JavaScript is required for this website to work.
post

De bodemvissers van de N-VA

Osceola11/5/2014Leestijd 8 minuten

Osceola zal op 25 mei N-VA stemmen. Bij gebrek aan alternatief, stelt hij. En dus met de knijper op de neus. De N-VA is te veel ’trado’ geworden, naar zijn mening.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 25 mei zal ik N-VA stemmen. Met gemengde gevoelens.

Eerst het goede nieuws

Wat N-VA bijgedragen heeft aan de democratie in België is moeilijk te overschatten. Verhofstadt verklaarde amper tien jaar geleden par décret alle communautaire (lees: democratie-)problemen in België opgelost. Hij was maar pas in de nevelen van het Europese Parlement verdwenen, of één partijtje had het Belgische regime al aan de rand van de afgrond gebracht. Het euforische belgicaine Paarse sfeertje waarin Freya en De Gucht om beurten de ‘kleinburgerlijke’ regering-Balkenende uitlachten was nochtans nog maar pas geleden.

We schrijven 2007, maar Yves Desmet kan het al niet meer aanzien, en bromt in De Morgen dat de staart (N-VA) nu maar eens moet stoppen om met de hond (CD&V) te kwispelen. De Morgen vond samen met Mark Eyskens dat het democratische intermezzootje – een partij die in België de verkiezingen had gewonnen en die boter bij de (vette) vis vroeg – lang genoeg had geduurd. Yves Desmet besefte niet dat het niet om een intermezzo ging maar om een game changer: België zou nooit nog zijn als voorheen.

N-VA zou zijn tanden in de enkels van het Belgische establishment niet meer loslaten. To add insult to injury kwamen er in 2010 541 dagen zonder regering bovenop. Klap op de vuurpijl: De Wever was zelfs niet geïnteresseerdom eerste minister te worden (de eerste in de geschiedenis van Vlaanderen): ‘Loop toch naar de maan met jullie rotpost!’ Alleen daarvoor al verdient hij een standbeeld: een standbeeld wegens het niet vervuld hebben van een functie. Het werd de Franstaligen wazig voor de ogen, van deze diersoort snapten ze niks meer. De door N-VA aangerichte regime-schade is onherstelbaar, al lijkt het dat alles went. De trado’s likten hun wonden, gingen dan maar allemaal samen in een regering zitten, en voor diegenen van hen voor wie er nog steeds een ‘toffe’ ministerpost in zat was het even groot feest als voordien. Nu zou CD&V tekenen voor 18%.

De geïnstitutionaliseerde revolutie

Probleem is ondertussen dat N-VA parallel meer en meer deel van dat establishment is geworden. N-VA mag dan een godsgeschenk zijn geweest voor de democratie in België, het valt te betwijfelen of ze dat ook is geweest voor de democratie in Vlaanderen. N-VA lijkt – bizar genoeg – bij de Belgische hond te hebben geslapen: ze heeft in elk geval zijn luizen. N-VA lijkt qua ‘manier van aan politiek doen’ op de trado’s en dat laat een slechte smaak na.

Het begon in feite al in 2004, toen Leterme N-VA een ministerpost gaf in de Vlaamse regering. De als parlementslid ascetisch ogende Geert Bourgeois richtte zichzelf ,in de beste Belgische traditie, een mega-kabinet. Het zat vol net afgestudeerde broekjes, maar werd een kweekvijver van N-VA-beroepspolitici.

Parallel verzamelde voorzitter-voor-het-leven De Wever een groep beroepsfans rond zich in het partijhoofdkwartier. Om voldoende mensen te hebben om de (Belgische, of wat dacht u?) kranten gelezen te krijgen en de (Belgische, of wat dacht u?) nieuwsprogramma’s bekeken te krijgen. En om voldoende mensen te hebben om de gesubsidieerde diarree aan nieuwsberichten mee te voeden door het opbouwen van een soort personencultus rond de Grote Leider (dixit kleine Tobback). Zijn kinderen, zijn jeugd, zijn dieet, zijn hartzeer over Jean-Marie, dat alles in slow motion en eindeloos herhaald. Zelfs P-Magazine nam het bombastische Latijn en het gekoketteer met bizarre ‘grote denkers’ van wie voordien amper iemand had gehoord er graag bij. (Maar ‘what’s democracy got to do with that?’)

