JavaScript is required for this website to work.
post

De angst voor het eigene

Thierry Baudet12/8/2013Leestijd 3 minuten

Thierry Baudet wordt wel eens een filosofisch wonderkind genoemd. Al jong publiceerde hij boeken over conservatisme. En zijn De aanval op de natiestaat vorig jaar was een succes. Begin september verschijnt een nieuw boek van de 30-jarige historicus en jurist. Naar aanleiding van zijn vorig boek interviewde Doorbraak hem. Deze keer een voorpublicatie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Als je aan het raam zit kun je bij het landen op Schiphol een groot deel van Nederland aan je voorbij zien trekken. Het afwisselen van slootjes en akkers. Velden en dorpjes – wat verderop het IJsselmeer. Het dichte wegennet van de Randstad schuift langzaam onder de straalmotoren door. Thuiskomen. Waar de mensen je taal spreken en waar je de gezichten kunt lezen. Waar je de weg weet in de stad. Komend vanuit het vreemde word je je bewust van het eigene. Het onderscheid zoals de Grieken dat maakten: tussen Xenos en Oikos.

Maar dit herkenbare thuis van ons, dit Nederland – hoe lang zal dat er nog zijn? De Oikos wordt stukgemaakt door verschillende fenomenen. Door het multiculturalisme en de open grenzen, waardoor elk jaar weer tienduizenden immigranten ons land binnenkomen en elk jaar de sociale samenhang verder onder druk komt te staan. Door de Europese Unie, die de inwoners van ons land de zeggenschap over hun leven ontneemt en een bureaucratie optuigt die het nationale parlement op vrijwel elk punt kan overstemmen. Maar ook wordt de Oikos stukgemaakt door de kunsten. Begin twintigste eeuw brak het modernisme met de schoonheid en stelde de ontheemding centraal. Kunst moest geen geborgenheid bieden: kunst moest choqueren. De vervreemdende klanken van de atonale muziek; de onbegrijpelijke stellages en kleurstrepen in moderne musea; de afschrikwekkende bouwsels die in elke stad verrijzen – alle komen evenzeer voort uit een vijandschap met de Oikos als het multiculturalisme en het Europese project.

Om de gesteldheid van vijandschap die achter deze fenomenen schuilgaat te duiden, spreekt de Britse filosoof Roger Scruton van ‘oikofobie’. Het is het tegenovergestelde van xenofobie: niet een ziekelijke angst voor het vreemde, maar een afkeer van het eigene. Oikofobie is een normaal stadium waar pubers doorheen gaan, schrijft Scruton. Een fase die weer over zou moeten gaan. ‘Maar in het hele Westen is deze geesteshouding sinds de Tweede Wereldoorlog gaan overheersen, en zij is in het bijzonder dominant onder de intellectuele en politieke elites.’
Modernisme, multiculturalisme en het Europese project: ze forceren een onherkenbare leefomgeving, waar onherkenbare bevolkingsgroepen te midden van kille bouwsels onderworpen zijn aan de regels van een vormloze, abstracte entiteit. Een wereld zonder thuis.
En het is deze wereld die steeds dichterbij komt. Maar ook al wordt hieraan al decennia – in het geval van de kunsten al een kleine eeuw – onvermoeibaar gebouwd (gecombineerd met de destructie van wat er was): dat zij voortkomt uit oikofobie wordt niet erkend.
In de kunsten wordt meestal gezegd dat er een dwingende ‘stijlontwikkeling’ is die het onmogelijk maakt nog mooie huizen te bouwen, figuratieve schilderijen te maken of tonale muziek te schrijven. Dat zou kitsch zijn. Pastiche. Niet ‘authentiek’. In de politiek horen we dat nationale soevereiniteit tot oorlog leidt; dat mondiale migratiestromen een nationale identiteit onhoudbaar maken; of dat vanwege de opkomst van nieuwe economieën het Europese project
noodzakelijk is.
Geen van alle zijn dit serieuze argumenten. Het zijn bezweringsformules. Formules die als legitimatie dienen voor het gevoerde beleid; die een excuus opleveren, een ‘verklaring’, maar die het werkelijke motief dat erachter schuilt, verhullen. Er is daarbij geen sprake van een complot. Ook niet van een ideologie – er is sprake van een pathologie. Een ziekelijke afkeer van de geborgenheid van ons thuis; van de eigen gewoontes en gebruiken; van de natie; van de schoonheid en harmonie van de traditionele kunsten en architectuur. Het verklaart het enthousiasme voor de elementen die dit thuis ondermijnen of verstoren – immigratie, modernistische bouwsels en de Europese machtsgreep.

In mijn nieuwe boek Oikofobie verzet ik me hiertegen. Ik heb geprobeerd de bezweringsformules te ontmaskeren die het gevoerde beleid moeten legitimeren. Elementen van de Oikos heb ik willen beschermen door stil te staan bij hun functie en belang – in het geval van de natiestaat bijvoorbeeld door te laten zien dat de democratische rechtsstaat niet zonder kan. Onopgelost blijft het vraagstuk wat toch de oorzaak is van deze oikofobie. Wat verklaart die afkeer van het eigene die onze hele maatschappelijke elite doortrekt? De kwestie verdient brede maatschappelijke discussie. Het antwoord wijst mogelijk de weg naar genezing.

Thierry Baudet, Oikofobie, Bert Bakker, 256 blz., €14,95, isbn 978 90 3514 000 4

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties