JavaScript is required for this website to work.
post

Daadkracht zonder denkkracht: over Vlaanderen en autonomie

Kerst tot Nieuw

Edi Clijsters28/12/2013Leestijd 5 minuten

Tussen kerst en nieuw kijkt Doorbraak terug op 2013, op zoek naar wat 2014 kan brengen. We doen daarvoor een beroep op opiniemakers met ‘meer dan een mening’. Oud-hoofdredacteur van De Morgen Edi Clijsters kijkt wat met de bevoegdheden die de regio’s met de zesde staatshervorming kregen, kan gedaan worden. Aan fundamentele vragen en levensgrote uitdagingen in Vlaanderen alvast geen gebrek.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op vrijdag 20 december werd door de acht staatsdragende partijen in dit land ‘de grootste staatshervorming ooit’ goedgekeurd. ‘In de Kamer en in de grootste onverschilligheid’, zoals een vaderlandslievend politicoloog schreef. Geen bazuingeschal weerklonk, noch tromgeroffel. Geen triomfstoeten gingen uit; maar evenmin ontwaarde men tegenbetogingen. Geen zwarte vlaggen, maar ook geen zwart-geel-rode.

Had de kerstsfeer al voortijdig bezit genomen van de geesten, en voor ongebruikelijke harmonie gezorgd? Hadden de verlammende interne ruzies tussen regeringspartijen onderling de vreugdekreten gesmoord? Wàs er wellicht weinig reden tot juichen ? Of werd de woedend gebalde vuist om strategische redenen toch liever in de broekzak gehouden?
Die mantel van schijnbare onverschilligheid dreigt echter een belangrijke realiteit te versluieren: hoe dan ook krijgt vanaf volgend jaar de Vlaamse overheid er een pak bevoegdheden bij. Toegegeven: (a) de prijs die daarvoor – met name in en rond Brussel – werd betaald is exuberant hoog en dus volstrekt irrationeel; (b) het gaat nog altijd niet echt om homogene bevoegdheidspakketten; en (c) er worden vanuit de federale pot te weinig middelen overgedragen. Een vergiftigd geschenk dus. Maar ze komen er wél aan, die bijkomende bevoegdheden.

Hoog tijd dus om ‘ns ernstig na te denken over de inhoud die de deelstaat Vlaanderen aan zijn toenemende bevoegdheden wil geven. Want wie verstandig en eerlijk genoeg is om zijn (m/v) wensen niét voor werkelijkheid te nemen, gelooft uiteraard al làng niet meer in die (meestal trouwens verkeerd geciteerde) mantra dat we per definitie ‘beter doen wat we zelf doen’.

‘Waar het om gaat, is: efficiëntie en visie’ schreef onlangs een veelbelovend commentator. Maar de wezenlijke vraag, die daar onmiddellijk mee samenhangt en waar het écht om draait, luidt natuurlijk: wàt voor visie?

Antwoorden op die vraag kunnen heel uiteenlopend zijn. Dat is logisch. Want niet iedereen heeft dezelfde belangen, en mede daardoor heeft niet iedereen dezelfde opvatting over hoé de best mogelijke samenleving er zou moeten/kunnen uitzien. Dus is (zoals onze noorderburen dat plachten te zeggen) een “breed maatschappelijk debat” niet alleen wenselijk maar zelfs dringend nodig.

Want, met alle respect voor alle hardwerkende lieden: daadkracht zonder denkkracht is geen goed recept om een land naar de toekomst te loodsen. Efficiëntie zonder visie is onnozel; visie zonder efficiëntie is meelijwekkend. Maar vooral: een duidelijke, samenhangende en liefst ook breed gedragen visie is on-ont-beer-lijk. Anno 2014 meer dan ooit, nu de uitdagingen er écht niet om liegen. De financiële en economische crisis heeft het vernis van Vlaamse (of Belgische) zelfgenoegzaamheid al aardig wat schade toegebracht – maar het ergste moet nog komen.

Moeten we daarom in ijltempo en met blind geloof in ultraliberale recepten de deelstaat (en/of het koninkrijk) klaarstomen voor de meedogenloze globale concurrentieslag? Moeten we alle aandacht en energie concentreren op die paar ‘niches’ waarin we het nog een generatie of twee kunnen uitzingen? Moeten we daarvoor niet alleen allerlei sociale verworvenheden opofferen, maar ook de elementaire levenskwaliteit van komende generaties? Of troosten we ons met de gedachte dat – als het zo verder gaat – binnen een jaar of dertig de kustlijn zal samenvallen met de taalgrens, en alle ‘valse’ en ‘echte’ problemen dan vanzelf zullen verdwenen zijn?

In alle ernst: er is zeker op Vlaams niveau nood aan een omvattend en correct debat waaruit duidelijk zou worden wié wélke richting uit wil met dat steeds autonomere Vlaanderen in een steeds minder stabiele wereld.

