JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Crony kapitalisme à la belge

ColumnBoudewijn Bouckaert22/1/2020Leestijd 4 minuten

foto © Wikimedia

Het schandaal rond de Financietoren is een blaam op het blazoen van oud-premier Guy Verhofstadt, slecht bestuurder en ‘vriendjeskapitalist’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vele jongeren, zoals ikzelf destijds, betogen graag tegen ‘het kapitalisme’. Meestal ligt de aanleiding van hun actie in een concrete misstoestand zoals corruptie, misbruik van monopolie posities, misleiding van consumenten, afwenteling van kosten op het milieu. Omtrent de aanleiding hebben ze dikwijls gelijk. Alles op één hoop gooien onder de noemer van ‘het kapitalisme’ is echter een grote denkfout. Er zijn immers meerdere vormen van kapitalisme.

Het vrijemarktkapitalisme, dat door rechtgeaarde liberalen wordt verdedigd, steunt op een strikte scheiding van politiek en economie. De overheid zorgt voor de rechtshandhaving en het in stand houden van een ‘leveling playing field’, waarbij het competitiegehalte in de markt bestendig bewaakt wordt en er wordt opgetreden tegen monopolie posities en oneerlijke concurrentievoorwaarden. Het ingrijpen van EU-commissaris Vestager tegen Google is hier een voorbeeld van. Binnen dit normatief kader laat de overheid de vrije markt zijn gang gaan. Dit vrijemarktkapitalisme wordt dikwijls door kapitalisten zelf ondermijnd. Zij gooien het met elkaar, of meer nog, met overheidsinstanties op een akkoordje om geprivilegieerde posities op de markt te verwerven en zo superwinsten te boeken. Het gaat dan in feite over antikapitalistische kapitalisten, als je tenminste met kapitalisme het vrije marktkapitalismebedoelt.

Crony kapitalisme

Tot aan het einde van de Koude Oorlog werd er weinig aandacht besteed aan de verschillen binnen het kapitalisme. Alle aandacht ging naar de strijd met de erfvijand, het communisme. Met de implosie van dit laatste veranderde dit. In de literatuur dook de term crony kapitalisme op. In het Nederlands zouden we het vriendjes-kapitalisme kunnen noemen. De term werd gelanceerd bij de beschrijving van het door en door corrupte Marcos-regime op de Filippijnen, maar werd later gebruikt om het economische regime in vele ontwikkelingslanden te typeren.

In onze beschaafde West-Europese wereld komt crony kapitalisme niet voor, dachten we. Democratische controle, vrije pers en een onafhankelijke rechterlijke macht steken daar bij ons wel een stokje voor. Of toch niet?

Het ongeboren leven heeft geen stemrecht

Als je Brussel binnenrijdt vanuit het noorden via de kleine ring kan je er niet naast kijken, de (afgetopte) Financietoren. Dit bureaucratisch-architectonisch pronkstuk verbergt een pijnlijke brok crony kapitalisme à la belge. We gaan even terug naar het door de blauwlinksen zo bewierookte paarse tijdperk. Guy Verhofstadt, die de socialisten een peperdure ‘retour au coeur’ had gegund, wou ook een blauwe trofee: begrotingsevenwicht. Dat kon hij bereiken door de belastingen te verhogen, maar dat wou het blauwe fabriekje niet. Hij kon dat ook doen door de uitgaven te verlagen, maar dat viel op een koude steen bij de rode spitsbroeders. Dus ging de trukendoos open. Een ervan waren de fameuze ‘sales and lease back’-operaties. Je verpatst overheidsgebouwen en schrijft de opbrengst ervan in op de begroting. Daardoor heeft de overheid minder vastgoed, maar daarom niet minder ambtenaren. Die laatste moeten ook ergens blijven zitten. Daarom worden de verkochte gebouwen terug gehuurd en het leven gaat verder. Of toch niet? Het gat in de begroting is immers gevuld met een steeds terugkerende schuld op lange termijn, namelijk de huursommen voor de verpatste gebouwen. Anders gezegd, de fiscale last wordt naar de toekomstige generaties, die nog niet stemmen, verschoven.

De Financietoren: een paarse dystopie

Het sprookje rond de Financietoren laat ons toe toeters en bellen te hangen rond dit abstracte mechanisme. In 2001 verkocht de regering Verhofstadt de toren aan de vastgoedfirma Breevast voor een prijs van 311 miljoen Euro, wat geboekt werd op de begroting. Breevast renoveerde het gebouw, met onder meer asbestverwijdering, voor 325 miljoen Euro. In het totaal heeft Breevast in de toren dus 636 miljoen euro geïnvesteerd. Geen slechte deal als je weet dat zij het enkele dagen geleden verkocht hebben aan het Zuid-Koreaanse Meritz voor 1, 2 miljard Euro. Breevast casht dus bijna het dubbele van haar investering terug via de meerwaarde. Maar dat is nog niet alles. In 2004 sloot Breevast met ‘onze’ overheid een niet-heronderhandelbaar huurcontract van 30 (!) jaar aan 42,7 miljoen/jaar, wat inmiddels door indexering en meerprijs voor renovatie is opgelopen tot 59 miljoen euro.

De factuur voor de overheid zal in 2035, bij het aflopen van de huur, opgelopen zijn tot 1,8 miljard euro! De vastgoedvrienden zijn dus tweemaal langs de kassa gepasseerd. Eenmaal via het opstrijken van een meerwaarde van bijna 100 procent van hun investering. Een tweede maal door het cashen van een huuropbrengst die ver boven een opbrengst ligt, die normaal is voor vergelijkbaar vastgoed in Brussel. De huurprijs bedraagt immers €350/m2 kantoorruimte, terwijl de normale huurprijs niet boven de 250 m2 kan uitkomen. Men heeft berekend dat Meritz voor haar aankoop kan rekenen op 4,85 procent opbrengst per jaar. Wat meer dan het spaarboekje van de ‘kleine man’.

Oerslecht bestuur

Stel je voor dat Guy Verhofstadt niet naar di Rupo had geluisterd en 636 miljoen euro had bespaard op de begroting en de Financietoren zelf had laten renoveren. Dan hadden we tegen 2035 al voor 1,8 miljard euro minder aan huur uitgegeven en moesten we in de verdere toekomst ook geen huur meer betalen. Of, stel dat we het zónder Financietoren konden doen omdat we minder ambtenaren nodig hebben — dat beweren liberalen toch altijd — dan konden we het gebouw zelf verpatsen voor 2,1 miljard euro…

De dure anekdote van de Financietoren bewijst niet alleendat België oerslecht bestuurd wordt maar ook dat het optreden van de overheid verantwoordelijk is voor een sluipende corruptie van het kapitalisme. Er valt meer geld te verdienen met zulke sluwe deals dan met eerlijk en risicovol ondernemen.

Zullen dergelijke fiscale oplichterijen à la belge verdwijnen wel met het verdwijnen van België? Niet per se. Door slecht bestuur op te splitsen krijg je niet noodzakelijk beter bestuur. Je kan evengoed eindigen met twee slecht bestuurde deelstaten. Het is aan de Vlaamse politici om te bewijzen dat Vlaams bestuur ook beter bestuur is en dat Vlaams kapitalisme minder ‘crony’ zal zijn dan het Belgische. Ook dat is een werkpunt van de Vlaamse Beweging.

Boudewijn Bouckaert (1947) is emeritus hoogleraar rechten en 'law and economics' aan de Ugent. Hij was Vlaams Parlementslid voor LDD en voorzitter van de klassiek-liberale club Nova Civitas en van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Vandaag is hij voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!

Meer van Boudewijn Bouckaert
Commentaren en reacties