JavaScript is required for this website to work.
post

De boezem van Magda

Facebook, een harteloos café

Marcel t Kint9/4/2015Leestijd 2 minuten

Abou Jahjah en Tom Van Grieken vechten een Facebookdiscussie over al dan niet bestaande woorden uit.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Weet ge wat Paul tegen Mariane van de beenhouwer gezegd heeft? Dat hij haar soort kent. ’t Zit in haar familie, zei hij’. Er wordt luid gelachen in het Parochiehuis. Marianes moeder stond nogal bekend als een lichtekooi. Paul glundert om de bewondering van zijn toogvrienden. Het is een van de laatste cafés in ons dorp en dus klit de dorpsjeugd van weleer daar wat bij elkaar. Op de achtergrond klinkt een liedje van The Beatles. Aan het woord is Marc. Vroeger zat Marc altijd in het Volkshuis, maar dat café ging enkele jaren geleden dicht. Dus is hij uit armoede overgelopen. Ik herinner me nog de tijd dat de vroegere koster, toen er nog een was, na de mis het aandurfde in het Volkshuis eentje te gaan drinken ondanks de vermaningen van de pastoor. Maar dat waren andere tijden.

Ik drink van mijn Rodenbach en piep naar de kop van mijn krant die onder mijn gebakjes voor de namiddag ligt. Plots word ik gewaar dat het gelach verstomt en ik kijk op. De Franky, de beenhouwer, staat in het deurgat. ‘Pol, wat hebde gij over mijn vrouw gezegd, jong?’ Paul staat er wat versteend bij. Zijn maatjes grinniken en Marc geeft Paul een por. ‘Nikske, Franky.’ ‘Nikse, Pol? Gij hebt zoveel gezegd als dat mijn vrouw een hoer is!’ ‘Maar dat is gene waar, Franky. Ik heb dat zo niet gezegd. Marc hier, die maakt dat ervan.’ Ik drink intussen nog eens van mijn zurige bier en ik ben curieus naar het vervolg van deze live uitzending van een televisiesoap. Ondertussen staat Marc wat te trappelen en hij probeert zich eruit te kletsen. ‘Maar nee, Franky. Ik heb … allez, de Pol heeft … ik bedoel …’ Ineens steekt Magda, de voluptueuze cafébazin haar neus er tussen. ‘Zeg, Franky. Ge moet niet spreken hé, jongen. Gij hebt ook al ’t een en ’t ander verteld over de Marc zijn vrouw, he’. De tooggapers beginnen luider te lachen. Marc loopt wat rood aan. ‘Hier niet beginnen over mijn ex, hé Magda!’ ‘Uw heks zeker!’ Paul zijn flauwe grap zit strak in het doel en het Parochiehuis schatert. ‘Allez, Franky, drinkt er enen, toe. Zeg tegen uw vrouw dat het allemaal maar voor ’t lachen was.’ Franky smelt als boter op een chateaubriand en accepteert Magda’s aanbod. Hij knikt even naar me wanneer hij m’n tafeltje passeert.

Terwijl er verder gepalaverd wordt, lees ik over de Facebookoorlog tussen Tom Van Grieken en Abou Jahjah.  Jahjah beledigt Joden, Van Grieken beledigt moslims en vrouwen. Ze beschuldigen elkaar van valsheid en trucage. Wie heeft wat gezegd, wie heeft wat niet gezegd? 

Dat bedenkend leg ik mijn munten op tafel, ik sla mijn Rodenbach achterover en ik vertrek met mijn gebakjes en dagblad naar huis.  ‘Tot de volgende, Magda!’

‘De groeten ‘Celleken!’

Ach, kon Magda de beide mannen maar eens tegen haar weelderige boezem houden. De wereld zou voor hen meteen heel wat zachter worden.

 

Uw toegenegen Minister van Straat.




Marcel 't Kint observeert het dorpsleven en de wereld om hem heen. Hij beoefende twaalf stielen en beging evenveel ongelukken.

Meer van Marcel t Kint

Michael Couteaux keert terug naar de politiek. Marcel herinnert Rooie Marc aan een dure weddenschap, tot jolijt van iedereen in het Parochiehuis.

Commentaren en reacties