fbpx


Europa-Express

Christoph Schmidt: ‘De kwaliteit van de politici was de voorbije jaren niet te best’

Waarom de EU soms wél en dan weer helemaal niét werkt



Acht jaar lang was Christoph Schmidt Europa-correspondent voor de Nederlandse krant Trouw vanuit Brussel. Over die Brusselse periode schreef hij nu een boek: 'Dé EU bestaat niet'. Van de aanpak van de migratiecrisis over het voluntaristische Europese klimaatbeleid tot de fratsen van Charles Michel: hoe de EU soms wél en dan weer helemaal niét werkt. U noemt de EU het spannendste politieke labo dat ooit heeft bestaan. Tegelijk kunnen we niet om de vaststelling heen dat diezelfde EU de voorbije jaren…

Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement

U hebt een plus artikel ontdekt. We houden plus-artikels exclusief voor onze abonnees. Maar uiteraard willen we ook graag dat u kennismaakt met Doorbraak. Daarom geven we onze nieuwe lezers met plezier een maandabonnement cadeau. Zonder enige verplichting of betaling. Per email adres kunnen we slechts één proefabonnement geven.


Was u al geregistreerd bij Doorbraak? Log dan hieronder in bij Doorbraak.

U kan aanmelden via uw e-mail adres en wachtwoord of via uw account bij sociale media.





Wachtwoord vergeten





Nog geen proefabonnement?


Lees Doorbraak een maand gratis en vorm uw eigen mening.

Uw Abonnement is (bijna) verlopen

Uw abonnement is helaas verlopen. Maar u mag nog enkele dagen verder lezen. Brengt u wel snel uw abonnement in orde? Dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)

Uw (proef)abonnement is helaas al meer dan 7 dagen verlopen . Als u nu een abonnement neemt, dan mist u geen enkel artikel.


Acht jaar lang was Christoph Schmidt Europa-correspondent voor de Nederlandse krant Trouw vanuit Brussel. Over die Brusselse periode schreef hij nu een boek: ‘Dé EU bestaat niet‘. Van de aanpak van de migratiecrisis over het voluntaristische Europese klimaatbeleid tot de fratsen van Charles Michel: hoe de EU soms wél en dan weer helemaal niét werkt.

U noemt de EU het spannendste politieke labo dat ooit heeft bestaan. Tegelijk kunnen we niet om de vaststelling heen dat diezelfde EU de voorbije jaren van de ene crisis in de andere sukkelde: de Griekse schuldencrisis, de Brexit, de migratiecrisis. Was al dat politieke geëxperimenteer de voorbije decennia dan toch de moeite waard?

Christoph Schmidt: ‘Ik denk dat de EU, enigszins tegen de verwachtingen in, het Brexit-referendum finaal toch verrassend goed en als één blok heeft afgehandeld. De onderhandelingen werden vanuit Brussel ook veel transparanter afgehandeld dan vanuit Londen, en daarbij werd ook consequent één lijn gevolgd. Het migratiebeleid is wat mij betreft dan weer een echte misser: het lukt niet om dat probleem aan te pakken met een uniform én efficiënt beleid. Hierbij botst de EU effectief al jarenlang frontaal op de eigen besluitvormingsprocedures, waarbij een noodzakelijk compromis tussen alle lidstaten meestal tot een sterk verwaterd voorstel leidt dat niet bepaald daadkrachtig oogt.’

‘Ik herinner me één welbepaalde vergadering in het najaar van 2015, in volle migratiecrisis. Daarbij werd toen doelbewust aangestuurd op een stemming in de ministerraad, en niet in de raad van regeringsleiders. Zo volstond – voor een zeer gevoelige beslissing – een gekwalificeerde meerheid, en niet langer unanimiteit. Daarbij werd het verzet van een aantal kleintjes, onder meer Tsjechië en Slowakije, doelbewust genegeerd. Alle lidstaten werden verplicht om bepaalde quota van migranten op te nemen. Dat daadkrachtig beleid is achteraf een kapitale fout gebleken, want die kleine lidstaten voelden zich zwaar in de steek gelaten en de gevolgen daarvan laten zich tot vandaag voelen.’

Het wijst er natuurlijk op dat de EU – net door de grote verscheidenheid die een politieke unie met 27 lidstaten typeert– op cruciale beleidsdomeinen vaak met dit soort weefselfouten af te rekenen krijgt?

‘Dat klopt, en eerlijk gezegd zie ik daar ook niet meteen een pasklare oplossing voor. Ik zie niet goed in hoe je het anders zou moeten organiseren. Neem nu de verkiezing van Ursula Von der Leyen als commissievoorzitter in 2019: dat was geen toonbeeld van democratie, maar hoe moet het anders? Moeten we voor de Europese verkiezingen met transnationale kieslijsten werken? Met als gevolg dat een land als Duitsland dan oververtegenwoordigd zou zijn in de commissie? Het democratische gehalte van de EU kan ongetwijfeld beter, maar laat ons eerlijk zijn: de échte beslissingen worden sowieso niet in Brussel, maar toch vooral in Berlijn, Parijs of Madrid genomen.’

Is de sympathie voor het Europese project bij de Nederlandse en Belgische bevolking de voorbije vijf jaar afgezwakt? En in welke mate heeft uw periode als EU-correspondent in Brussel uw eigen blik op de EU veranderd?

‘Om op uw eerste vraag te antwoorden: ik vrees van wel. Zelf ben ik in die acht jaar in Brussel niet meer pro of contra EU geworden. Enerzijds kunnen we niet blind blijven voor de onomstotelijke voordelen van de interne markt, waaraan Nederland intussen zomaar eventjes tien procent van zijn economie te danken heeft. Anderzijds besef ik ook dat het grote publiek zoiets niet meteen ziet, en dus snap ik dat groeiende negatieve sentiment ergens wel. Mensen zoals Ursula Von der Leyen of Frans Timmermans boezemen ook weinig sympathie in, omdat ze echt wel overkomen als kille technocraten. Natuurlijk krijgen ze ook heel wat onterechte bagger over zich heen, maar je kan niet ontkennen dat de politiek zelf ook een deel van de schuld draagt voor wat er vandaag zoal fout loopt.’

Leven die ‘technocraten’ gewoon niet te vaak in een soort van parallelle wereld, in een bubbel die te ver van de dagelijkse realiteit van de doorsnee Europese burger af staat?

‘Ik heb het gevoel dat iemand als Frans Timmermans – die ook een pak ervaring heeft in de Nederlandse politiek – zelf ook wel beseft dat hij in een bubbel leeft. Daar staat tegenover dat ik als journalist diezelfde bubbel ook in Den Haag zie, of hier bij jullie in de Wetstraat. Alleen is Europa natuurlijk nog een stukje abstracter,  en ik zal niet ontkennen dat iemand zoals Von der Leyen of bepaalde Europese commissarissen echt wel het contact met de realiteit enigszins kwijt lijken te zijn.’

Een rode draad in de kritiek op de EU is het ondemocratische gehalte van de Europese instellingen, de almacht van de Brusselse bobo’s. U wil met dit boek aantonen dat er naast een democratisch deficit ook wel wat democratische ‘overschotten’ bestaan, een teveel aan bemoeienissen van democratische instellingen. Hoezo?

‘Herinner u het befaamde vrijhandelsakkoord met Canada, waar het uiteindelijk Wallonië was dat – als onderdeel van een lidstaat – finaal de voet dwars zette. Met andere woorden: naast het Europees Parlement zijn er vaak ook nog eens 27 nationale parlementen en in België ook nog enkele regionale parlementen die nieuwe Europese wetgeving moeten goedkeuren. Dan is het toch lastig vol te houden dat er een democratisch deficit is? Natuurlijk passeren er soms ook Europese verordeningen die niet door de parlementen van de lidstaten moeten worden goedgekeurd, maar alleen door de vakministers en door het Europees Parlement. Ik begrijp dat dit moeilijk ligt voor heel gevoelige thema’s zoals migratie of de green deal, maar je kan ook moeilijk voor elke stap daarvan in elke lidstaat een referendum gaan organiseren.’

‘De vergaderingen van de Europese raad worden vak bij uitstek als een symbool van achterkamerpolitiek beschouwd. Maar laat ons niet vergeten dat al die regeringsleiders achteraf ook naar huis moeten en voor het afgesloten akkoord ook nog eens groen licht moeten krijgen in hun eigen, nationale parlement. Toegegeven: in de praktijk gebeurt dit natuurlijk lang niet altijd zo. Maar je kan niet ontkennen dat die regeringsleiders en staatshoofden wel degelijk de druk van de publieke opinie in eigen land voelen, en daar ook wel degelijk rekening mee moeten houden.

De grootste politieke schok van het voorbije decennium op EU-niveau was wellicht de Brexit. Enkele jaren na het Brexit-referendum kwam aan het licht dat de pro-Brexit campagne, onder meer via ‘Leave EU’, gesteund werd vanuit Moskou. Het databedrijf Cambridge Analytica had via Facebook ook stemmers bestookt met anti-EU-boodschappen. Niet enkel blijkt het Brexit-referendum dus niet echt het staaltje van zuivere democratie geweest te zijn waarvoor het vaak versleten werd, onder meer Rusland bleek er toen al alles aan te doen om de EU te verzwakken. Zegt dit dan toch iets over de vaak wat onderschatte macht en impact van diezelfde EU op het wereldtoneel?

‘Dat lijkt me wel. Het was overigens niet de eerste keer dat de Russen probeerden om verdeeldheid te zaaien binnen de EU, dat hadden ze eerder ook al gedaan bij het referendum in Nederland over het associatiegedrag tussen de EU en Oekraïne. Het anti-EU-sentiment  aanwakkeren is dus blijkbaar niet zo lastig, en daar moeten we voldoende alert voor zijn, net omdat we daardoor ook al heel snel in een sterk gepolariseerd debat belanden.’

Moeten de media op dat vlak ook niet de hand in eigen boezem steken?

Ik denk dat de media effectief een onderdeel zijn van het probleem. Europa is vaak te ver weg, te lastig om uit te leggen. Niet zelden zie ik ook een gebrek aan kennis in de berichtgeving over Europa. Daar staat tegenover dat ik het niet eens ben met die critici die stellen dat de pers in Brussel zelf ook deel uitmaakt van de ‘bubbel’. Het merendeel van mijn collega’s daar toont zich echt wel behoorlijk kritisch.’

De EU doet er antuurlijk zelf ook alles aan om de weerzin bij de burger flink aan te wakkeren: een zeer voluntaristisch klimaatbeleid, Charles Michel die als voorzitter van de Europese raad naar hartenlust privéjets gebruikt… Het helpt allemaal niet echt om het draagvlak voor de EU op te krikken.

‘Dat soort beeldvorming is natuurlijk nefast, daar moeten we niet flauw over doen. En de uitleg die de woordvoerder van Charles Michel achteraf klaar had om zijn gedrag te vergoelijken, sloeg nergens op. Tegelijk denk ik dat je moeilijk kan verwachten dat iemand zoals Frans Timmermans, die omwille van zijn job nu eenmaal heel veel moet reizen, met de fiets naar Chili trekt. Het lijkt me een beetje kinderachtig om hem daar op af te rekenen.’

U citeert in uw boek Herman Van Rompuy, die in een interview stelde dat pakweg het referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid – net omwille van de enorme maatschappelijke impact daarvan – eigenlijk met een veel ruimere meerderheid zou moeten zijn goedgekeurd om echt rechtsgeldig te zijn. Geldt dit dan ook niet voor een bijzonder ingrijpend klimaatplan zoals de Green Deal? Ursula Von der Leyen werd – met een uitgesproken groene agenda – verkozen tot voorzitter van de Europese Commissie met een meerderheid van amper negen stemmen in het Europees Parlement. Ze was bovendien ook nooit ‘spitskandidaat’ voor die functie. Met andere woorden: de Europese kiezer heeft eigenlijk nooit voor haar groene agenda kunnen stemmen?

‘Als je het huidige aantal zetels van de grote politieke families in het Europees Parlement bij elkaar optelt – socialisten, christendemocraten en liberalen, met daarbij dan nog de groenen – dan kom je sowieso wel aan een stevige meerderheid. Al die partijen hadden zich vooraf uitgesproken voor een streng klimaatbeleid. In die zin kan je dus wel stellen dat een meerderheid van de Europese kiezers nu het beleid krijgt waarvoor ze ook gestemd hadden.’

‘Trek je natuurlijk naar de verkiezingen met een programma waarin je aankondigt dat pakweg de benzine flink duurder zal worden, dan zal je daar wellicht weinig stemmen mee halen. Ik vrees dat het gewoonweg heel lastig is om voor zo’n stringent klimaatbeleid echt een democratisch draagvlak te krijgen. Bovendien regeren de mensen die daar nu over moeten beslissen letterlijk over hun graf heen: bepaalde beslissingen die nu genomen worden zullen nog decennialang impact hebben. Alleen: met het klimaatbeleid kan je ook moeilijk anders, je moet nu maatregelen nemen om de toekomst van je kinderen en kleinkinderen veilig te stellen. En zij kunnen vandaag nu eenmaal nog niet stemmen.’

‘Ik begrijp best dat miljoenen Europeanen die het nu al lastig hebben om de eindjes aan elkaar te knopen, helemaal niet zitten te wachten op dit Europese klimaatbeleid en stilaan ook het vertrouwen in de politiek verliezen. Maar heeft die politiek een andere keuze? Tal van opiniepeilingen geven intussen ook aan dat de meerderheid van de Europeanen echt wel beseft dat we iets moeten doen om het klimaatprobleem aan te pakken. Of ze vervolgens ook bereid zijn daar de concrete gevolgen van te dragen, dat is een heel ander paar mouwen. Op dat verhaal zit veel spanning, en dan is het aan de politici om zoiets verkocht te krijgen. Het probleem is natuurlijk dat de kwaliteit van die politici de voorbije jaren niet al te best was.’

Volgend jaar komen er opnieuw Europese verkiezingen aan. Valt het niet te vrezen dat de EU, in navolging van almaar meer landen, op termijn ook min of meer onbestuurbaar wordt door de groeiende polarisering?

‘Dat wordt natuurlijk al even voorspeld, maar het klopt wel dat het gematigde midden steeds kleiner wordt, waardoor de besluitvorming almaar lastiger wordt. Tegelijk heeft het Europees parlement de voorbije jaren toch nog best wat belangrijke nieuwe wetgeving goedgekeurd, misschien moeten we dus niet zó pessimistisch zijn.’

Dé EU bestaat niet is verkrijgbaar in onze webwinkel.

Filip Michiels

Filip Michiels is zelfstandig journalist.