit gerespecteerd werd, zonder ook maar één keer het woord onafhankelijkheid te noemen. De pro-onafhankelijkheidsvleugel binnen het partijbestuur, waaronder de voorzitster van het Catalaanse parlement, kwam in opstand (17 stemmen voor de vraag, 9 tegen, 1 onthouding) en ging voluit voor de ‘neen’ campagne voeren. Het werd hen niet in dank afgenomen: ze kregen geen toegang tot het ledenbestand om campagne te voeren en de organisatie van de stemming bleef strak in handen van het Duran-kamp.

Christendemocraten diep verdeeld: CiU staat op barsten

Vorig weekend raakte bekend dat van de 4095 leden (let op het geringe aantal leden), 65% effectief ging stemmen. 50,3% volgde de officiële partijlijn, 3% stemde blanco of ongeldig en 46,7% volgde de pro-onafhankelijkheidsvleugel. De finale uitslag, met de stemmen via post, wordt volgend weekeinde bekend gemaakt, het verschil zal echter miniem zijn. Dit legt een diepe verdeeldheid bloot binnen de partij. Wat meteen genegeerd en ontkend werd door de continuïstische vleugel, die doet alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Het neen-kamp ziet zich gesterkt en vraagt dat UDC zich aansluit bij het stappenplan voor onafhankelijkheid. Het enige wat het partijbureau nu besliste, is dat het onderhandelingen zou opstarten met kartelpartner CDC over de te volgen aanpak, daarbij ERC en de onafhankelijkheidsbeweging negerend. Het nee-kamp binnen de christendemocratische partij liet al weten zich desnoods als onafhankelijken aan te sluiten bij het stappenplan.

Ook binnen CiU worden de kaarten nu eindelijk op tafel gelegd. De jongerenafdeling van CDC vroeg de ontbinding van CiU en de algemene coördinator van CDC, Josep Rull, stelde UDC voor een ultimatum. In een gezamenlijke vergadering werd UDC voor de dringende keuze gesteld: of het voegt zich aan de zijde van CDC voor een lijst die voluit voor onafhankelijkheid gaat of het plaatst zich buiten het kartel. De christendemocraten krijgen tot volgend weekeinde de tijd. De kaarten liggen moeilijk voor UDC: de officialistische Duran i Lleida zal zich nooit voor onafhankelijkheid uitspreken en blijft het partijapparaat in handen houden. Een breuk valt dus te verwachten. Artur Mas en de zijnen zagen het aankomen en hadden zich al voorbereid: verwacht wordt dat Artur Mas binnen de twee weken een ‘volkslijst’ zal aankondigen, waarbij de kleuren van CiU – besmeurd door enkele corruptiezaken en de besparingen – opgegeven zullen worden en er een brede vernieuwingslijst zal gevormd worden, uitgebreid met bekende stemmen uit het middenveld. Deze lijst, zo kondigde Josep Rull aan, zal voor de verkiezingen van 27 september één hoofdthema hebben: Catalaanse onafhankelijkheid. 

 

Foto: Josep Antoni Duran i Lleida (UDC). (c) Wikimedia Commons

Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.

Commentaren en reacties