JavaScript is required for this website to work.
post

Corona: de Zwarte Dood revisited?

ColumnErik De Bruyn13/3/2020Leestijd 3 minuten
Ook in 1349 stak men graag de schuld op een ander, in dit geval de Joden

Ook in 1349 stak men graag de schuld op een ander, in dit geval de Joden

foto © Bibliothèque royale de Belgique, MS 13076-77, f. 12v

In tijden van coronacrisis is het burgerzin die de schade zal beperken. Iets waar onze leiders niet al te veel kaas van hebben gegeten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De schade die covid-19 zal veroorzaken kan enkel binnen de perken worden gehouden door burgerzin aan de dag te leggen. En net op dat vlak ziet het er niet zo fraai uit, aangezien onze leiders niet echt het goede voorbeeld geven.

Het indijken van de kwalijke gevolgen van het coronavirus zal goeddeels afhangen van onze burgerzin, zo blijkt. Nu is dat niet meteen de sterkste eigenschap der Belgen. Dat heeft zo zijn historische oorzaken. In onze geschiedenis volgden overheden van allerlei slag en herkomst elkaar in snel tempo op: Romeinen, Spanjaarden, Oostenrijkers, Fransen, Nederlanders en Duitsers. Ook onze eigen Belgische overheid was zelden kwistig met menselijke warmte, evenmin voor Franstaligen trouwens.

‘Moi j’aurais bien aimé un peu plus de tendresse. Ou alors un sourire ou bien avoir le temps. Mais au suivant, au suivant. Ce n’fut pas Waterloo mais ce n’fut pas Arcole. Ce fut l’heure où l’on regrette d’avoir manqué l’école. Au suivant, au suivant’ zong Jacques Brel over zijn legerdienst. Het gevolg is dat onze blik in de loop der eeuwen vernauwde tot het proper houden van ons eigen erf.

Tien weken miserie

Ondertussen is het er niet beter op geworden, verwende nesten als we zijn. Verslaafd aan goedkope rommel van Alibaba, aan het parkeren van onze SUV in onze illegaal verharde voortuin, onze jaarlijkse vakantie in ‘de Dominicaanse’ en een half uur onder de douche staan. Toch rechten we nu beter even de rug. Reken maar alvast op een week of tien corona-miserie. Of langer, want paradoxaal genoeg moeten we ervoor zorgen dat de epidemie zich wat verspreidt in de tijd, om te vermijden dat onze ziekenhuizen bezwijken onder het gewicht, en de mortaliteit daardoor de hoogte in schiet, zoals nu in Italië en Spanje gebeurt.

De manier waarop zij die zich opwerpen als onze leiders zich in deze crisistijden gedragen, belooft jammer genoeg weinig goeds. Dat sommige burgemeesters menen de paraplu open te moeten trekken en denken hun verantwoordelijkheid af te moeten schuiven op andere bestuursniveau’s, in de hoop daarmee te kunnen aantonen dat die niet werken, en daarmee hun eigen politieke agenda te kunnen bevorderen, daar word ik eerlijk gezegd lichtjes onpasselijk van. Artikel 135, paragraaf 2, punt 5 van de Nieuwe Gemeentewet is nochtans duidelijk: ‘Aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten wordt toevertrouwd, het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.’

Andermans schuld

Nu is ook dat vingerwijzen naar anderen verre van nieuw. In de veertiende eeuw waarde de Zwarte Dood door Europa. Een gevaarlijke vorm van pneumoniale pest die, jawel, zijn oorsprong vond in China, vervolgens in Europa voet aan wal zette via Italië, en zich dan doorheen Spanje en Frankrijk een weg baande naar Duitsland en naar onze contreien.

Ook toen al waren er politieke en religieuze krachten aan het werk die de Zwarte Dood probeerden te gebruiken voor eigen gewin. De algemene overtuiging was dat de Zwarte Dood een straf was van God, en de zelfkastijding der flagellanten was een poging Hem milder te stemmen. Maar nog aantrekkelijker dan zelfkastijding was het kastijden van anderen. Al snel werd de schuld bij de Joden gelegd. In Frankfurt werd het hele Joodse kwartier uitgemoord, in Brussel vonden zeshonderd Joden de dood. Dat heeft ons natuurlijk niet geholpen. In minder dan vijf jaar werd één derde van de Europese bevolking van de kaart geveegd, en het zou nog tot in de zeventiende eeuw duren alvorens we ons van die demografische ramp herstelden.

Ramp

Dat brengt me bij de betekenis van het woord ‘ramp’, die enigszins aan inflatie onderhevig is. Zo noemen organisatoren van evenementen het al een ‘ramp’ als ze een concert of een beurs moeten afgelasten. Op een bureaucratische manier trachten ze dan de noodzakelijke maatregelen van de overheid te omzeilen door bijvoorbeeld net onder de drempel van de 1000 aanwezigen te blijven, terwijl het écht wel de bedoeling is om die evenementen niet te laten doorgaan, en het aantal mensen dat op de been is voor niet levensnoodzakelijke activiteiten te beperken.

We gaan echt niet wachten tot er een of ander fonds is opgericht om de organisatoren schadeloos te stellen, want tegen die tijd is de kans groot dat de organisatoren zelf overleden zijn aan het coronavirus. Er is daar daar trouwens geen geld voor. Dat is verdwenen in de bodemloze put van de taxshift.

 


Wil u meer lezen over hoe de Zwarte Dood huishield in het Europa van de veertiende eeuw? Lees dan het boek 1349: Hoe de Zwarte Dood Vlaanderen en Europa veranderde van Joren Vermeersch. Uiteraard verkrijgbaar in de webshop van Doorbraak.

Erik De Bruyn (1959) is actief in de Antwerpse sp.a.

Meer van Erik De Bruyn
Commentaren en reacties