Dading
Paul Schollaert, de priester die onlangs overleed (links).
foto © Braambos / DB
Ik weet dat ik in dit stuk gevoelige thema’s aansnijd. Precies daarom moet ik het schrijven.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn de dagen voor het pausbezoek ontstond commotie over het feit dat het voor de eucharistieviering geplande slotlied een compositie was van de pas overleden Hasseltse priester Paul Schollaert. Een dader van seksueel misbruik, zo meldden de media. Ik ken de betrokkene bij naam, als componist van religieuze muziek, maar ontmoette hem nooit persoonlijk, denk ik althans.
Volgens de beschikbare informatie misbruikte Schollaert als muziekdocent vanaf 1972 jarenlang een studente. Het misbruik begon toen ze 18 was, terwijl mensen in die tijd pas op 21 meerderjarig werden.
Dat het om seksuele contacten van een docent met zijn studente gaat, is een verzwarende omstandigheid. Hoe dan ook, ik heb het dossier nooit ingekeken en probeer niet te doen alsof ik het wel ken. In ieder geval is elke vorm van misbruik compleet onaanvaardbaar. Twee punten in de zaak-Schollaert, punten die in de media nauwelijks of niet aan bod komen, fascineren mij zeer.
Dading
Het eerste betreft de dading die in 2002 werd gesloten. Wat is een dading? Je hoeft niet lang te googelen om er de juridische betekenis van te vinden: ‘Een dading is een schriftelijke overeenkomst tussen twee partijen die een geschil of conflict wensen te beëindigen of een toekomstig geschil wensen te voorkomen door elk wederzijdse toegevingen te doen.’
Wat zijn de rechtsgevolgen van een dading? Ze bindt de partijen op definitieve wijze. Als een van de partijen zich niet houdt aan de gemaakte afspraken, kan de andere partij zich verweren door te wijzen op het bestaan van de dading.
Duidelijk is in ieder geval dat in de zaak-Schollaert minstens één partij het geschil, ook na de dading, niet als afgesloten beschouwde en het verhaal naar buiten bracht. Dat was alvast niet Paul Schollaert, die op 12 september overleed.
Geen garanties
Uit het verhaal blijkt dat een dading vandaag geen garanties meer biedt voor de definitieve beëindiging van een conflict. Of dat altijd zo is, blijft onzeker. Ik neem aan dat dadingen die een louter zakelijk karakter vertonen vandaag nog wel stand kunnen houden en dat wie erop terugkomt daar de juridische gevolgen van moet dragen.
Maar wanneer het om persoonlijke, intieme zaken gaat, heeft een dading geen waarde meer. Ook, zoals in de zaak-Schollaert het geval lijkt, wanneer ze feiten betreft die ofwel niet, ofwel niet zonder een klacht, ofwel niet langer strafbaar zijn wegens verjaring.
Schandpaal
Ook na de overeenkomst lijkt het slachtoffer het recht te behouden om de dader aan de schandpaal te binden. Mogelijk zijn via de dading afdwingbare financiële deals mogelijk, maar de publieke hoon van de schandpaal, zelfs indien er in de overeenkomst afspraken zijn gemaakt om die te vermijden, moet altijd mogelijk blijven als het slachtoffer erover van mening verandert.
De impliciete gedachte die daarachter schuilgaat is dat sommige feiten moreel zodanig laakbaar zijn dat er geen enkele juridisch bindende afspraak over mogelijk is. Anders uitgedrukt: de discretie eigen aan de dading staat op gespannen voet met de behoefte aan publieke blootstelling van de dader.
De schandpaalcultuur, die des mensen is en historisch in vele vormen voorkwam en voorkomt, geniet in onze tijd opnieuw een groeiende populariteit. Benieuwd hoe onze rechtspraak in de toekomst met deze maatschappelijke ontwikkelingen om zal gaan. Rechtvaardigt respect voor het slachtofferschap het verbreken van een juridische overeenkomst waarmee hetzelfde slachtoffer uit vrije wil instemde?
Persoonlijk in de fout
Tweede punt: het feit dat Schollaert persoonlijk in de fout ging, heeft blijkbaar niet enkel gevolgen voor zijn nagedachtenis, maar houdt ook in dat er voor zijn muziek geen plaats meer is. Een gelijkaardige vraag rees eerder voor andere artiesten.
Voor Michael Jackson bijvoorbeeld, van wie zijn intensieve vriendschappen met minderjarige jongens algemeen bekend zijn. Is het moreel aanvaardbaar dat Jacksons muziek nog wordt gedraaid? In ieder geval horen we hem nog altijd.
Voor Jan Fabre geldt iets gelijkaardigs. Welk lot moet zijn kunst ondergaan? Daaraan denk ik soms als ik op het Ladeuzeplein in Leuven de reuzenkever zie die het werk is van de veroordeelde kunstenaar. In 2022 besliste de stad Leuven uitdrukkelijk om het beeld niet te verwijderen.
Oordeel in het midden
In die zin is de houding van de kerk tegenover Schollaert strenger dan die van de profane samenleving tegenover Jackson en Fabre. Dat is een loutere vaststelling, waarbij ik elk moreel oordeel in het midden laat. Wel hoop ik dat mensen daar durven over na te denken zonder elk gesprek van bij aanvang te fnuiken door boos of verontwaardigd weg te lopen.
Dit schrijf ik in het volle besef dat een dergelijke vraag om sereniteit in onze samenleving zeer moeilijk ligt.
Schollaert, Fabre en Jackson zijn waardevolle artiesten, maar voor mij halen ze niet het niveau van Caravaggio. Dat diens werk, ondanks het feit dat hij in 1606 Rome uitvluchtte nadat hij een tegenstander bij een zwaardgevecht had gedood, tot op vandaag op vele plekken kan worden bewonderd, vervult mij met de grootste vreugde. Wie hij ook was. Wat hij ook deed.
Categorieën |
---|
Rif Torfs is Belgisch hoogleraar emeritus aan de KU Leuven, kerkjurist, oud-rector van de KUL, bekend mediafiguur, voormalig christendemocratisch politicus en bekende twitteraar.
Terwijl vroeger de paus buitenlandse staatshoofden de les spelde, doet de Belgische premier dat nu met de paus. Alles blijft zoals vroeger, alleen is het precies andersom.
Sinds 16 september wordt er weer gecontroleerd aan de grens met Duitsland. Hoe effectief zijn die controles?