JavaScript is required for this website to work.
post

Davidsfonds-voorzitter zoekt zelfvertrouwen

Peter De Wilde: ‘De toekomst zal lokaal zijn’

Karl Drabbe22/12/2018Leestijd 10 minuten
Peter De Wilde, voorzitter Davidsfonds

Peter De Wilde, voorzitter Davidsfonds

foto © Peter De Wilde

Het Davidsfonds een nieuwe missie. Voorzitter Peter De Wilde is op zoek naar een nieuwe identiteit voor het fonds en voor de hele Vlaamse Beweging.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Peter De Wilde (49) is bijna twee jaar nationaal voorzitter van het Davidsfonds. Hij was al langer lid van de cultuurorganisatie. ‘Ik zie welke opportuniteiten de vereniging laat liggen. Dat bevalt me niet, want in het middenveld is er voor culturele initiatieven die kwaliteit en verdieping bieden, zeker plaats.’ Hij valt met de deur in huis. De vereniging kampt met problemen. Al langer dan vandaag.

‘Het Davidsfonds is wat het is,’ zegt De Wilde. ‘Het heeft een hele geschiedenis achter zich.’ Het cultuurfonds werd in 1875 opgericht door kanunnik Jan Baptist David in 1975. Sindsdien is er wel heel veel veranderd in Vlaanderen en in de vereniging. ‘Het kampt nu, zoals de meeste verenigingen vandaag, met een zijnscrisis. Waarvoor doen we het nog, vragen velen zich af.’ Vragen waarmee het Davidsfonds al langer kampte. De Wilde stuurde aan op een nieuwe opdrachtverklaring, een nieuwe missie, waar uit de klassieke achterban wel kritiek op kwam.

Uitdagingen

Doorbraak: Heeft een culturele ledenorganisatie nog zin op een moment dat Vlaanderen al heel rijk bedeeld is met culturele instellingen en activiteiten allerlei?

Peter De Wilde: ‘Een regio kan nooit rijk genoeg bedeeld zijn met culturele initiatieven. Mensen kiezen vandaag graag uit een heel breed aanbod. Maar als het om meerwaarde gaat dan is er maar een beperkt aanbod wat verdieping betreft. Het beperkt zich vaak tot een inleidende lezing bij een concert, of het moet al om religie of spiritualiteit gaan. Verdieping gaat over meer dan dat. Meer dan vroeger gaat dat ook om identiteit en waarden, zaken die mensen vandaag bezighouden. Alleen wordt daar veel over gesproken zonder enig inzicht. Dat leidt zelden tot debat en nuance, voor zover dat die vandaag nog aan de orde zijn.’

Identiteit. Ligt daar een rol voor het Davidsfonds? Als ik de nieuwe missie lees, gaat het nog steeds over taal, geschiedenis en cultuur, zoals twintig jaar geleden al gebeurde met een vorige herijking.

‘Als cultuurorganisatie moet je je focussen op het culturele veld. We moeten vaststellen dat de participatiegraad de voorbije decennia niet is toegenomen, ondanks het grotere aanbod. Hoewel het aanbod is toegekomen, is de participatiegraad hetzelfde gebleven. We staan dus niet stil, maar gaan achteruit.’

Omdat er weinig instroom is van jongeren en een – evidente – uitstroom van ouderen?

‘Dat zijn onomstootbare feiten. En voor het Davidsfonds geldt eerder het tweede. De instroom, die je zou verwachten, is er niet.’

Dat is allicht uw grootste uitdaging. Op Davidsfondsactiviteiten zie je amper mensen jonger dan 50.

‘We zoeken naar oplossingen.’

U bent twee jaar voorzitter. U moet nu toch een idee hebben hoe u jongeren kunt betrekken bij het Davidsfonds?

‘Uiteraard denken we daarover na en proberen we een en ander uit. Neem nu de Junior Journalistenwedstrijd…

Die bestaat ook al 25 jaar of meer.

‘Inderdaad, maar die formule werkt nog altijd.  Het is geen schande om succesformules te her-denken. Maar we moeten inderdaad nadenken over de volgende stap. Eerst moeten we sterker uit de huidige herpositionering komen. We kunnen op dit moment nog geen wereldschokkende initiatieven ontplooien. Het Davidsfonds hinkt op twee benen. Er is een nood aan verbreding, en we mogen ons trouwe publiek niet wegjagen. De nieuwe missie voor mij is deels een uiting om de kerk in het midden te houden. We zouden radicalere zaken kunnen doen, maar hoe duurzaam zijn die? Er gingen stemmen op om ons veel meer te richten op een nieuw publiek, nieuwe Vlamingen.’

Mensen met een migratieachtergrond?

‘Inderdaad. Diversiteit staat nu duidelijk in onze missie. Maar we hebben ook een bestaand publiek en dat heeft ook noden en verwachtingen. Die twee met elkaar verzoenen is een   huwelijk waar we nu het beste van moeten maken. De volgende stap is om de goede voorbeelden naar boven te krijgen, en een lerend netwerk op te zetten voor afdelingen. En we moeten ervoor zorgen dat men bereid is om de geesten open te zetten en andere horizonten te verkennen. Veel afdelingen zijn gestart als een vriendenclub in de jaren 60 of 70. Als die groep stopt, en die zijn er niet in geslaagd te vernieuwen, dan stopt ook die afdeling.’

Zijn er veel afdelingen die ermee stoppen?

‘Er gaat geen raad van bestuur voorbij of we hebben het over gefuseerde afdelingen en afdelingen in problemen. We maken momenteel een foto van de werkelijke situatie. Heel lang hebben we in Leuven niet de volledige, reële situatie ingezien. We zetten nu in op beter contact met de afdelingen. Dat is mee een verdienste van ons professioneel team.

Zit het probleem van het Davidsfonds niet eerder in het model van werken met afdelingen. Is dat iets van 2019? Andere cultuurfondsen hebben het ook moeilijk met afdelingen, evenzeer de Vlaamse Volksbeweging. Natuurpunt of Amnesty International gooien grote ogen, maar hebben geen klassieke afdelingswerking.

‘We behouden nabijheid op het terrein. Maar joe doe je dat. Via afdelingen? Via lidmaatschap? Is dat laatste nog iets van vandaag, zo’n langdurig engagement? Dat zijn uitdagingen die nu op tafel liggen en waar we een antwoord op moeten zoeken. We moeten met veel nederigheid het terrein op en lessen trekken waar het wel goed gaat. Er zijn afdelingen, zoals in Zottegem, die jaar na jaar meer leden halen en meer jonge gezinnen bereiken. Die organiseren activiteiten op maat van de lokale gemeenschap.’

Afdelingen waar geen cultureel centrum is? Waar er weinig alternatieven zijn?

‘Een cultureel centrum is geen concurrentie, maar een platform, waar ook een Davidsfonds activiteiten kan organiseren.’

‘Nu, het is niet omdat Zottegem een oplossing heeft dat die bijvoorbeeld in Sint-Truiden zou werken. Klassiek worden er in het Davidsfonds activiteiten bedacht die over het hele land worden uitgerold. Dat hebben we vandaag niet echt extra nodig. We hebben beslist meer in te zetten op lokale nabijheid. Om de vinger aan de pols te krijgen is de capaciteit van medewerkers op het terrein verdubbeld. Die – vaak jonge – mensen maken nu de oefening van wat de werkelijke toestand is van de afdelingen. Zo weten we waar we moeten ingrijpen.’

Ideologie

Jullie hebben nu een nieuwe missie en zeven ‘klemtonen’. Maar waar staat het Davidsfonds vandaag ideologisch?

‘In de nieuwe missie zie je nog wat ideologie. De “klemtonen” zijn handreikingen voor bestuursleden. Er komen ook nog oriënterende voorbeelden voor de afdelingen. We zijn en blijven een vrijwilligersvereniging. Het moet van onderuit komen.’

Veel van die vrijwilligers hebben zich in het Davidsfonds geëngageerd omwille van het duidelijke katholieke en Vlaamsgezinde profiel. Daar vind ik weinig van terug in jullie teksten.

‘Je moet dat een duidelijke plaats geven. Dat zijn de wortels waaruit onze boom is gegroeid. De stam die er nu staat zal minder ideologisch zijn dan de wortels, en de takken nog veel minder. Ideologie is veel minder een scheidslijn als vroeger. Het Davidsfonds is opgericht als tegenstander van het “goddeloze” Willemsfonds maar wil vandaag een organisatie zijn waar men openstaat voor allerlei ideologische beschouwingen, voor zover mensen zich daarin nog laten onderbrengen. Wij brengen mensen samen rond wat die mensen kan boeien én wat hen een meerwaarde biedt. Dat kan cultuur zijn, maar evenzeer een avond rond een filosofisch of een politiek onderwerp.’

Maar mag het nog katholiek en/of Vlaams zijn?

‘Waarom niet? We staan open voor heel veel, dus ook voor onze eigen wortels. Dat wordt weleens vergeten in de polariserende realiteit waarin we zitten. We moeten openstaan voor diversiteit, maar dus ook voor de wortels waaruit we gegroeid zijn en waarin veel mensen zich nog thuis voelen. Wat voor mij een bindende factor is, en daar kunnen de afdelingen een rol spelen, is dat het zich afspeelt op plekken waar mensen graag zijn en zich verbonden mee willen weten. Misschien moeten we dat Vlaamse zien als een plek. Mensen voelen zich verbonden met de plek waar ze zijn. Mensen voelen zich verbonden met een historisch dorpsplein of een wijk waar ze wonen, waar een hechte gemeenschap leeft die activiteiten organiseert. Dat kunnen nieuwkomers zijn of mensen die er hun antecedenten al duizend jaar hebben. Maar je vindt er elkaar in de zorg voor die bloeiende gemeenschap. Dat heeft niets met ideologie te maken. Ik woon zelf op zo’n plek. En ik sta er telkens van te kijken hoe politiek en ideologie als een stoorzender worden ervaren. Mensen zien hun leefomgeving graag en willen er samen het beste van maken. Ik geloof er sterk in dat de plek waar een gemeenschap zich bevindt, mee bepaalt hoe de gemeenschap zelf evolueert.’

En dat ‘lokalisme’ wil u meenemen in het Davidsfonds? Zoals een heemkundige kring? Het staat overigens historisch vast dat er heel veel heemkundige kringen uit het Davidsfonds zijn voortgekomen.

‘Absoluut! We gaan naar een beweging die die spelers samenbrengt. Het sociologisch profiel van een Davidsfonds-lid of een lid van een heemkundige kring, is één op één hetzelfde. Alleen hebben beiden een aura van oubolligheid. En wie wil zich daar nu mee bezighouden? Terwijl in essentie, als het gaat om lokale identiteit, mensen zich wel willen engageren. Mensen kunnen er dingen doen die ze graag doen.’

‘We moeten flexibeler denken over concrete projecten in wat er lokaal leeft. Terug oog hebben voor wat er zich lokaal afspeelt. Ik denk dat dat de gigantische opdracht is voor het Davidsfonds. In die zin zijn de traditionele afdelingen niet meer helemaal van de dag van vandaag. Maar het zou een grote fout zijn te denken dat we het allemaal moeten doen vanuit het professioneel apparaat in Leuven. Als je je lokale binding niet hebt en niet voelt wat er lokaal leeft, kun je even goed een louter professioneel georganiseerd bedrijf zijn waar eigenlijk naar maatschappelijke binding de meerwaarde niet beter is dan bij een Cultuurnet. Bij het Davidsfonds hoor ik vaak “wij willen Natuurpunt voor Cultuur zijn.” Maar dan hebben we nog een heel lange weg af te gaan. Overigens is de sterkte van Natuurpunt ook een verhaal dat lokaal is.’

Bent u niet bang om met dat discours het traditionele publiek af te stoten?

‘Is dat zo? We maken keuzes. We blijven ons focussen op taal, erfgoed en geschiedenis. Maar als het gaat om de Vlaamse ontvoogding, dan moeten we die agenda ook durven herbekijken. Dat gaat vandaag niet meer om de traditionele eisen of het kaakslagflamingantisme. Maar er zijn wel nieuwe uitdagingen.’

Volgens Knack gaat het in de Vlaamse beweging al lang niet meer om het communautaire maar om het identitaire. Het weekblad citeerde u recent: u wil het identiteitsdebat ‘complexloos’ aangaan. Hoe doe je dat als je enerzijds terug wil naar je wortels en anderzijds de deuren openzet voor diversiteit?

‘Wij willen de ramen en deuren opengooien zonder de warmte in het huis te verliezen.’

Dat klinkt pas écht als een Bond Zonder Naam-slagzin.

‘Dat mag dan wel zijn, en je mag daarmee lachen. Maar die warmte zit niet in het ideologisch debat, die zit in lokale verbinding.’

Warmte zit per definitie niet in een debat.

‘Neen, maar je vindt die in lokale verbinding. Waar het Davidsfonds van wegblijft, is partij kiezen in een politiek debat. Maar we moeten wel weten hoe onze (potentiële) leden in het leven staan. Tot mijn grote en stomme verbazing vroeg ik toen ik voorzitter werd naar het academisch onderzochte profiel van het Davidsfonds-lid. Maar dat bestaat niet; dat wordt al meer dan 20 jaar niet meer onderzocht.’

Was dat niet Marc Hooghe die dat in de jaren 90 onderzocht?

‘Inderdaad. En ik zou graag meer willen weten. Uit de aanwezigheid op het terrein weet ik dat er veel mensen in deze of gene richting sympathieën hebben. Waar dat vroeger vaak Vlaams-nationaal was, merk ik dat dat nu breder en niet noodzakelijk ideologisch-politiek gaat. Het Davidsfonds is verbreed naar een culturele vereniging, weg van het politieke.’

Misschien

Een culturele vereniging is het natuurlijk altijd geweest, maar het Davidsfonds is vandaag geen strijdorganisatie meer?

‘Dat laatste is inderdaad weggedeemsterd maar dat betekent niet dat voor het Davidsfonds waarden niet meer van tel zijn. Maar het zelfverklaarde kosmopolitisme kan waardenloos zijn, letterlijk: zonder waarden. Als je niet erkent dat die Vlaamse wortels en geschiedenis er zijn… Met alles kapot te relativeren bewijs je niets. Je moet je wortels een plek geven, je moet die erkennen. Wil dat zeggen dat je daar actief moet op zijn? Misschien wel. Misschien moeten we onze stem verheffen als het gaat om het uur Nederlands dat zou wegvallen. Misschien moeten we nadenken over de kwaliteit van het Nederlands in de andere lesuren.’

Het uitgangspunt in het onderwijs vandaag is ‘iedere leraar taalleraar’.

‘Daar ben ik het niet mee eens. Er wordt nu al in de streektaal of Verkavelingsvlaams lesgegeven. Ik vind dat geen positieve zaak. Het Nederlands heeft ook een integrerend karakter. Niets brengt de mensen beter samen dan taal. Iemand met een migratieachtergrond die hetzelfde dialect spreekt als wij is er “ene van ons”, en dat mag dan een moslim zijn wiens ouders geen Nederlands spreken. Zelfs al dragen die dames een hoofddoek, dat maakt niet uit want “dat zijn er van ons” want we spreken dezelfde taal. Taal als integratiefactor, daar wordt veel te weinig over nagedacht. Als het Davidsfonds al een stem zou willen verheffen, dan zou het hier moeten.’

Maar het Davidsfonds verheft zijn stem helemaal niét.

‘Dat heeft nog eventjes tijd nodig. We komen uit een situatie waarbij elke verwijzing naar een mogelijke parti prisuit den boze was omdat het Davidsfonds bang was voor zijn eigen schaduw. Elke uitspraak kon geïnterpreteerd worden als een ideologische partijname.’

Heeft dat nog te maken met de schaduw die uw verre voorganger Lieven van Gerven op het Davidsfonds heeft geworpen? Die was openlijk separatist, bekampte het IJzerbedevaartcomité in al zijn vernieuwingspogingen en sympathiseerde openlijk met het Vlaams Blok in de jaren 90.

‘Dat werpt tot op vandaag zijn schaduw vooruit. Ik voel dat nog bij heel veel mensen. Naar die periode wil niemand meer terug. Maar wil dat nu zeggen dat je je compleet maatschappelijk moet neutraliseren? Als je mensen verenigt met gedeelde interesses, dan heb je de morele plicht je te laten horen. Of dat nu wordt opgepikt of niet.’

Waar het Davidsfonds vandaag zijn stem nochtans wél zou kunnen over verheffen is de verengelsing van het hoger onderwijs. We horen jullie niet.

‘Nog niet.’

En hoe lang gaat die zelf opgelegde neutraliteit en zwijgzaamheid nog duren?

‘Niet lang meer. Geef ons nog een jaar. We moeten onze koudwatervrees ontgroeien. Dat is werkelijk een trauma van een generatie. Die generatie is nu bang om te schofferen of partij te kiezen. Zo verval je van het ene uiterste in het andere. We komen van een sterk ideologisch en verzuild gegeven naar een volledig ontzuilde organisatie die te weinig reliëf brengt in haar discours, en te veel laat passeren. We moeten er terug staan, maar moeten goed kiezen op welk moment en welk vlak. Daarvoor moet het zelfvertrouwen terugkomen. Het Davidsfonds zit al jaren in de hoek waar de klappen vielen. Er moesten de voorbije jaren veel problemen worden opgelost. Het heeft jaren gedaan alsof er geen vuiltje in de lucht was en dat het teruglopende ledenaantal iets was waar de vereniging niets aan kon doen.’