De Wever is nog niet ontwend van zijn media-verslaving. Als pas ingezworen burgemeester van Antwerpen had hij eerst zijn grootste beroepsfan – als je De Wever stemt krijg je Homans er gratis bij – benoemd op een superschepenpost (kabinet inbegrepen, want jawel, ook steden blijken in België kabinetten te hebben). Maar de volgende prioriteit was het uitnodigen van de persfotografen op ‘het Schoon Verdiep’. En wat ligt er op zijn werktafel? Juist, de kranten. Wie had gedacht in de tijd van Bourgeois-als-gezicht-van-de-N-VA dat de Belgische stemplicht nog een echte bondgenoot van de N-VA zou worden? De Wever, specialiteit: geen, beroep: politicus. Regeren: via interviews. Als de particratie roept lopen burgemeester- en parlementsweddes in België gewoon door. Overigens, kan iemand zich een N-VA-standpunt herinneren over politici die meerdere keren langs de schatkist passeren?

Een man die van nature moeite heeft om zijn mondhoeken in een glimlach te plooien is warempel onwaarschijnlijk populair in Vlaanderen geworden via een spelletjesprogramma – ontvoogding van de gewone Vlaming? – waar glimlachen niet verplicht is maar waaraan asceet Bourgeois ooit zijn partijgenoten verbood deel te nemen.

Geïnstitutionaliseerde beleggers

De Belgische kabinettencultuur is uniek in de Westerse wereld. Een van zijn exponenten is Ben Weyts, Bourgeois-medestander, -woordvoerder, en -kabinetschef van het eerste uur. Specialiteit: geen, beroep: politicus. Op het kabinet-Bourgeois komt hij de liefde van zijn leven tegen, trouwt met haar, en laat het N-VA-Politbureau haar vervolgens benoemen in de raad van bestuur van de VRT. Het gaat het echtpaar voor de wind. In een artikel in De Standaard getiteld ‘Ik ben een echte bodemvisser’ laat Weyts zich in pak en mooie glimmende schoenen interviewen over zijn beleggingsportefeuille.

Toen Bourgeois nog aan het hoofd stond van een mini-partij die vocht met de kiesdrempel vond hij een mooie slogan uit voor zijn partij: ‘Voor zes miljoen Vlamingen’. Nu de N-VA volgens de ene peiling 30, volgens de andere 33% haalt, is zij nog slechts de partij van 33% van de Vlamingen: hoofdzakelijk middenklasse, gemiddeld in een mooie nieuwbouw wonend ergens op het kapotte Vlaamse ‘platteland’, en volgens haar website bij voorkeur met twee blonde kinderen: een jongen en een meisje. O ja, en twee auto’s op de oprit, maar zonder de miljardentransfers naar Wallonië hadden het er nog veel meer kunnen zijn.

De Wever neemt een jonge N-VA-mandataris met allochtone roots mee naar Reyers Laat als hij aan een immer gewillige Lieven Van Gils een half uur lang het nationalisme mag gaan uitleggen. Ideologie als favoriete speeltuin. Zoals de andere uitgenodigde partijen heeft hij ook belastinggeld mogen besteden aan het maken van een clipje dat de N-VA ‘I have a dream’ uitbeeldt. De begeleidende stem is van Klara-‘cultura’ Manuela Van Werde, maar in plaats van over ethiek en democratie gaat de dream enkel over bread & butter en vette vissen. Das Fressen, nicht die Moral. Wat heet confederalisme? Dat de pasgeboren baby in het clipje toch niet met minder zou moeten toekomen dan zijn ouders en grootouders? Centennationalisme, blijkt de dream van catch 33%-partij N-VA te zijn. Le nouveau VLD est arrivé: België tolererend als het niet te veel hindert, maar o wee als de beleggingstrategie in het gedrang komt. In N-VA zit het begrip NV. Als sp.a in de aanloop naar de verkiezingen voorstelt om zoals in Nederland het werk van notarissen door gewone ambtenaren te laten uitvoeren, begint N-VA zowaar de notarissen te verdedigen. Conservatisme in één van de slechtere betekenis van het woord met andere woorden.

N-VA is niet alleen centrumrechts, maar ook ambitieus centrumrechts, catch all centrum rechts. Haar net om vette vissen te vangen waaiert zeer breed uit, schrapend over de zeebodem en alles meepikkend wat in de buurt komt. De N-VA is een bodemvisser. Ze wil niet alleen nouveau VLD zijn maar ook nouveau CVP. Ze heeft twee gezichten: in het federale parlement valt ze de krakkemikkige en geniepige zesde staatshervorming aan, maar in de Vlaamse regering blijft ze als een aangeschoten eend ‘voortregeren’ met twee partijen die precies die staatshervorming hebben mogelijk gemaakt (de postjes my dear, de postjes). Ze kraakt – met verve en zeer terecht – het Belgische zwaar democratisch-deficitaire regime af, maar ze is met grote-leider-voor-het-leven De Wever een boom van een regime waaronder al tien jaar niet al veel andere boompjes meer blijken te groeien. In alweer eens een paginalang interview met De Wever een paar jaar geleden in-ik-weet-niet-meer-welke-krant zei hij dat hij –jandorie toch – niet dadelijk een opvolger voor hem binnen de partij zag klaarstaan.

Een N-VA-minister wordt ‘handpicked’ uit een lobbygroep, zoals in het grootste deel van de geschiedenis van Mexico met ministers gebeurde per legendarische ‘dedazo’ door de PRI, de Partij van de Geïnstitutionaliseerde Revolutie. Klein detail dat Muyters in 2009 nog nooit een kieslijst van N-VA van dichtbij gezien had: tot zijn eigen verbazing springt hij toch maar over het hoofd van die goeie ouwe Peumans. ‘Ministers die niet verkozen zijn maar per DHL worden afgeleverd door belangengroepen, veel Belgischer kan het niet worden,’ grinnikt belgicist Marc Reynebeau. 

In 2014 is de volgorde ietsje anders dan in 2009. De ‘beschermde plaatsen’ (dixit N-VA) op de kieslijsten worden niet gevuld met zwoegende lokale activisten, maar met aan lager wal geraakte VLD’ers (betonboerin Annick De Ridder en ‘alcoholprobleem’ Ludo Van Campenhout) en andere krokodillen uit het Belgische establishment die de bui (te laat) zagen hangen: nadat windverkoper De Scheemaecker tien jaar zijn zakken had gevuld door zich door Open Vld naar een voor hem gecreëerde NMBS-topjob te laten katapulteren schoof hij de zwarte piet voor de Fyra-schande snel door naar Nederland, en hing zijn wagonnetje aan N-VA. De Scheemaecker liegt dat hij er (geel-)zwart van ziet.

‘A la guerre comme à la guerre?’

In België (dit is BBC-land niet) gooien VRT-journalisten het laatste greintje respect voor de staatszender bij het klein gevaarlijk afval door in groep te hengelen naar een job als politicus. Ze hopen zo hun kamerbrede talking head twee keer op onze kosten te verzilveren, eenmaal als VRT-ambtenaar en een tweede  maal als politicus. Alle partijen dansen deze innige wals tussen politiek en media gretig mee. Quid N-VA? ‘A la guerre comme à la guerre’ gebiedt De Wever, en één avondje in een Antwerps restaurant– Verhofstadt hield naar het schijnt ook zo van die eten-en-drinken-belgitude – bleek voor zes miljoen verbaasde Vlamingen klaargemaakt wit konijn Siegfried Bracke te hebben opgeleverd. Vergeleken met Johan Verstreken of Ivo Belet – andere VRT-ambtenaren die de lokroep niet konden weerstaan – gaat het hier om een echte Vlaamse Reus.

De sympathieke Jan Verheyen zei in 2007 in een door Bracke gepresenteerde verkiezingsshow dat hij N-VA en De Wever apprecieerde om hun ‘andere manier van politiek beoefenen’. We schrijven nu 2014 en moeten als tussenbesluit zeggen dat hij misschien zal bedoeld hebben: de betere soort ‘politique politicienne’ beoefenen (herinner De Wevers geliefde verwijzingen naar de krijgskunst van Romeinse autocraten).

Peumans’ weerzin tegenover zijn eigen salaris als voorzitter van het Vlaams Parlement dan. De poging van Jambon en Bracke om na de N-VA-landslide in 2010 grote schoonmaak te houden in allerhande belastingvrije achterkamertjes- en troostprijsvergoedingen beschikbaar in het federale parlement. De Wevers misprijzen voor de post van 1ste minister van België. Het zijn zwaluwen die de lente niet hebben gemaakt. Tekenen van on-Belgische onthechtheid zoals we er vanwege N-VA veel te weinig gezien hebben.

De Volksunie had het vroeger over politiek transparanter maken, een glazen huis, D66, en andere mooie beeldspraak. De N-VA heeft het tegenwoordig nooit nog over glazen huizen als Nederland en Skandinavië, laat staan over de Zwitserse referendumdemocratie. In het beste geval praat zij over Duitsland (ook niet slecht) maar dat is dan niet omdat Duitsland een glazen huis zou zijn, maar puur omdat het een wirtschaftlich powerhouse is (iederéén wil wel een stuk Duitsland tegenwoordig).

Misschien is het waar, misschien moet je in België heel veel eieren breken eer je een omelet kan bakken. Misschien kán je België niet bestrijden zonder je alle wapens van het Belgische regime eerst eigen te maken: parti-cratie, media-cratie, minister-oh-cratie, kabinet-oh-cratie, zonen-dochters-en-echtgenotes-van-oh-cratie, you name it. De ijzeren wet van de oligarchie of hoe heet dat? ‘Kijk eens naar Oosterweel mama! We hebben België niet nodig voor gebetonneerde backroom deals met de goedkeurende adem van de Antwerpse havenlobby in onze nek (en de factuur voor de Vlaamse belastingbetaler in de aanslag).’

Het brave Agalev had het in den beginne ook over ánders aan politiek gaan doen, maar stapte daardoor met blote handen in de paarsgroene fuik van toenmalig bodemvisser Verhofstadt en werd finaal tot vismeel vermalen doordat Louis Michel nog gauw een wapenlevering aan een ver democratisch regime in Magda Aelvoets veel te dikke zaterdagnamiddagdossier moffelde.

De VU had een droom

De Volksunie was een partij die ging over het ‘hoe’; N-VA is een ‘trado’-achtige partij geworden over het ‘wat’. Maar België is in eerste instantie geen probleem van het ‘wat’ maar een probleem van het ‘hoe’. In een ernstige toestand als die van de Belgische wurggreep waarin de Vlamingen zitten (het PS-model eerder als een vorm van ‘democratie-inrichting’ dan als een hoop – mislukte – sociaal-economische uitkomsten) moet het ‘hoe’ geen middel zijn maar jandorie een heus doel. Hou nu even op over het ‘wat’. Over het ‘wat’ zullen we het hebben na het ‘hoe van België verlost geraken’. En over het ‘wat’ zullen we het dan hebben met zes miljoen Vlamingen, niet met 33% ervan.

Ik hoop dat zodra we van België verlost zijn we eindelijk werk kunnen maken van een nieuwe dream: Vlaanderen ontluizen van zijn maar niet afnemende België-gehalte. Ik hoop dat het dan niet te laat is, ik hoop dat de machtsdronken hond N-VA niet al te veel Belgische luizen heeft.

Op 25 mei ga ik N-VA stemmen. Met hoop in het hoofd en angst in het hart.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties