JavaScript is required for this website to work.
post

Cultuursector opletten: het kan ook anders!

Kwaliteit brengen zonder subsidies

Luc Nijs2/1/2020Leestijd 6 minuten
Een meester van de oude muziek aan het werk

Een meester van de oude muziek aan het werk

foto © Reporters / Abaca

De verslaving aan de ‘subsidietiet’ is een gevaar, in het bijzonder voor de cultuursector. En het kan ook anders. Een verslag.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De verslaving aan de subsidielong is een gevaar, in het bijzonder voor de cultuursector. Het kan ook anders, mocht ik zelf ervaren. Een verslag.

Wat is er leuker dan de hele dag de subsidiehoer uit te hangen. Een ander betaalt en verantwoording afleggen moet je nauwelijks. Je zou je bijna als het centrum van de wereld gaan beschouwen. Het moet dan ook niet verbazen dat de cultuursector recentelijk de kaart van het ‘victimisme’ trok. Het bleek dat hij niet alleen verslaafd is aan subsidies, maar ook aan verontwaardiging. Op lange termijn verkankert een subsidie-industrie.

De vliegtuigindustrie is daar een mooi voorbeeld van. Decennia lang al proberen de EU en de VS via allerlei slinkse achterdeurtjes ‘hun’ producent te bevoordelen zonder de aandacht te trekken van de Wereldhandelsorganisatie (WHO). Zonder allerlei verkapte subsidies overleeft deze sector nog steeds niet. En als er toch iets mis gaat, stuur je je CEO met een gouden handdruk van 60 miljoen dollar naar huis, zoals recent bij Boeing het geval was. Dichter bij de definitie van bloedgeld kan je niet komen. En het kan anders, ook in de cultuursector, zo mocht ik het afgelopen decennium ervaren. Een kleine meekijkoefening is wat volgt.

De concertzender

Mijn werkdomein kent eigenlijk geen echte werkuren, zeker niet daar het ook nog eens geflankeerd wordt door boeken schrijven, lezingen geven, les geven, enz. Je moet er dus zelf een grens aan stellen. Als muziekfanaticus, met een brede smaak maar een nadrukkelijke voorkeur voor klassieke muziek en opera, luister ik veelvuldig naar binnen- en buitenlandse zenders. In die lijst staat ook Nederlandse Concertzender (CZ), een in essentie brede cultuurzender met hoofdzakelijk klassieke muziek, maar ook jazz, chansons, wereld- en achtergrondmuziek enz. op het programma.

Je gaat er in essentie naar toe om nieuwe dingen te ontdekken. Toen een jaar of tien geleden een functie vrijkwam als vrijwillig programmamaker binnen de eindredactie ‘hedendaagse klassiek’, nam ik de sprong. Heerlijk dacht ik: met muziek bezig zijn, nu en dan wat bijleren, allemaal mensen met passie voor muziek en radio, hoeveel beter kan het? Dat het vrijwillig was stoorde me niet, het was uiteindelijk een hobby. En een die ik zelf kon invullen qua tijd en gewoon van thuis of elders kon ontwikkelen. Flexibel genoeg voor iemand met een druk en steeds wisselend werkschema.

Na een proefuitzending kon ik aan de slag. Vandaag zijn we tien jaar verder en loopt de trein nog steeds. Maar er is intussen een wereld voor me opengegaan, waar de Vlaamse cultuursector het een en ander zou van kunnen leren. Voor ik tot de essentie kom, een klein beetje noodzakelijke geschiedenis.

Een beetje historie

De Concertzender zag het licht medio jaren 80 als een destijds regionale Amsterdamse zender met focus op live opnames van de vele concerten die Amsterdam en omstreken rijk waren en zijn. Na verloop van tijd liep de zender in het vizier van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), en met name hun Radio 4, de Klara-tegenhanger, en werd hij er onderdeel van. Toen vanaf de late jaren 90 flink werd bezuinigd op cultuur en dus ook op de NPO kwam de Concertzender in de problemen.

De CZ was een zender met een heel specifieke ambitie, en met een breed muziekaanbod zodat er veel overlap met andere NPO-muziekzenders was. Na wat gehaspel was het tijd om te vertrekken en werd de Concertzender afgestoten. Aansluiten bij een andere grote commerciële speler werd overwogen, maar dat zou niet gaan zonder de essentie en identiteit van de zender volledig kwijt te spelen. En dus werd er voor het moeilijke pad gekozen: zelfstandig en zonder subsidies.

Kan je zonder subsidies toch succesvol zijn?

De keuze voor het moeilijke pad had zo zijn consequenties. Zonder subsidie diende men afscheid te nemen van duurbetaalde presentatoren en dito directieleden, grote eigen cd-collecties en dure panden in de binnenstad of op het mediapark in Hilversum. Na veel omzwervingen kwamen we terecht in een afgedankt pand boven de oude bioscoop op de Ganzenmarkt in Utrecht. En nu?

Gingen we reclame aanvaarden op de zender? Nee, dat tastte de eigenheid te veel aan. De nadruk moest liggen op muziek. Maar wat dan wel? Na vele omwegen werd er gekozen om in te zetten op wat de zender altijd al wilde zijn. Maximaal muziek, maximaal in de breedte met ruimte voor live opnames en vooral dingen die je ergens anders niet hoort. Want dat is het nadeel van gesubsidieerde cultuur: luisterdichtheid wordt het centrale gegeven, en je programmatie beweegt steeds meer naar het midden van de mainstream. Het is via deze weg ook dat Klara een André Rieu-zender is geworden. Een beetje zoals de media in het algemeen, als nieuws en cultuur in eerste instantie een verkoopbaar product of dienst worden.

Langs de lijnen van zijn zelf gekozen identiteit

En dus ontwikkelde de zender zich langs de lijnen van zijn zelf gekozen identiteit. Veel live opnames, waardoor we nu de grootste database van live opnames in Europa hebben, niche programma’s (koormuziek, gregoriaans, vijf programma’s enkel over hedendaags klassiek, meerdere operaprogramma’s, eentje exclusief over strijkkwartetten, vrouwelijke componisten of orgels in Nederland, de lijst is eindeloos). De publieke zender kan zich dit zich niet veroorloven wegens te weinig potentiële luisteraars. Maar door veel cross-overs tussen klassiek en andere muziekstromen werden we de ‘spider in the web’ in muzikaal Nederland, en bij uitbreiding cultureel Nederland.

Van radio Veronica kregen we twee mengpanelen die ze op overschot hadden en wat andere infrastructuur (voor live opnames). Maar bepaalde dingen blijven tot op vandaag onhaalbaar. Bijvoorbeeld live uitzendingen van concerten. Daar is een straalwagen voor nodig en dat trekt bruintje niet. Maar waar de publieke zender één of twee opnames maakt tijdens grote festivals (zoals het gerenommeerde festival oude muziek in Utrecht ieder jaar in augustus), maken wij opnames van alle concerten, wat ons veel goodwill oplevert bij organisatoren, musici en kleinere of wat onbekendere ensembles.

Vrijwillig is niet vrijblijvend

Iedereen kreeg de keuze om verder te doen als vrijwilliger. Enkele jaren na die transitie kwam ik zelf aan boord. En begrijp goed: vrijwillig is niet vrijblijvend. De zender loopt als een prima geoliede professionele machine met 177 medewerkers bestaande uit programmamakers, technici, presentatoren, docenten en studenten van de conservatoria, musici van orkesten, gepensioneerde medewerkers van de publieke zender, je kan het zo gek niet bedenken. En allemaal vrijwillig, uit passie voor de muziek. Allemaal ook mensen met een hoofdberoep, dat al dan niet aansluit bij de muziek- en cultuurwereld.

Zo zijn we een centraal begrip geworden in cultureel Nederland waar iedereen wel een steentje wil toe bijdragen. De passie en authenticiteit is wat het hele proces drijft. Zo mocht ik zelf tijdens mijn jaren een chronologische serie van meer dan 200 afleveringen produceren over opera van 1900 tot heden, langlopende jubileum docudrama’s over Olivier Messiaen, Hans-Werner Henze, Steve Reich en zoveel meer. Dat zou bij een gesubsidieerde zender als Klara niet mogelijk zijn, wegens niet voldoende mainstream. Datzelfde geldt ook voor de serie Tango Fusion (over de band tussen Spaanstalige literatuur en Latijns-Amerikaanse muziek, verzorgd door een Argentijnse hoogleraar letterkunde), een gesponsorde serie door een Italiaanse stichting over de rol van politiek in de klassieke muziek, of een serie over de vriendschap tussen Mozart, Haydn en Hummel. Ieder jaar gebeuren er weer wonderbaarlijke dingen op dat gebied. En iedere dag leer ik, ondanks mijn aanzienlijke muziekbagage weer wat bij.

Budget draaien

Toch zijn er kosten en moeten we aan bepaalde verplichtingen voldoen. De Concertzender koos er voor om zijn product weg te zetten bij wie er voor wilde ‘betalen’ of ‘doneren’. Zo zijn er gesponsorde series rond bepaalde thema’s, zoekt iedere vrijwillige medewerker ieder jaar 20 donateurs die elk 20 euro in het mandje willen gooien, zet iedere vrijwilliger zijn eigen cd-collectie ter beschikking, kopen we geen eigen collectie maar lenen we ze van de grootste muziekcollectie van Nederland (muziekweb Rotterdam).

We doen ook aan ‘talent scouting’ door programma’s te ontwikkelen door en voor jonge musici van conservatoria. Zo krijgen die zelfs tijdens hun studies reeds de aandacht die ze verdienen en waar ze graag vrijwillig een paar tientjes voor bijdragen. Zeker gelet op de brutale kost van het commercieel maken van demo’s en het realiseren van visibiliteit bij organisatoren van festivals en concerthuizen.

Subsidieverslaving

Zouden we met meer geld meer kunnen doen? Ongetwijfeld. Maar ook nu draaien we op een fractie van de budgetten van Klara 24 uur per dag muziek met professionele, kwaliteitsvolle en authentieke programma’s met een uniciteit waar Klara en Radio 4 zwaar een puntje aan kunnen zuigen. We hebben een eigen centrale plek veroverd in het muziek- en radiolandschap. Dat zou er nooit van gekomen zijn als we destijds aan de subsidielong waren blijven hangen. Dat zou de werking en creativiteit hebben verdoofd en ons verhinderd de moeilijkere maar authentiekere route te gaan die nu door iedereen wordt geapprecieerd.

Groot was mijn verbazing dan ook dat toen ik jaren geleden, op het moment dat Klara een eerste keer aanzienlijk moest bezuinigen en ik netmanager Chantal Pattyn er een uitgebreid bericht over stuurde, dit op stilte en bijhorende minachting werd onthaald. Ik schreef haar over mijn ervaringen en hoe ze gebruik zou kunnen maken van een leger vrijwillige maar bekwame enthousiastelingen uit de Vlaamse muziekindustrie. Dit om hen te ondersteunen in het maken van kwalitatieve programma’s. Maar subsidies zijn erg verslavend en werken een hoge mate aan verontwaardiging en arrogantie in de hand als de geldstroom stopt of opdroogt. Maar in het midden van de mainstream heeft iedereen altijd gelijk.

 

Luc Nijs is de bestuursvoorzitter en CEO van investeringsmaatschappij The Talitha Group en doceerde o.a. ‘Internationale kapitaalmarkten’ en ‘Bedrijfsfinanciering en -waardering’ aan de universiteiten van Leiden, Riga en Madrid. Hij is de auteur van een reeks boeken inzake internationale financiën, kapitaalmarkten, schaduwbankieren en aanverwante onderwerpen.

Commentaren en reacties