Blijven we beton bij gieten, of durven we eindelijk vragen aanpakken over zin en onzin van al die verkeersstromen? Is het zinvol de watervallen in het onderwijs uit te vlakken door de hele bedding op hetzelfde niveau te brengen, of moet de dualisering worden tegengegaan door een mentaliteitswijziging bij leerkrachten en (vooral) ouders? Gelooft iemand écht dat je integratieproblemen uit de wereld helpt door semantische verhullingen of door kledingvoorschriften? Volstaat het jaar na jaar de toenemende armoede in dit rijke land aan te klagen, maar de oorzaken ongemoeid te laten of zelfs in de hand te werken?

Aan fundamentele vragen en levensgrote uitdagingen is waarachtig geen gebrek. Maar Vlaamse bewindvoerders lijken, net als de Vlaamse bevolking in het algemeen, die vragen liever uit de weg te gaan. Dat is ergerlijk. Maar nog veel ergerlijker vind ik twee andere vaststellingen.

Allereerst: dat de vele obediënties die de vrijemarkteconomie verafgoden nauwelijks weerwerk krijgen in een coherente linkse visie – waarbij ik onder ‘links’ niet meer of minder versta dan: elementaire maar reële (en dus niet louter sloganeske) sociale rechtvaardigheid en solidariteit.

Ik kan alleen maar hartsgrondig betreuren dat vele verlichte geesten het kennelijk niet aandurven (of aankunnen?) zich in het debat te mengen op een niveau, hun intellectuele status waardig – dat wil zeggen: met respect voor feiten en logica, en zonder a priori’s of taboes. Tegen beter weten in en met een vaak adembenemend gebrek aan intellectuele eerlijkheid draaien ze mee in de verdediging van 19de-eeuwse structuren en corporatistische verworvenheden, alsof dààrmee ook de grondslagen zelf van democratie en sociale rechtvaardigheid zouden verdwijnen. De zaak die zij beweren te dienen (laten we aannemen: het veilig stellen van een sociale en democratische samenleving) bewijzen ze daarmee helaas een slechte dienst.

De tweede vaststelling is al even erg: de Vlaamse Beweging (of wat daarvan mag overblijven nu ze door de leider van de grootste partij in dit land overbodig is verklaard) was in wezen toch evengoed een sociale emancipatiebeweging; maar ook hier blijkt tegenwoordig het debat taboe over de richting waarin men Vlaanderen wil zien … bewegen.
‘Het is contraproductief elkaar nu al in de haren te zitten over de vraag hoe dat autonome Vlaanderen van onze dromen er concreet zou moeten uitzien’ hoor je dan; want ‘het komt er op aan nu eerst voldoende slagkracht samen te ballen om die autonomie überhaupt te verwezenlijken’.

U weet wel: ‘godsvrede’ noemden de oude flaminganten dat. En in de aanloop naar mei 2014 hoor ik het argument telkens weer opduiken, ook bij mensen voor wie ik groot respect heb. Terwijl ikzelf bij dat concept “godsvrede” – zeg maar: wapenstilstand in het ideologische debat tót het gemeenschappelijke doel is bereikt – wel grote vraagtekens wil zetten. Eerst het autonome Vlaanderen, dàn pas het touwtrekken over hoe dat Vlaanderen er gaat uitzien? Eerst de overwinning, dan de meningsverschillen? Wat voor overwinning, als ik vragen mag ? Om wélke toekomst mogelijk te maken?

Ik durf toch aannemen dat niemand zich illusies maakt: zodra het collectieve egoïsme van de centen-nationalisten zijn slag heeft thuisgehaald, zal de godsvrede naar de schroothoop worden verwezen. Wie dan nog luidop durft dromen van een Vlaanderen dat niét op Noord-Amerikaanse ultraliberale leest geschoeid zou zijn, zal dan door het nieuwe Vlaamse establishment met evenveel misprijzen en leedvermaak worden bekeken als de flaminganten van weleer door het Belgische.

Laat me dus, voor het zover is, nog een alleraardigst provocerende stelling poneren: zoals ‘verzet tegen onrecht’ de drijvende kracht was voor vele generaties flaminganten, zo is in de 21ste eeuw juist een linkse én Vlaamse emancipatiebeweging allesbehalve overbodig. Al was het maar om – na het politieke (om niet te zeggen ‘morele’ …) failliet van belgicistisch links – een authentieke linkse en democratische visie in Vlaanderen tenminste nog een schijn van kans te geven.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Edi Clijsters is doctor in de politieke wetenschappen, oud-adjunct-hoofdredacteur van De Morgen en vertegenwoordigde de Vlaamse regering in Berlijn. Hij is kernlid van Vlinks en medewerker van het maandblad Meervoud.

Commentaren en reacties