JavaScript is required for this website to work.
post

Conscience creëerde Vlaanderen

Jean-Pierre Rondas14/9/2012Leestijd 3 minuten

Op Open Momumentendag begin september werd in de Antwerpse Conscience-gemeente Schilde voor Hendrik Conscience een standbeeld onthuld, een creatie van de bekende beeldhouwer Wilfried Pas. Daarmee wordt – tweehonderd jaar na zijn geboorte – een auteur gehuldigd die Vlaanderen van zichzelf bewust maakte. Het verhaal dat hij vertelde leidde namelijk tot niets minder dan de Vlaamse Beweging zelf, en uiteindelijk tot de semifederale, semiautonome, semisoevereine regio waarin we nu leven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Conscience heeft niet alleen de Vlaamse Beweging gemaakt, hij heeft ook Vlaanderen zelf gecreëerd. En dat is begonnen bij de symbolen. Zonder zijn Leeuw van Vlaanderen natuurlijk ook geen Vlaamse Leeuw bijvoorbeeld. Al in 1847 dichten en componeren Karel Miry en Hippoliet van Peene de Vlaamse Leeuw, wat een erkenning inhoudt van het nieuwe nationale symbool. Zonder Consciences Leeuw van Vlaanderen uiteraard geen 11 julifeest, want dat gedenkt de Slag der Gulden Sporen. Zonder Consciences De kerels van Vlaanderen en de ‘elektriserende werking’ die ervan uitging, geen Blauwvoeterie van Rodenbach. Zonder Conscience geen Vlaamse natie die Vlaanderen heet.

Vlaanderen is inderdaad een constructie, en dan nog van één man. Conscience creëerde figuren die symboolwaarde kregen in de Vlaamse Beweging: Breydel en De Coninck, Artevelde, de jongens van de Boerenkrijg. Na een eeuw klinken deze histories ouderwets, maar veel maakt dat niet uit. Ze zijn een identiteitsstichtende motor geweest en als dusdanig verdienen ze ons respect en onze koestering.

Op een andere manier bestond ‘Vlaanderen’ wel degelijk. Het is eigenaardig dat de Belgische historici in de middeleeuwen wel een voorafbeelding van het latere België ontwaren, maar nauwelijks een van het latere Vlaanderen. Wat zeker niet bestond, was een België avant la lettre. En als noch Vlaanderen noch België bestonden, dan bestond België eertijds nog veel minder dan Vlaanderen. Net zoals Vlaanderen ook vandaag over veel meer ‘bestaan’ beschikt dan België.

Met de Leeuw van Vlaanderen schreef Conscience een protestroman tegen de onherstelbare erfzonde van de Belgische staat. Het was een daad van eenvoudige rechtvaardigheid, gericht tegen wat hij noemde de ‘boze staetkunde’ van België. Deze staat bestond nauwelijks vijf tot zeven jaar, of de boosheid van zijn staatkunde was al duidelijk geworden. Deze bestond vooral in zijn boos opzet, in het feit dat hij willens en wetens ageerde tegen wat men toen la race flamande noemde. In die zin bestond Vlaanderen vanzelf en waren er geen constructietheorieën nodig. De verfransers wisten namelijk perfect waar Vlaanderen lag, en veel onderscheid tussen Vlaanderen, Brabant en het land van Loon was er ook al niet nodig. Vlaanderen, dat was waar nu nog Vlaams werd gesproken en waar in de toekomst Frans zou worden gesproken. Het zijn de verfransende belgicisten geweest die ons het taalprobleem hebben opgedrongen, en die Vlaanderen als het ware hebben gesticht doordat ze het van zichzelf ‘gewaar’ hebben gemaakt.

Onmiddellijk kwamen daar demografische berekeningen bij. De Vlamingen ware namelijk met te veel. Ook dat beseft Conscience heel goed. In het midden van zijn bevlogen discours in het voorwoord bij de Leeuw van Vlaanderen staat daar plotseling een vergelijkende tabel met inwonersaantallen per provincie, met de opmerking dat wij weliswaar twee keer zoveel belasting betalen als de Walen, maar toch Walen zullen moeten worden!

Men zegt vaak dat Vlaanderen het resultaat is van de Belgische staatsstichting, en daarmee bedoelt men dan iets goeds te zeggen over de Belgische staat: zie je wel, Vlaanderen bestaat dankzij België! Het is eerder zo dat Vlaanderen een antwoord was op de poging van de Belgische staat om een Belgisch natiegevoel te ontwikkelen door aan Vlaanderen het Frans op te leggen vanaf dag 1 in 1830 tot dag 66 440, en dat is vandaag, als Doorbraak van de persen rolt.

Zonder Franse eenheidstaal zou het niet lukken met dat Belgische natiegevoel en dat is ook niet gebeurd. Conscience wist dat de Belgische staat met zijn boze staatkunde uit was op ‘smelting’. Zo noemt hij het uitwissen van het Vlaamse element in de steden en op het platteland. Op zijn manier wou hij daar iets aan doen, met een verhaal dat een gemeenschap construeerde tegen die andere constructie, namelijk België zelf. België dat toch maar het resultaat was van de diplomatieke conferentie tussen de Europese grootmachten.

Hoe zit het dan met de Belgische decoraties op zijn geklede jas, die vooral te zien zijn op de foto’s van de Conscience zonder baard? Conscience was een van de eerste unitaire flaminganten, een beetje zoals later Frans van Cauwelaert. Naïef als hij was, dacht hij dat België zichzelf niet was zolang het op ‘smelting’ uit was. Het ware België, vond hij, was een staat die aan beide volksgemeenschappen evenveel rechten toekende. Hij heeft moeten leren inzien dat men nooit van plan was geweest zo’n staat van wederkerigheid te stichten. Het gaat immers om de Belgische constructiefout. De houding van het unionistische België tegenover Vlaanderen is er altijd een geweest van weerzin, obstructie en sabotage tot de dag van vandaag. In die zin was de titel van zijn artikelenreeks van 1847 zeer juist: ‘Over het gebrek aan nationale gevoelens in België’. Ook die titel is nog actueel.

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties