JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De boerkini is een teken van voortschrijdende islamisering

Sam van Rooy30/8/2016Leestijd 5 minuten

Dit stuk werd aangeboden aan De Morgen, die het niet wenste te plaatsen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zoals veel westerlingen is Andreas Tirez tegen het verbieden van de boerkini. Volgens hem wordt hij vrijwillig gedragen en berokkent dit anderen geen schade.

De boerkini moet worden gezien in de bredere context van voortschrijdende islamisering, de evolutie waarbij steeds meer facetten van onze samenleving en cultuur worden beïnvloed en gedomineerd door islamitische gebruiken en regels. De toename van allerhande vormen van islamitische lichaamsbedekking voor meisjes en vrouwen is daarvan een uitermate belangrijk symptoom. Fadéla Amara, Française van Algerijnse afkomst en voorzitter van de organisatie ‘Ni Putes Ni Soumises’, stelt terecht dat er geen onderscheid is tussen de hoofddoek en de boerka (of nikab). Amara: “Het zijn allebei symbolen van onderdrukking van de vrouw. Het enige verschil is een aantal centimeters textiel.” Voor orthodoxe moslims is toenemende versluiering van meisjes en vrouwen een fundamenteel instrument om het Westen te islamiseren. Vanuit gezaghebbende orthodoxe kringen binnen de islamwereld klinkt dat elke hoofddoek een vlag geplant is in het hart van het Westen.

Of islamitische lichaamsbedekking, van welk allooi ook (hoofddoek, nikab, boerka, boerkini, …), al dan niet vrijwillig wordt gedragen, is onmogelijk te achterhalen. Niet alleen kan de overheid zich onmogelijk bezighouden met het ondervragen van alle draagsters en hun omgeving, ook zou het zeer moeilijk zijn om te concluderen in hoeverre de waarheid wordt gesproken. Het enige wat we met zekerheid kunnen zeggen is dat sommigen worden verplicht en anderen er zelf voor kiezen, en dat wereldwijd vele miljoenen meisjes en vrouwen gebukt gaan onder de ellendige islamitische regels die aan hen onder andere een bepaalde vorm van islamitische lichaamsbedekking opleggen. Aan de vrijwillige draagsters, die met name in het Westen zijn te vinden en eigenlijk lijden aan een soort stockholmsyndroom, zegt de Franse filosofe Elisabeth Badinter: “Eigenlijk misbruikt u de democratische vrijheden door ze in stelling te brengen tegen de democratie. Of u het nu met subversieve bedoelingen, of als provocatie, of uit onwetendheid doet, het echte schandaal is niet zozeer de blik die u ons misgunt, maar wel de klap die u uitdeelt aan al uw onderdrukte zusters die de dood riskeren om eindelijk de vrijheden te kunnen genieten die u zo veracht.” (Le Nouvel Observateur, juli 2009).

Gezien de symboliek die islamitische lichaamsbedekking voor meisjes en vrouwen overduidelijk uitdraagt, is het voor een verbod irrelevant om te weten wie het vrijwillig draagt en wie niet. 14 eeuwen islamitische theorie (Koran en Hadith) en praktijk hebben die symboliek vastgelegd, en die is even helder als verwerpelijk: de vrouw is minder waard dan de man, en de onbedekte vrouw is vogelvrij. Ervaringsexperte Hala Arafa stelt terecht dat de boerkini “een verkrachtingsideologie promoot”. Bovendien is islamitische lichaamsbedekking voor meisjes en vrouwen een politiek symbool dat – opnieuw: ongeacht de keuzevrijheid of intentie van elke individuele draagster – een staatkundig streven uitdrukt, namelijk de invoering van de totalitaire, vrouwhatende sharia, die haaks staat op de liberale rechtsorde.

“Dat bewijs van schade aan niet-boerkinidragers is er voorlopig niet, of ik heb het toch nog niet gezien,” schrijft Tirez. De 1400-jarige geschiedenis van de islam is nochtans één langgerekte getuigenis van de fysieke en mentale schade die niet-bedekte meisjes en vrouwen ondervinden wanneer islamitische lichaamsbedekking voor meisjes en vrouwen wordt gepropageerd en losgelaten in de samenleving. Moslimlanden zoals Egypte, Turkije, Iran en Afghanistan tonen aan dat de mate van islamisering rechtstreeks is af te leiden uit de mate waarin moslima’s hun lichaam (moeten) bedekken. Hoe meer islam, hoe meer bedekkende textiel, hoe slechter het lot van vrouwen. Islamisering is een wereldwijd, geglobaliseerd fenomeen: wie vaststelt (en toejuicht) dat de wereld steeds meer een dorp is, kan de verplichte islamitische lichaamsbedekking voor meisjes en vrouwen in de islamitische wereld en de nefaste, vaak dramatische gevolgen voor meisjes en vrouwen niet loskoppelen van de islamiseringsdynamiek in onze samenleving. Het is geen toeval dat Erdogan bezig is de hoofddoek expliciet in de samenleving te introduceren, tot groot ongenoegen van seculiere (Atatürk-)Turken en niet-islamitische minderheden die met lede ogen aanzien hoe Turkije (re-)islamiseert. Een van dé krachtmetingen tijdens de Arabische zogenaamde ‘Lente’, was de versluiering van vrouwen en meisjes, en we weten ondertussen wie aan het langste eind heeft getrokken. Het getuigt van morele decadentie om, terwijl in Iran en andere islamitische landen talloze vrouwen de islamisering willen terugdraaien, dat proces hier te willen faciliteren.

Dat ook bij ons de toenemende islamitische versluiering van meisjes en vrouwen, op school, op het strand of in een wijk of gemeente, het steeds moeilijker maakt om zónder islamitische sluier door het leven te gaan, staat buiten kijf. Is men de Brusselse reportage ‘Femme de la rue’ van studente Sofie Peeters vergeten? Islamitische lichaamsbedekking voor meisjes en vrouwen berokkent wel degelijk schade aan anderen: hun vrijheid om zich niet te bedekken wordt steeds verder uitgehold. Het was om die reden dat de directrice van het Antwerps atheneum, Karin Heremans, na vele jaren van worsteling en rijp beraad, uiteindelijk een algemeen hoofddoekenverbod invoerde. Het bleek de enige manier te zijn om de toenemende sociale druk en islamiseringsdynamiek een halt toe te roepen. Met een verbod reikt Heremans schoolmeisjes een hulpmiddel om, toch zeker binnen de schoolgebouwen, uit de onderdrukkende islamiseringssfeer te blijven. Dat is niet paternalistisch, zoals Andreas Tirez betoogt, maar een helpende hand om de “filosofie van het ontvoogde individu” ook op langere termijn staande te houden tegen de islamiseringsdynamiek.

Tirez stelt dat de onderdrukker zou moeten worden gestraft en niet de onderdrukte. Dat klinkt mooi in theorie, maar hoe werkt dat in de praktijk? Zopas kwam aan het licht dat in Rotterdam honderden vrouwen van hun man nooit de deur uit mogen. De problematiek verergert, en men kan ervan uitgaan dat wat men af en toe te weten komt, het topje van de ijsberg is: heel veel vrouwenleed blijft simpelweg verborgen achter de voordeur. Een structurele oplossingen voor deze ‘slavinnen achter de voordeur’ is er niet. Wie gelooft dat die vrouwen allemaal ‘vrij’ en vrolijk de deur uit mogen wanneer ze zich meer zouden bedekken, dwaalt. En wie betoogt dat wij moeten toelaten dat men zich in boerka, nikab, boerkini of wat dan ook hult om ook maar iets buitenshuis te mogen ondernemen, capituleert voor de islamisering en voert de facto de sharia in. (En eigenlijk hebben we dat al gedaan door op de meeste plaatsen de islamitische hoofddoek toe te laten.)

In 1923 schreef Hoda Shaarawi geschiedenis toen ze in Egypte, als symbool voor de bevrijding van de vrouw, voor de ogen van de media haar hoofddoek afgooide. Mijn eigen Perzische vriendin, helaas ervaringsdeskundige, gruwelt wanneer ze hier wordt geconfronteerd met gesluierde vrouwen en begrijpt niet waarom wij zo toegeeflijk zijn voor die islamitische onderdrukkings- en bezettingssymboliek. “Allah houdt niet van vrouwen,” is de titel van een boek van Nahed Selim, afkomstig uit Egypte. Talloze westerlingen die men nooit of disproportioneel weinig hoort over het dagelijkse ellendige lot van vrouwen in de islam, maken zich nu sterk tegen een boerkini-verbod. Waarom toch blijven zij, gemakzuchtig vanuit de ivoren toren, op dogmatische wijze hun westers conceptueel kader hanteren en lichtzinnig hun theoretische model afratelen? Waarom willen ze de islamiseringsdynamiek niet zien die zich voor onze ogen aan het voltrekken is? Waarom luisteren ze niet meer en beter naar ervaringsdeskundigen afkomstig uit de islamitische wereld, zoals de Iraanse Chahdortt Djavann

Sam van Rooy (1985) is Vlaams volksvertegenwoordiger, Antwerps gemeenteraadslid en fractieleider voor het Vlaams Belang. In 2014 was hij 1e opvolger voor het EU-parlement. In 2011 was hij beleidsmedewerker bij de PVV van Geert Wilders. Van 2012 tot en met 2018 werkte hij als studiedienstmedewerker en perswoordvoerder voor het Vlaams Belang. Hij is ingenieur bouwkunde (MSc.), publicist en auteur van enkele boeken over de islam en de Europese Unie ('Voor vrijheid dus tegen islamisering', 'De islam. Kritische essays over een politieke religie', 'Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU'). Zijn website: www.samvanrooy.be.

Commentaren en reacties