Twintig jaar geleden nog 70.000 leden, vandaag 35.000 leden…

‘We hebben er vandaag nog 40.000. Dat is inderdaad dramatisch. Alle organisaties in Vlaanderen zijn in hetzelfde bedje ziek. Enkel wie zich op nieuwe assen heeft georiënteerd, zoals Natuurpunt, zijn het tegenbewijs dat mensen zich nog wel willen engageren. Maar dat heeft niets meer met ideologie te maken. Je krijgt niemand zo sterk gemotiveerd als met aandacht voor de eigen leefomgeving. Dat bewijst ook Natuurpunt. Maar het Davidsfonds heeft deze keuze niet durven maken.’

Vlaamse beweging 2.0

Terug naar identiteit van Davidsfonds en Vlaamse beweging. U zei net dat de vereniging van het ene extreme in het andere gevallen. Door het verlaten van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingenversterk je toch het andere extreem?

‘Je kunt geen Formule 1-wedstrijd rijden met een trotinette. Voor mij is het OVV in de maatschappelijke discussies die vandaag moeten gevoerd worden een trotinette. De antwoorden die er worden bedacht, zijn dat antwoorden op bestaande vragen? De discussie die het OVV heeft gevoegd over migratieproblematiek… Als ik lees dat een van de problemen de fertiliteit is van de “inboorlingen” tegenover de nieuwkomers, stel ik me de vraag in welk denkkader die mensen nog zitten.’

En dus stapte het Davidsfonds er uit. Als medestichter!

‘Binnen het nationaal bestuur van het Davidsfonds stond men dubbel tegenover het OVV. We hebben dat inderdaad mee opgericht. Dat kwam uit een reële behoefte, er moest toen (in 1965 – red.) nog veel bereikt worden voor de Vlaamse zaak. Maar als we de interne teksten lazen over migratie… Dan kies je ofwel om intern het debat aan te gaan, ofwel om het OVV te verlaten en op een andere manier de problematiek aan te kaarten. Wij hebben voor dat tweede gekozen.’

Stel dat bij de verkiezingen in 2019 het communautaire terug op tafel komt te liggen: sociale zekerheid, Franstalige rechters in Vlaams-Brabant, bevoegdheidsverdeling, Nederlands in het onderwijs…

‘Of de faciliteitengemeenten.’

Die zijn nu wel definitief gebetonneerd.

‘Niets is eeuwig. Niets staat vast voor de eeuwigheid. Dat is een kwestie van politieke wil.’

Zegt u nu dat de faciliteiten moeten worden afgeschaft, volgens het Davidsfonds?

‘Er is hierover geen standpunt van het Davidsfonds. Maar de voorzitter vindt van wel. (lacht) Allez, in bijvoorbeeld Ronse speelt dat nog. En dat heeft een impact op de manier hoe die lokale gemeenschap niet tot samenleven komt. Omdat er een politieke structuur is neergepoot die het niet-samenleven bevordert. De bedoeling was dat de faciliteiten zouden uitdoven en de mensen zich zouden bedienen van het Nederlands voor het lokale samenleven. Ik ben geen francofonenhater, ik ben romanist van opleiding. Ik ben een grote liefhebber van Molière en van het Vlaanderen dat nu in het buitenland ligt. Maar de realiteit heeft haar rechten. Het Davidsfonds zou trouwens zijn zomerzoektocht eens in Frans-Vlaanderen moeten organiseren.’

Op Twitter pleitte u voor een Vlaamse beweging 2.0.

‘De Vlaamse beweging 1.0 ging over de terechte eisen, toen Vlaanderen een achtergesteld landsdeel was waar een en ander moest rechtgezet worden. Vlaanderen dopt nu zoveel boontjes zelf… Er zullen altijd wel mensen over transfers praten, maar daar wil ik het nu niet over hebben. Er liggen andere lijnen in het maatschappelijk debat. De scheidslijn vandaag is open-gesloten. Dat vergt een antwoord van organisaties die het verbindend identitaire op de voorgrond plaatsen. Tegenover het sociaaleconomische en ideologische van vroeger liggen er nu andere behoeften en noodzaken die ook vanuit het verbindende, dat het identitaire is, een antwoord kunnen krijgen. Ik voel dat nu niet. Men blijft op het klassieke spanningsveld zitten, zoals het OVV, of zijn weggedreven naar een gecastreerd gegeven, een provider van content. We moeten van het eerste weg, en mogen niet in het tweede belanden. Daartussen bevindt zich de nieuwe Vlaamse beweging.’

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties