JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De broeierige oogstmaand van 1830

Harry De Paepe12/8/2013Leestijd 5 minuten

Een maand geleden vierde men volop de Belgische nationale feestdag op de dag dat de eerste Koning der Belgen de eed aflegde in 1831. Maar het is interessant om even stil te staan bij de augustusdagen van 1830 die de Belgische Revolutie op gang brachten. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het eerste bedrijf: een monsterverbond tegen Willem

België was in augustus 1830 nog een deel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden met aan het hoofd de koppige Willem I van Oranje. Het unionisme (een monsterverbond van liberalen en katholieken) scheen op dat ogenblik niet gericht op een afscheuring van de Zuidelijke Nederlanden, maar droomde van een confederatie waarin het Noorden minder macht zou uitoefenen op het Zuiden.

De katholieke kerk kon zich niet verzoenen met haar verzwakte rol in het rijk, de taalwetten waren een doorn in het oog van veel Franstalige welgestelden, de liberalen verfoeiden het autoritaire optreden van de vorst en tenslotte was de politieke bevoordeling van het Noorden een reden tot algemeen gemor. De antiklerikale en tot het anti-Willemkamp bekeerde journalist Louis de Potter voorzag het monsterverbond vanuit zijn ballingsoord Zwitserland van de nodige munitie. Het summum van deze intellectuele wapens bleek de Potters boek ‘L’Union des catholiques et des libéraux dans les Pays-Bas’ dat midden juli verscheen. Enige tijd later werd Frankrijk de standplaats van de Bruggeling en dat was niet toevallig. Frankrijk zat volop in de omwenteling veroorzaakt door de julirevolutie.

Het tweede bedrijf: onrust in Europa

‘Les trois glorieuses’, een driedaagse opstand, van 27 tot 29 juli, onthoofdde de Bourbonmonarchie (figuurlijk deze keer) voorgoed. Een heftige heropleving van de emoties van de Franse Revolutie uit 1789, die door de restauratie na Napoleon werden onderdrukt, verjoeg de reactionaire Karel X van zijn troon. De massa schreeuwde tegen de koning en diens verzet tegen de verworvenheden van de grondwet (‘Le Charte’). Drie dagen vocht het gepeupel van Parijs een strijd uit tegen de makke troepen van de koning. In de avond van 29 juli kwamen politici samen in het geplunderde paleis van de Tuilerieën om over een nieuw lot voor het land te onderhandelen. De burgerij had handig gebruik gemaakt van de onrust onder de arbeidersmassa om een nieuwe, liberale koning op de troon te hijsen. Louis-Philippe van Orléans werd op 7 augustus ‘Roi des Français par la volonté nationale’ en zou een beleid op maat van de bourgeoisie voeren.

Er heerste ook onrust onder de arbeidersmassa van de Zuidelijke Nederlanden. Onder invloed van het Engelse luddisme (een arbeidersbeweging onder leiding van de in 1830 tot de dood veroordeelde Ned Ludd, die de machines van de Industriële Revolutie als een bedreiging beschouwde en overging tot massale vernieling daarvan.) heerste er die zomer hevige onrust in de belangrijkste steden van het geïndustrialiseerde Zuiden met betogingen gericht tegen de ‘Engelse mechanieken’. Het was voornamelijk het proletariaat dat zich heel ontevreden toonde over het economische beleid van Willem I, met o.m. de invoering van de duivelse stoommachines, dat tot werkloosheid leidde. Daarbovenop mislukte de oogst en stegen de broodprijzen tot, volgens verschillende bronnen : ‘een schrikbarend niveau’.

Einde juli, begin augustus regenden de eerste Franse druppels binnen. De Potter pleitte nu, samen met advocaat Alexandre Gendebièn, voor een aanhechting bij het nieuwe Frankrijk. Die nieuwe Franse regering liet uit vrees voor de reactie van de wantrouwige Europese grootmachten evenwel blijken niet te denken aan een annexatie van België. Maar de Franse kokardes, samen met de leuzen ‘Vive la liberté’ en ‘Vive les Français’, doken her en der op in het Zuiden, vooral in Bergen, Luik en Brussel.

Het derde bedrijf: het sprakeloze meisje

Brussel, de tweede hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk, maakte zich op voor de jaarlijkse feestelijkheden n.a.v. de verjaardag van Willem I. De stad plande vuurwerk, erepoorten, versieringen en parkfeeërieën. Maar het kostenplaatje van 7000 gulden stootte op kritiek, omdat het ongepast leek gezien de economische crisis waarin het land verkeerde.

Het bestuur van Brussel palaverde ook over een andere kwestie: voerden ze ‘La Muette de Portici’ (ook wel ‘Het Sprakeloze Meisje van Portici’ genoemd) van Daniel Auber nu op of niet? De populaire opera uit 1828 werd toen 12 maal opgevoerd in de hoofstad en had daar al voor onrust gezorgd. Niet verwonderlijk aangezien in het libretto van vijf bedrijven een door een prins onteerd doofstom meisje haar broer, Masaniello beweegt tot een Napolitaanse volksopstand tegen de Spaanse bezetter. De regering stond uiteindelijk verdere opvoeringen toe, vrezend dat een opschorting problemen zou veroorzaken. Extra wachten vatten post op het plein voor de Muntschouwburg en ordetroepen bevonden zich zichtbaar in de operazaal. Onbekenden hadden immers via pamfletten al aangekondigd dat op woensdag 25 augustus de ‘révolution’ zou uitbarsten. Willem had zich zijn 58ste verjaardag wellicht anders voorgesteld.

Het vierde bedrijf: een tricolore uit gordijnstof

De zaal is die avond onrustig en laat zich voor het eerst in de tweede akte horen… Het vaak geciteerde duet ‘Amour sacré de la patrie’, dat in het tweede bedrijf verschijnt en dus niet, zoals soms foutief wordt aangegeven, in het vierde bedrijf, was ongemeen populair. Die augustusavond, een dag na de verjaardag van de koning, kende het duet zo’n weerklank dat de artiesten het een tweede keer zongen en begroet werden met ‘Viva la liberté!’, ‘Viva de libertait!’ en ‘Viva la France!’.  Doorheen de opvoering weerklonk nog ‘A bas les fromages!’ en ‘Vivat den Fransoisen’. In het aanstekelijk vierde bedrijf slachten de bewoners van Portici de koninklijke wacht af en eindigt Masaniello met een emotionele aria met de welluidende slotwoorden: ‘Au milieu des chants de victoire qu’il tombe comme nos tyrants’, waaraan de zanger toevoegt: ‘Aux Armes!’  

Het vijfde deel werd niet meer vertoond, niemand interesseerde zich nog voor het neerslaan van de Napolitaanse revolte. De overheid had de vertoning daarvan sowieso verboden. De aanwezigen stormden naar buiten onder het zingen van ‘La Marseillaise’ en ‘La Parisienne’, het toenmalige Franse volkslied. Uit oude gordijnen van een verwoest huis maakten de opstandelingen een Franse vlag. Een hele nacht lang heerste er chaos in Brussel en liet de massa zich leiden door Franse emigrés en door een boekbinder, tevens oud-strijder van de Parijse opstand, Pierre Schavije. Overal klonk ‘Mort aux Hollandais!’, zelfs ‘Vive Napoleon’ en ‘Vive de Potter’. Het leger keek voornamelijk machteloos toe en loste slechts enkele schoten. De burgerij, de voormannen van het monsterverbond, vonden het vreselijk wat er die nacht gebeurde.

De volgende ochtend nam de arbeidersmassa het Brusselse stadhuis in en hees er de Franse tricolore. Later op 26 augustus werden fabrieken naar Brits voorbeeld bestormd en talloze machines vernield. De burgerij besloot in te grijpen om verdere chaos te voorkomen en richtte de ‘Garde Bourgeoise’ op onder leiding van baron Emmanuel van der Linden d’Hoogvorst. Tegen de ochtend van 27 augustus kreeg de Brusselse hogere klasse de massa onder controle.

Het vijfde bedrijf: het liep allemaal wat uit de hand

In zijn uitvoerig gedocumenteerd werk ‘1830 – Geboorte van een staat’, maakt Roland Van Opbroecke duidelijk dat de Belgische revolte aanvankelijk niet, zoals in het Frankrijk van 1830, om een georganiseerde politieke revolutie ging, maar om een ‘woede-uitbarsting van de arbeiders tegen hun “verdrukker”, niet alleen tegen de koning, die de verpersoonlijking van het gezag was, maar ook tegen de fabrieksbazen, de rijken, de hoogwaardigheidsbekleders, de heersende klasse in het algemeen. Toch moet gezegd worden dat Franse radicalen (…) al enige tijd in Brussel actief waren. Zij werkten de onrust in de hand en traden als leiders op in de relletjes van eind augustus’.

De Belgische burgerlijke en klerikale oppositie had dit zelf niet gewenst en zo verschilt de Belgische revolutie wezenlijk van zijn Franse voorloper. Daar had de burgerij schoon genoeg van koning Karel X en beheerste ze de volksagitatie van ‘Les trois glorieuses’ meteen.

De Belgische bourgeoisie voer op zich financieel wel bij het Hollandse regime en wilde voornamelijk politieke hervormingen. Van zodra ze de opstand in eigen handen kreeg zou ze radicale volksfiguren zoals Louis de Potter marginaliseren. De Brugse journalist was triomfantelijk vanuit Frankrijk teruggekeerd naar België en zat het Voorlopig Bewind voor. Maar zijn keuze voor een Belgische confederatie naar Zwitsers model en zijn vurig geloof in een republiek deden hem de das om. Nog geen jaar na de onlusten van augustus zetelde er opnieuw een protestantse koning in Brussel. Economisch handhaafde men het Nederlandse beleid, de katholieke kerk heroverde haar aloude dominante positie en de Nederlandse taal verloor haar voorrechten. In 1839 zou de Potter schrijven dat België misschien toch beter herenigd zou worden met Nederland.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties