JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De 99 problemen van Othman

… en het geloof in God is er één van

Thomas Rotthier29/10/2018Leestijd 5 minuten
Een Iraakse moslimfamilie loopt voorbij een shoppingcentrum in Iraaks
Koerdistan.

Een Iraakse moslimfamilie loopt voorbij een shoppingcentrum in Iraaks Koerdistan.

foto © Reporters

Othman El Hammouchi degradeert de filosofie tot dienstmaagd van de godsdienst, hij is niet bereid om zijn religieuze kernopvattingen in twijfel te trekken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Othman El Hammouchi is, ondanks zijn jonge leeftijd, een uitzonderlijk intelligente en belezen denker. Dit komt naar boven in zijn artikels en uit een aantal online gesprekken die ik met hem voerde. Helaas zet hij zijn scherpe geest vooral in om rationalisaties te construeren voor zijn islamitisch wereldbeeld. De filosofie is hierbij tot dienstmaagd gedegradeerd van de godsdienst. Othman is immers a priori niet bereid om zijn religieuze kernopvattingen in twijfel te trekken. Dit dogmatisme gewapend met filosofische argumenten leidt tot allerlei absurde opvattingen die ik in dit stuk wil aanvallen.

De vrijheid om onvrij te zijn

Er is meer dan één paradox in het denken van Othman. De meest frappante is dat hij de vrijheid verdedigt om een onvrije levensstijl te kunnen belijden. In zijn geval is dat een conservatieve islam, geïnspireerd door het soefisme. Die vrijheid is inderdaad gegarandeerd door onze grondwet. De overheid mag zich niet bemoeien met iemands persoonlijke waarden en levensstijl, zolang hij of zij daarbij anderen niet schaadt* en de wet respecteert.

Veel tegenstanders van Othman willen dat er verboden komen op de verschillende accommodaties voor de moslimminderheid in België. Ze verzetten zich tegen halalmaaltijden op school, gescheiden zwemmen, gebedsruimtes op het werk, het toelaten van de boerkini enzovoort.

Deze strategie is gedoemd om te falen. Othman kan telkens zijn tong naar deze tegenstanders (die hij ‘Verlichtingsfundamentalisten’ noemt) uitsteken door erop te wijzen dat onze grondwet de godsdienstvrijheid garandeert. Naast de vrijheid om je religie of levensbeschouwing te beleven zoals je zelf wil, heeft de godsdienstvrijheid in ons land echter ook een positieve invulling. De staat moet ervoor zorgen dat mensen de effectieve mogelijkheid hebben om hun godsdienst te beleven zoals ze dat zelf wensen. Ze moet hiervoor in middelen voorzien. Dit is de reden waarom de overheid de erkende priesters, imams, rabbi’s… bezoldigt. Het creëren van accommodaties voor de moslimminderheid (halalmaaltijden op school, gebedsruimtes op het werk,…) past ook binnen dit idee van positieve godsdienstvrijheid. Meestal zijn deze accommodaties gunsten en geen rechten, maar de overheid moet wel juridisch kunnen beargumenteren waarom ze een bepaalde accommodatie mogelijk maakt in geval X en in geval Y niet.

De discussie concentreert zich vaak op het juridische aspect, maar velen maken hierbij de fout om morele waarden en juridische normen met elkaar te vermengen: zie het discours dat nieuwkomers zich moeten ‘aanpassen aan onze normen en waarden’. Maar de overheid kan het aannemen van westerse waarden juridisch niet afdwingen. Ik pleit daarom voor een heldere opdeling tussen het juridische en het morele domein.  Het is op het morele domein dat de meeste problemen met Othmans opvattingen zich situeren.  Het wordt tijd dat we daar dieper op ingaan.

Preutsheid

Een opvallend voorbeeld is Othmans kijk op lichamelijkheid en seksualiteit. Hij vindt religieuze preutsheid of kuisheid een moreel legitieme houding. Zo’n houding illustreert vaak een negatieve kijk op het lichaam en op seksualiteit. Er is nochtans geen enkele objectieve reden om het naakte lichaam of seksualiteit als zondig te zien. Laat staan dat we (delen van) ons lichaam of dat van anderen walgelijk zouden moeten vinden.

In een vrije, open samenleving storen de meeste mensen zich niet aan milde vormen erotiek in het dagelijks leven, zoals een decolleté, make-up of lippenstift. Niet alleen vrouwen doen dit, ook mannen zetten hun aantrekkelijkheid in de verf, bijvoorbeeld door een mouwloos T-shirt of een stoppelbaard. Conservatieve moslims richten zich vooral op kledingvoorschriften voor vrouwen. Hier schuilt dus een dubbele moraal in. Maar los daarvan is het sowieso irrationeel om sexy kledij of make-up als moreel verkeerd te zien.

Naaktheid hoeft niet per se een seksuele connotatie te hebben. De beweging van het nudisme, die draait om pacifisme en verbondenheid, wil van naaktheid terug iets gewoons maken. Zoals mensen vaak opmerken: ‘We worden naakt geboren dus wat er is er mis mee?

Religieuze opvoeding

Een tweede voorbeeld is Othmans kijk op de opvoeding van kinderen. Hij ziet geen morele bezwaren in het streng religieus opvoeden van kinderen. Dit is een moreel recht dat ouders volgens hem hebben. Het frappante is dat hij hier de kinderen zelf vergeet. Die kinderen hebben ook recht op een zekere vrijheid, die verruimt naarmate ze opgroeien. Net zoals een kind fysieke ruimte verdient om te spelen, verdient het ook mentale ruimte om te spelen met verschillende ideeën en levensopvattingen. Ouders die hun kind strikt religieus opvoeden ontzeggen hen die ruimte. Ze zijn in die zin vergelijkbaar met ouders die hun kinderen verbieden om buiten te spelen. Deze beslissing heeft vaak een enorme impact op de rest van hun leven. Een heel aantal opties in hun leven zijn voor hen onbekend of taboe.

Ouders hebben niet het recht om te verwachten dat hun kinderen religieuze kopieën van henzelf worden. Een verantwoordelijke ouder verruimt de mogelijkheden van zijn kind door het te stimuleren om open en kritisch in de wereld te staan. De ouders reiken hun kinderen zo het gereedschap aan om eigen, autonome levenskeuzes te maken. Wat streng religieuze ouders doen is het leven van hun kind in een bepaalde richting te duwen die het zelf niet gekozen heeft.

Othman gaat nog een stapje verder dan religieuze inlijving. Op Twitter verklaarde hij dat, als zijn dochter niet langer moslima zou willen zijn, ‘ze voor hem dood zou zijn’. Dit soort emotionele chantage is absoluut verwerpelijk, maar komt helaas al te vaak voor binnen moslimfamilies. Religie kan ervoor zorgen dat ouderliefde toxisch en versmachtend wordt.

Religieus tribalisme

De verklaring voor deze irrationele denkbeelden is volgens mij dat Othman op een zeer tribale manier denkt. Op zich is tribaal denken of groepsdenken iets dat in onze mentale hardware is ingebakken. Ieder mens heeft de – vaak onbewuste – drang om te conformeren aan de groep(en) waarmee hij zich het meest identificeert. Maar dit tribaal denken bij Othman (en andere diepgelovigen) is sterker doordat het vermengd is met religie. De islam afvallen is een zwaar verraad, niet alleen aan God, maar aan de familie, de clan en de hele geloofsgemeenschap.** De laatste primeren altijd boven het belang van het individu. De loyaliteit en het groepsgevoel wordt nog sterker als moslims tot een minderheid behoren in een seculier land.  Zo’n minderheid moet zich immers constant beschermen en wapenen tegen ‘corrumperende invloeden’ van de niet-islamitische buitenwereld.

In dit licht kunnen we Othmans missie om zijn religie met gesofisticeerde intellectuele wapens*** te verdedigen beter begrijpen. Hij heeft een onvoorwaardelijke liefde voor zijn familie, cultuur en geloof, die als het ware één dicht web vormen. Hij kan intens ontroerd worden door religieuze poëzie en kunst. Dit zorgt ervoor dat hij de negatieve zaken binnen de islam als vreemde elementen beschouwt. In zijn ogen hebben salafisten en jihadi’s het islamgeloof moedwillig gecorrumpeerd simpelweg omdat ze boosaardig zijn. Die visie biedt echter weinig inzicht in het hoe en het waarom van religieus extremisme. Wie gewelddadige sekten als IS onderzoekt, kan er niet omheen dat deze extremisten de verzen uit de koran en de hadith gewoon consequent toepassen.

Zijn diepe emotionele hechting aan de islam staat dus kritische en nuchtere reflectie in de weg. De vraag is of Othman de mogelijkheid openlaat dat God helemaal niet bestaat. Heel zijn ethiek en wereldbeeld zijn gebaseerd op het bestaan van God en de koran/hadith.**** Als hij van zijn geloof zou  afvallen zou hij  bovendien vervreemden van zijn familie en geloofsgemeenschap. Dit maakt de inzet zo hoog. Atheïsme moet voor hem aanvoelen als een afgrond. Maar die angst is moeilijk te verenigen met onbevreesd filosofisch denken. Als filosoof moet je altijd bereid zijn om je opvattingen te herzien als ze onhoudbaar blijken te zijn. Laat ons hopen dat de filosofische twijfel het ooit haalt van de dogmatische zekerheid.
_____________
* Schade in de juridische zin (burgerrechtelijk of strafrechtelijk). Een bepaalde levensstijl, waarde of mening kan anderen diep ongemak bezorgen of beledigen maar dit valt niet onder het juridisch schadebegrip.
** Net zoals orthodoxe stromingen binnen het christendom (de evangelicals) en binnen het jodendom (de chassidim)
*** Zoals spitsvondige godsbewijzen. Ik ben altijd bereid om daarover in discussie te gaan met Othman op doorbraak.be of een ander, meer filosofisch platform.
**** Onder andere de goddelijke bevelstheorie over de moraal. Ik heb hier in  een vorig stuk op de zwaktes gewezen van een religieus gefundeerde moraal. Tot hiertoe heeft Othman ze nog niet weerlegd.

De auteur is leerkracht secundair onderwijs en behaalde een master Filosofie (Ugent) en een bachelor Rechten. Voor meer: https://thomasrotthier.wordpress.com/ .

Commentaren en reacties