JavaScript is required for this website to work.
post

De breuklijn in Europa loopt langs Wuustwezel

Mark Grammens4/9/2016Leestijd 4 minuten

Beseft men wel voldoende de diepste gronden van de Oost-Europese ontevredenheid en waartoe die kan leiden?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
Het wordt een hele klus om Europa weer op gang te trekken na de lange vakantie waarin de 28 landen van de EU herleid werden tot 27. Want Groot-Brittannië is er niet meer bij. De Europese Commissie heeft haar werkjaar ingezet door met een daverend schot het rijkste bedrijf ter wereld, Apple, een belastingaanzegging van 13 miljard euro toe te sturen. Voor een bedrijf dat beschikt over 200 miljard dollar cash is dat bijna een peulschil, maar het riskeert tot een open handelsoorlog te leiden met de VS. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de Engelsen, als ze nog lid geweest waren van de EU, hiermee zouden hebben ingestemd. Zo ziet u dat het vertrek van het VK al direct nieuwe perspectieven opent voor de EU. Dit nieuwe feit zal ongetwijfeld bijdragen tot de reeds verwachte grotere cohesie van de Angelsaksische landen. We zien duidelijk waar dit naartoe gaat.
 
Maar op korte termijn riskeert Europa toch andere problemen te zullen kennen. Op 16 september komen de regeringsleiders van de 27 bijeen in Bratislava, de hoofdstad van Slowakije, dat momenteel het wisselend voorzitterschap van de Europese raad waarneemt. In Oost-Europa wordt de Slowaakse topconferentie zeer actief voorbereid. Slowakije zelf blijft hierbij niet ten achter en geeft openlijk uiting aan zijn ontevredenheid over de gang van zaken in Europa. Het vreest dat het nog tijdens zijn voorzitterschap met sommige harde realiteiten zal worden geconfronteerd. Recentelijk nog spuwde de Slowaakse eerste minister, Robert Fico, al zijn gal op Brussel, alsof er een nieuwe brexit aanbreekt, maar dan in het Oosten. Zijn politiek oogmerk, zei hij, is dat de macht in de EU bijna volledig naar de nationale hoofdsteden zou terugkeren, en Brussel als het ware zou verwasemen (Volkskrant 27 juni). Dat is niet min qua doelstelling.
 
De andere Oost-Europese lidstaten zeggen het misschien niet zo cru, maar willen hetzelfde. Wij onderschatten het belang van de geschiedenis voor  deze landen. Zij hechten een veel grotere waarde dan wij aan het het primaat van het patriottisme. Zij zijn te lang onderdrukt geweest om niet zeer gierig te zijn op het eventueel afstand nemen van soevereiniteit. Hun politieke praktijkervaring is geheel anders dan die van West- en Noord-Europa. Zij zijn er ten zeerste om bekommerd niet opnieuw in een afhankelijkheidspositie te hervallen. Dat is weer gebleken op de frappante bijenkomst van vier onder hen in Warschau. Dat waren naast Slowakije ook Polen, Tsjechië en Hongarije. Hun bijeenkomst werd bijgewoond door de Duitse kanselier Angela Merkel. Zij kwam er openlijk voor uit dat ze zichzelf had uitgenodigd en wou antwoorden op de Poolse verwijten aan het adres van de Duitse hegemonistische politiek, zoals Polen het noemt. Op dezelfde bijeenkomst dreigde Victor Orbàn, de premier van Hongarije, met de oprichting van een aparte Oost-Europese Unie. Dat is ook niet min.
Beseft men wel voldoende de diepste gronden van de Oost-Europese ontevredenheid en waartoe die kan leiden? De Oost-Europese landen zeggen dat zij geen concessies willen doen in het migratiedossier en het Europese beleid daarover onaanvaardbaar vinden.
 
Ik heb sterk de indruk dat begrip voor Oost-Europa in West-Europa aan de lage kant ligt en dat we veel te gemakkelijk geneigd zijn te vergeten dat de voornaamste vier landen tezamen (Polen, Hongarije, Slowakije en Tsjechië) opgeklommen zijn tot de vijftiende economie in de wereld. Daarmee komt automatisch in september reeds de Europese migratiepolitiek, die vorig jaar rond deze tijd werd uitgezet door Angela Merkel, op de helling te staan. Het is niet onmogelijk dat ook Nederland, Denemarken, Finland en Zweden, die dezer dagen een conferentie hielden, van de Oost-Europese ontevredenheid gebruik zullen maken om hun eigen bezwaren tegen de migratiepolitiek kracht bij te zetten. Dat is althans wat Syp Wynia suggereert in Elsevier van 30 augustus. In een belangwekkend diplomatiek commentaar stelt hij dat er naast de Oost-Europese onvrede ook een duidelijk waarneembare Noord-Europese onvrede bestaat. Hij geeft het voorbeeld van Zweden, dat vorig jaar nog de zwaarste steunpilaar leverde voor de ‘open’ migratiepolitiek van Merkel en, aldus Wynia, dit jaar de tegenovergestelde richting uitgaat en de migranten alle mogelijke hindernissen in de weg legt.
 
Dat is toch wel een zware accentverschuiving. Als men alleen op woorden afgaat, zou men gaan denken dat er een onoverbrugbare tegenstelling tussen de Europese landen bestaat op het gebied van de migratiepolitiek, en dat die samenvalt met  een grens die dwars door Europa loopt en waarbij Oostenrijk zich meer en meer aansluit. Het speerpunt van deze tegenstelling is in wezen de weigering van het oude Habsburgse rijk –  dat zijn Oostenrijk en Hongarije – om zijn oude Europese roeping als verdedigers van Europa tegen de oprukkende Turken te verwaarlozen. Oostenrijk en Hongarije wedijveren, althans met woorden, om de eerste plaats in te nemen als hedendaagse burcht tegen de Turkse drang naar het Noorden, in navolging van wat Boedapest historisch geweest is.
 
Neen, het gaat niet goed met Europa, ook al is het nu schijnbaar verlost van een lastpost als het VK. En hadden we het in dat verband reeds over Oost- en Noord-Europa, dan mag ook West-Europa niet vergeten worden. Luister even wat Karel De Gucht onlangs opmerkte (Knack 27 juni): ‘Ik denk dat je nog zou schrikken van de uitslag als je vandaag in landen als Nederland en Frankrijk een referendum zou houden. Ik denk niet dat er een meerderheid zou zijn om de EU te verlaten, maar het zou wel eens heel nipt kunnen zijn.’
 
Ziezo, dat is een overzicht van de situatie bij het begin van het nieuwe Europese jaar. Le Monde is een van de weinige West-Europese bladen met belangstelling voor deze toestand. In zijn laatste Europees overzicht (15 juli) pleitte het blad voor een grondige herziening van de Europese uitgangspunten en zelfs voor het ontslag van de Europese Commissie onder leiding van Juncker. Zo’n vaart zal het wel niet lopen, maar dat neemt niet weg dat het met de dag duidelijker wordt dat er van de Europese cohesie van weleer niet veel meer overblijft.
 
En waar staat Vlaanderen in dit alles? Nergens. Het is geen staat, zelfs geen confederale deelstaat en het aanhalen van een band met Nederland zou in strijd zijn met het regeerakkoord, dat elke oprisping van Vlaamse-nationalisme verbiedt.
Zoals verwacht na de brexit, kiest Nederland het ruime sop, in afwachting dat het – daar is het nu nog te vroeg voor – toetreedt tot een blok van zeemogendheden met zetel in Londen. In afwachting daarvan ontstaat er nu reeds een herhaling van 1830. De breuklijn in Europa gaat van Breskens over Wuustwezel naar Maasmechelen, maakt daar een dipje naar het Zuiden door een twijfelend Duitsland heen, en komt uit bij Oostenrijk-Hongarije. Daarmee ontstaat er een nieuwe scheiding der Nederlanden. Alleen Pieter Geyl had kunnen beschrijven hoe dit prinsenvolk der Nederlanden opnieuw ten onder gaat in ‘broedertwist en schande’.
 
 
 
Foto: (c) Reuters

Mark Grammens (1933) was uitgever en hoofdredacteur van De Nieuwe en Journaal. Hij schreef ook in 't Pallieterke, Het Volk, Trouw, Tijdschrift voor Diplomatie. Hij kreeg de Orde van de Vlaamse Leeuw en de Prijs voor de Vrijheid.

Meer van Mark Grammens

In 1988 – twintig jaar na mei ’68 – stelde Mark Grammens zich de vraag wat er feitelijk te vieren was, dan ‘des enfantillages’ die alles behalve progressief waren.

Commentaren en reacties