JavaScript is required for this website to work.
Religie

Damned, if we do. Damned, if we don’t.

Geloofsgemeenschappen zitten in de tang

Maarten Hertoghs14/2/2021Leestijd 3 minuten

foto © pixabay.

Een geloofsgemeenschap vormt een sociaal weefsel. Bij komende beslissingen over coronamaatregelen moet men rekening houden met dit aspect.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De erediensten hebben, net als veel andere onderdelen van onze samenleving, het voorbije jaar al vaak moeten schakelen: van volledige sluiting, naar maximum 10, 40, 100, zelfs even 200 personen. Daarna volgde weer een sluiting die de Raad van State vervolgens verworpen heeft. Sindsdien zijn erediensten met 15 personen toegelaten. Dat laatste is een bedroevend aantal en, eerlijk gezegd, erg arbitrair. Een parochiekerkje met een ruimte van 150 vierkante meter mag evenveel bezoekers ontvangen als de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen. Onverklaarbaar, niet in het minst omdat er in bijvoorbeeld winkels wordt gemeten met een maximum van één klant per tien vierkante meter.

Ondanks de grote beperkingen blijven velen zich hardop afvragen waarom het nodig is dat erediensten van 15 personen toegelaten zijn. Wat is er mis met persoonlijke geloofsbeleving? Iedereen kan toch thuis bidden of lezen uit een heilig geschrift of wat dan ook. Ik begrijp die gedachte, maar er wordt iets wezenlijks uit het oog verloren: geloofsgemeenschappen zijn sociale weefsels. Ik pleit er in dit stuk voor dat aspect mee te nemen in beslissingen omtrent de erediensten.

Gelijkaardige ervaringen

Een paar weken geleden was ik, als vertegenwoordiger van de evangelische kerk, aanwezig bij een oecumenisch gebed in Kortrijk. Ook aanwezig waren vertegenwoordigers van de koptische, Eritrese, protestantse, rooms-katholieke en Grieks-orthodoxe kerk. Natuurlijk zonder het maximum aantal toegelaten aanwezigen te overschrijden.

Hoewel de kerkelijke gezindte uiteenliep, was het verhaal van alle vertegenwoordigers eenduidig. De erediensten met 15 personen binden de kerk aan handen en voeten. Aangezien alle aanwezige kerkgemeenschappen grotere ledenaantallen hebben, zijn we genoodzaakt om gebruik te maken van livestreams of zoomontmoetingen. Dat lost een stukje van het probleem op, maar overal klonk hetzelfde geluid: er is een groot gemis van gemeenschap. Dat is in se wat ook studenten en jongeren in het algemeen de voorbije tijd kenbaar gemaakt hebben. We missen contact.

Een kerk bestaat uit zoveel meer dan individuele geloofsbeleving. Kerken, maar ook synagogen en moskeeën zijn geloofsgemeenschappen, sociale weefsels, waarin er geestelijke en materiële zorg voor elkaar is en waarin ook vaak zorg verleend wordt aan mensen buiten de groep. Of je het nu wil geloven of niet, er zijn in België duizenden gelovigen die mooi werk verrichten vanuit een oprechte ingesteldheid. Ik ken er velen die, vanuit hun geloof, diep bewogen zijn voor de mensen rondom hen. Sociaal betrokken. Het is net dat aspect dat door de huidige omstandigheden pijnlijk bemoeilijkt wordt.

Damned if we do/don’t

We zijn ‘damned’ als we onze voeten zouden vegen aan de 15 personen, want dan zou ons een sluiting boven het hoofd hangen. Ik kan natuurlijk niet spreken voor elke geloofsgemeenschap in België, maar ik ken er geen enkele die de maatregelen niet respecteert. Protest is er wel degelijk, bijvoorbeeld van de vereniging ‘Pour la messe’, maar dat blijft, althans in Vlaanderen, onder de radar.

We zijn ook ‘damned’ als we ons houden aan de 15 personen, want het gaat ontegensprekelijk ten koste van het sociale weefsel. Wat het uiteindelijke effect van de maatregelen zal zijn als – ooit – de kerken, synagogen en moskeeën weer volledig open gaan, is momenteel onmogelijk in te schatten. Anderzijds moeten we ook niet té negatief denken. Het is mijn stellige overtuiging dat geloofsgemeenschappen een stukje (zullen) kunnen opvangen van de psychologische gevolgen die de crisis en de sociale isolatie hebben op mensen. Koud gesteld kan dat zelfs een besparing voor de gezondheidszorg betekenen.

Pleidooi

Ik richt me daarom aan de heren en dames in het overlegcomité en aan de ministers die verantwoordelijk zijn voor de erediensten. Mijn pleidooi is om de komende beslissingen aangaande de erediensten, meer dan tot op heden, te nemen in het besef dat de geloofsgemeenschappen in een ‘damned if we do, damned if we don’t’-scenario zitten. Het gaat in een geloofsgemeenschap niet louter over het wekelijkse moment om enkele rituelen uit te voeren, te zingen of naar een preek te luisteren. Mocht dat het geval zijn, zou er momenteel nauwelijks een vuiltje aan de lucht zijn.

Een cruciaal aspect van een geloofsgemeenschap is echter dat ze een sociaal weefsel vormt, mensen verbindt en versterkt. Het honoreren van geloofsgemeenschappen als sociale weefsels en beslissingen daar (ook) op baseren, is broodnodig in de komende maanden.

Maarten Hertoghs (1979) werkte jarenlang als godsdienstleerkracht en coördinator. Hij haalde een MA in Gender en Diversiteit aan de UGent en schrijft graag over politiek, filosofie, religie en samenleven.

Commentaren en reacties