JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De asielcrisis van 1914

Harry De Paepe31/8/2015Leestijd 2 minuten

De grote meerderheid van de Belgische vluchtelingen in 1914 kreeg een kil onthaal.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De beelden van de talloze vluchtelingen uit het Midden-Oosten zijn schrijnend en roepen terecht meelij op. Volgens een peiling in Het Laatste Nieuws leven de meeste Vlamingen, zo’n 83%, mee met hen. Maar een even groot percentage, 82%, vindt dat we al genoeg mensen opvangen. Dit wekt bij verschillende stemmen verontwaardiging op. De woorden van Bart De Wever over de Europese asielcrisis werkten daarbij als een rode lap op een stier.

Wij waren ook ooit vluchteling

Op de sociale media doken uitspraken op die verwezen naar honderd jaar geleden, toen onze eigen bevolking op de vlucht sloeg voor het drieste en trieste oorlogsgeweld van de Grote Oorlog. ‘We waren toen dankbaar dat we werden geholpen’, dat is zowat de toon van de reacties. Dat zal wel zo geweest zijn. Mijn eigen voorouders vochten aan de IJzer, leefden onder het grauwe bezettingsregime of vluchtten naar Frankrijk. Geen van hen hield van de oorlog, zoveel is zeker. Bijna anderhalf miljoen Belgen trok weg van het oorlogsleed. Nederland werd in 1914 zelfs overspoeld.

Koude Nederlanders

Het vluchtelingenverleden wordt in het huidige debat versuikerd. Want ‘dankbaarheid’ is relatief. Kijken we even naar het neutrale Nederland van 1914. Buren, taalgenoten, volgens sommigen zelfs volksgenoten. Maar de Belgen wachtte er een koud onthaal. De Nederlandse opvangkampen waren regelrechte gevangenissen en de hygiene was er vaak gebrekkig. In het bekendste kamp, Nunspeet, brak er in 1915 een epidemie uit. ‘In vluchtoord Nunspeet waart de dood als een rover rond’. De eerste kampleider van Nunspeet, Hendrik Muller, noemde de hem toegewezen asielzoekers ‘dronkelappen, lichtekooien, syfilislijders en luiaards’. Wie zich niet gedroeg, werd het land uitgezet. De Nederlandse wet was hard. Een jaar na het uitbreken van de oorlog was de overgrote meerderheid al naar België teruggekeerd, en de strenge opvang was er een van de redenen voor.

Warme Fransen en efficiënte Britten

In Frankrijk werden de Belgen beter opgevangen. Ze assimileerden als het ware en vooral de Franstaligen hadden betrekkelijk weinig moeite in het opvangland. In het Verenigd Koninkrijk werden de Belgen gastvrij en opvallend efficiënt onthaald. De Britten waren aan het begin van de 20ste eeuw zo beducht voor een Ierse burgeroorlog dat er verschillende plannen bestonden om protestantse Ieren op te vangen. De plannen werden uiteindelijk ontrold voor de Belgen in 1914. Duizenden Belgen werden overigens aan het werk gezet in de wapenindustrie, om daar de ontbrekende arbeiders te vervangen.

Het VK ving zo’n 250 000 vluchtelingen op, waarvan een 10 000 na de oorlog bleven. Nederland gaf zo’n miljoen Belgen onderdak waarvan de grote meerderheid terugkeerde. Frankrijk verwelkomde ongeveer 300 000 Belgen. In 1921 waren daarvan nog 60 000 mensen in het land.

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties