JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Cultuurfonds met crisismanager

Davidsfonds 140 jaar

Katleen Van den Heuvel16/1/2015Leestijd 3 minuten

Het Davidsfonds bestaat 140 jaar. En dat mag geweten worden. Het cultuurfonds opent een nieuw gebouw in Leuven en heeft een nieuwe chef, voor het eerst een vrouw.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Cultuur beweegt en evolueert. Het ooit strijdbaar Vlaamse en kritisch katholieke Davidsfonds van de eind 2013 jaar overleden Clem de Ridder is geëvolueerd naar een culturele servicedienst waar zowat elke cultuurconsument zijn gading kan vinden: lezers, reizigers, wandelaars, museumbezoekers, taal- en spellingfreaks … Meer dan een vereniging ‘voor godsdienst, taal en volk’ – zoals het motto klonk– is het Davidsfonds vandaag reisorganisatie, evenementenorganisator en uitgeverij voor de kwaliteits- en meerwaardezoeker. Zeg maar, voor de Canvaskijker. Maar dan wel boven de zestig.

De jongste twintig jaar zat het Davidsfonds wel vaker in zwaar weer. Een nationaal voorzitter die een cultuurvereniging een separatistische smoel wou geven – Lieven Van Gerven – kostte heel wat leden. De eerdere overname van de literaire uitgever Clauwaert leidde tot het volledig stopzetten van literair werk. De kinder- en jeugdboekhandel werd verkocht. De demografische evolutie zorgde voor natuurlijke uitgroei van het ledenbestand – jongeren binden zich niet makkelijk tot een vereniging – en dus inkomsten. Een crisismanager, nota bene afkomstig van uitgeverij Die Keure, lichtte afgelopen najaar Davidsfonds uitgeverij door.

Maar met nieuwe initiatieven – onder secretaris-generaal Norbert D’hulst ontplooid, succesvol verdergezet door directeur Jeroen Sleurs – herprofileerde de oude tante zich tot een modern bedrijf dat – ondanks het bereikte doelpubliek – jong en fris oogt. Met Toast Literair, de Nacht van de Geschiedenis, Zomerzoektochten, een ‘academie’ (voorheen Universiteit Vrije Tijd) en hoogstaande, maar dure culturele reizen.

Aansluiting bij jongeren zoeken, daar kampt wel elke vereniging mee. Maar het Davidsfonds heeft het er wel erg moeilijk mee. Slechts 16% van de cultuurreizigers zijn jonger dan 60, om maar één cijfer te geven. En op de activiteiten van de nationale Academie, zie je vooral grijze haren. Op zich niets mis mee, jonggepensioneerden en andere senioren vormen stilaan de meerderheid van de Vlaamse bevolking. Davidsfonds zou daar heel gericht op kunnen werken – en doet dat in feite ook – maar wil een ‘Gesamtkultur’-vereniging zijn. Voor oud en minder oud, jong en minder jong.

Van Vlaamse en katholieke strijdbaarheid is daarnaast al lang geen sprake meer. Onder Norbert D’hulst veranderde het logo in een gestileerde D met een half boekje. Onder Jeroen Sleurs werd het een komma of een accent, of is het een aanhalingsteken? Onder Clem de Ridder was het nog een (Vlaamse) leeuw met een kruisje. Ook gestileerd. Maar duidelijk voor de waarden van de in 1875 opgerichte cultuurvereniging die wel meer heeft gedaan dan enkel de Vlamingen leren lezen.

Hier en daar is nog een afdeling die het Vlaamse hoog in het vaandel draagt. Het katholieke is al langer onder de mat verdwenen. Daar had het fonds het in de jaren 1960 kerk-kritische Jong Davidsfonds – dat onder meer Nelly Maes voortbracht – niet voor nodig. De geseculariseerde samenleving maakte van het ooit intransigent katholieke Davidsfonds een sociaal-cultureel christelijk gegeven, zoals dat vandaag ook geldt voor onderwijs en gezondheidszorg.

Toen Frank Vandenbroucke – wel door menige rode rot eerder katholiek dan socialist bestempeld – in 1990 bij het Davidsfonds het boekje Over dromen en mensen uitgaf, regende het nog klachten in het nationaal secretariaat. Leden beklaagden zich dat hun katholieke vereniging een vrijdenker aan het woord lieten. Als een paar jaar later nationaal voorzitter Lieven Van Gerven, ook voorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen, het Davidsfonds in het kielzog van de Vlaamse Volksbeweging een separatistische koers liet varen, regende het evenzeer klachten van leden en afdelingen, die het allemaal té radicaal vonden. Zeker toen Van Gerven aan de spits stond van de broederstrijd rondom de IJzertoren. Maar als in die periode Leeuw en kruis in het logo werden verwijderd, stapten ook weer enkele afdelingen over naar de radicale Vlaamse Volksbeweging. Na het Jong Davidsfonds is er altijd wel oppositie geweest binnen de vereniging, maar nooit georganiseerd, zelden gecoördineerd.

Een nieuwe directeur – de eerste vrouw in de geschiedenis – staat sinds kort aan het roer. Tine Verhelst mocht eerder de communicatie verzorgen van de kleine KU Brussel. Deze universiteit bestaat ondertussen niet meer, maar was in de jaren 1990 haast een pendant van het Davidsfonds, zo vele activiteiten vonden er plaats, zo vele proffen gaven er uit of spraken er voor afdelingen en Universiteit Vrije Tijd.

Tine Verhelst wacht de moeilijke taak de wissel op de toekomst te bedenken en te begeleiden: meer jongeren en jonge gezinnen aantrekken – want een belangrijk deel van de inkomsten komt van de lidmaatschapsbijdragen van de 45 000 leden, de financiën van de uitgeverij rechttrekken, het imago verjongen. Er is niks mis met volksverheffing. Maar een duidelijke smoel kan misschien ook helpen, in plaats van angst voor de eigen (Vlaamse, christelijke) schaduw. Alleen zullen de stafmedewerkers en andere gesubsidieerde medewerkers het zelf moeten doen, want afdelingen leiden meer dan ooit tevoren een eigen leven – moeilijk als ze het hebben in de culturele servicedienst die hun geëngageerde ledenbeweging geworden is.

Katleen Van den Heuvel (1972) is historica en filosofe en hoewel ze journalistiek studeerde geeft ze geschiedenis in het secundair onderwijs. Ze schrijft over geschiedenis, Europa, Verenigde Staten en media.

Meer van Katleen Van den Heuvel

‘De Belg’ is géén botte afrekening met Christian Van Thillo en zijn mediarijk, zoals de eerdere (en toekomstige) boeken van Guido Van Liefferinghe. Maar blij zal hij er zeker niet mee zijn.

Commentaren en reacties