JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Cool Britannia en de Vlaamse leeuw

Frans Crols10/3/2014Leestijd 2 minuten

U kan kiezen: tussen de leeuw van Kris Peeters, een mager scharminkel, en de leeuw van Jan Peumans, een klassiek beestje dat evenmin mooi is maar hoort bij de traditie en de herkenbaarheid. De kwestie roept herinneringen op aan de campagne van Tony Blair voor Cool Britannia.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Toen jaren geleden de Generale Bank omgedoopt werd tot Fortis ging een forse cheque naar een ontwerpbureau en hop, er was een nieuw logo, een nieuw beeldmerk. Het nieuwe logo, een dada van Maurice Lippens, was een rommeltje van gekleurde vlekjes, om het grover te stellen, een mislukte macedoine.

Wat Lippens en Kris Peeters uitspoken met een logo doet denken aan de grootschaligere poging om Groot-Brittannië super, flashy, cool te maken door de actie Cool Britannia. Een van de ingrepen was het herschilderen van de staarten van de vliegtuigen van British Airways. Die verandering moest om het multiculturalisme van het Nieuwe Groot-Brittannië te illustreren. Dat schiep een dermate verwarring bij de behandeling van de toestellen en in de controletorens dat de stunt om veiligheidsredenen na een tijd werd geschrapt. Het project Cool Britannia werd een te voorspellen nederlaag. Wie niet behoorde tot de culturele bovenlaag van het VK zag het hoegenaamd niet zitten en lachte zich een kriek. Cool Britannia was een bastaard van New Labour, Britpop en de Spice Girls.

Cool Britannia was geleend van een songtitel van de Bonzo Dog Doo Bah Band uit de jaren zestig. Newsweek pakte er twintig jaar later mee uit om het VK onder New Labour te beschrijven. Tony Blair vrijde van bij zijn start (1997) de culturele elite op, was dikke vriendjes met rockers, schilders, danseressen, modemakers, kortom, met iedereen die hip Brittannië symboliseerde en zo mee het stofferige imago van de staatsfanaten van Old Labour kon doen vergeten. Dat de culturo’s van het Verenigd Koninkrijk zich op die manier als schoothondjes van Downing Street opstelden was pure winst. Niks nieuws onder de zon dus als je ziet hoe het merendeel van onze culturo’s één lied kent: de Brabançonne.

Uitingen van Cool Britannia waren een met jazzritmes opgejutte versie van het God Save the Queen op een conferentie van staatshoofden van het Commonwealth, een letterlijke topontmoeting op de hoogste verdieping van Canary Wharf met een exquise kok die bakte en stoofde voor president Clinton, de installatie van ‘space-age pods’ in Londen. Niks was te zot om te tonen dat Groot-Brittannië geen achterlijke negorij was, maar een ‘creative powerhouse’. Een comité met de bekende en voorspelbare prominenten werd gevormd om deze ‘rebranding’ van Oud-Engeland naar Cool Britannia te begeleiden.

Toen Blair goed in het zadel zat en zijn eerste huiswerk netjes had afgeleverd, was alles geschikt om Cool Britannia te maken en te tonen. Blair doorspekte zijn toespraken met hippe verwijzingen naar popmuziek, de nieuwe stofzuiger van Dyson en kunstledematen uit een spitsfabriek in Midden-Engeland. De kritiek zwol over de jaren aan en leidde tot het opdoeken van de campagne. De hoofdvraag luidde: in hoeverre klopt die ijdele en zelfgenoegzame herpositionering en zijn wij werkelijk zo cool als wij willen tonen, en nog belangrijker, heb je een overheid nodig om in de megafoon van de verwezenlijkingen te toeteren. Als het goed is, dan zal de wereld het zelf wel ontdekken. De iPod en de iPad hebben nooit een staatsactie nodig gehad om razendsnel van nul naar miljoenen gebruikers te klimmen. De miljarden boodschappen op het internet waren er vijfentwintig jaar geleden niet.

Tony Blair was een propere bourgeois uit Islington, het Zuid (voor Antwerpenaren) van Londen. Toen hij uitpakte met Cool Britannia was hij al jaren voorbij zijn tienertijd. Nabootsingsgedrag van heren van stand die hun leeftijd willen verdoezelen komt vandaag dubbelstom over. Geen jongere die erin trapt, daarvoor zijn zij te cynisch en te wereldwijs. Kiezen tussen de Dunne van Peeters en de Dikke van Peumans is verloren tijd. De Dikke Leeuw is er, en laat die blijven.

Foto: © Reporters

Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.

Commentaren en reacties