JavaScript is required for this website to work.
post

Catalonië en Baskenland: Nationalisten winnen verkiezingen

Pieter Bauwens26/7/2011Leestijd 3 minuten

De Spaanse Socialistische Arbeiderspartij (PSOE) heeft bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen een dreun gekregen. In de mainstream-media lezen we dat de conservatieve Volkspartij (PP) daar garen bij spint, maar dat klopt slechts ten dele. In Baskenland en Catalonië heeft de rabiaat Spaans-nationalistische PP nooit echt voet aan de grond gekregen. Ook vandaag zijn het meer dan ooit de Baskische en Catalaanse nationalisten die er het mooie weer maken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In het autonome Euskadi (Baskenland) en Catalunya hebben nationalistische partijen altijd al de meerderheid uitgemaakt. Om nieuwe bevoegdheden binnen te rijven is er voortdurend tactisch overleg nodig met Madrid. Tegelijkertijd zetten de nationalisten hoog in op de noties ‘soevereiniteit’ of ‘zelfbeschikking’ en onderscheiden ze duidelijk dit recht om zélf de aard van hun relatie tot Madrid te bepalen van de roep om onafhankelijkheid tout court. De grote Spaanse staatspartijen hebben de nationalisten van Baskenland en Catalonië vaak nodig om een meerderheid te verwerven in de Cortes (Spaans parlement). Dat schept een basis voor onderhandelde bevoegdheidsoverdrachten. Traditioneel zijn de Spaanse socialisten meer bereid tot decentralisatie dan de Volkspartij.

Er bestaat in Catalonië een zeer brede consensus dat het land zijn eigen lot in handen moet kunnen nemen. In Barcelona kwamen één miljoen mensen op straat om uit te roepen: ‘wij zijn een natie’. Ook de socialistische partij van Catalonië (weliswaar een filiaal van de Spaanse socialistische partij), is gewonnen voor ruime autonomie voor Catalonië. Ter linkerzijde zijn er in Catalonië nog de linkse republikeinen van ERC (Ezquerra republicana de Catalunya) en de ex-communisten en groenen die traditioneel aanhangers zijn van een doorgedreven federalisme. Ter rechterzijde zijn er de liberale nationalistische partij Convergéncia i Unio (CiU), altijd al één van de grootste politieke formaties, en de veel kleinere PP.

In september van 2005 heeft het Catalaanse parlement een voorstel voor een nieuw ‘Estatut’ met grote meerderheid goedgekeurd. Het nieuwe statuut bevestigt Catalonië als een natie, voert de plicht in om Catalaans te kennen en regelt belangrijke bevoegdheidsoverdrachten inzake justitie en fiscaliteit. De onderhandelingen met Madrid leidden tot een afgezwakte versie die in 2006 bij referendum door de Catalanen werd goedgekeurd. Datzelfde jaar volgde goedkeuring door de Cortes. De Volkspartij trok echter naar het Grondwettelijk Hof dat er vier jaar over deed om uitspraak te doen. Dit leidde tot enorme frustratie in Catalonië, die nog verder escaleerde toen bleek dat het Hof tientallen artikels uit het Estatut vernietigde en er nog veel meer aan een strikte beperkende interpretatie onderwierp.

De frustratie van de Catalanen heeft zich eerder al gewroken in de deelstaatverkiezingen. De Catalaanse regeringspartijen (socialisten, republikeinen en ex-communisten) werden afgestraft. Zo kwamen de liberale nationalisten (CiU) een jaar geleden weer aan de macht met Artur Mas als minister-president. Intussen wordt Spanje ook ten volle getroffen door de eurocrisis en heeft de regering van de Spaanse premier Zapatero heel wat onpopulaire maatregelen moeten treffen. Met de gemeenteraadsverkiezingen van 22 mei ll. werden de PSOE én de Catalaanse socialisten én hun nationalistische coalitiepartner ERC afgestraft. De socialisten spelen het burgemeesterschap van Barcelona kwijt na 32 jaar hegemonie. Voor het eerst zal de stad door een Catalaanse nationalist worden bestuurd.

Ook in Baskenland zijn deze verkiezingen historisch te noemen. Euskadi kende altijd al een nationalistische meerderheid met enerzijds de gematigde PNV (Baskische christendemocraten) en anderzijds de links-radicale partij Batasuna, die werd gezien als de politieke spreekbuis van ETA. Batasuna werd echter buiten de wet gesteld, zodat Baskenland sedert 2009 kunstmatig door een Spaansgezinde meerderheid (PSOE en PP) wordt bestuurd. Maar sedertdien kwam er een historische omslag bij de linkse nationalisten, die definitief afzien van geweld als politiek actiemiddel. ETA was verplicht om een permanent bestand af te kondigen. Zo was de Spaanse overheid gedwongen om deelname van de linkse nationalisten, nu onder de naam Bildu, weer toe te laten.

Met Bildu haalt het links-nationalisme een nooit geziene score. Alle nationalistische partijen samen behaalden 643 485 stemmen tegen 358 568 voor de Spaansgezinden. De laatste jaren gold het ETA-geweld als excuus om de Baskische verzuchtingen ‘onbespreekbaar’ te laten. De vraag is nu of hierin verandering komt.

Voor zowel de Basken als de Catalanen is het ook de vraag of de PP, die elders in Spanje wel de macht verovert, in de toekomst een onderhandelingspartner kan zijn.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties