JavaScript is required for this website to work.
post

De dag dat Nederland Nieuw Amsterdam verloor

Vooruitblikken in het verleden

Paul Cordy19/2/2019Leestijd 4 minuten
Nieuw Nederland, met Nieuw Amsterdam (‘ T Lange Eylandt – Manhattan) midden
onderaan.

Nieuw Nederland, met Nieuw Amsterdam (‘ T Lange Eylandt – Manhattan) midden onderaan.

foto ©

19 februari 1674. Na drie oorlogen sluiten Engeland en de Nederland vrede. Nederland verliest Nieuw Amsterdam, Engeland wint de wereld.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 19 februari 1674, 345 jaar geleden, tekenden de Nederlandse Republiek en Groot-Brittannië de Vrede van Westminster. Daarmee kwam een einde aan een reeks oorlogen tussen beide zeemogendheden – oorlogen die geen deel uitmaken van ons collectief geheugen zitten, maar die, zeker op lange termijn, ook voor ons verstrekkende gevolgen hadden. De wellicht het meest tot de verbeelding sprekende bepaling in het verdrag: de definitieve overdracht van de Nederlandse kolonie Nieuw-Nederland van de Republiek naar Groot-Brittannië. Nieuw-Nederland? Dat zegt u ongetwijfeld weinig. Maar wanneer u weet dat de hoofdstad van die kolonie Nieuw-Amsterdam heette, gaat er misschien wel een belletje rinkelen. Inderdaad, Nieuw-Amsterdam is niet minder dan de huidige stad New York. Nederland kreeg in ruil Suriname. Op dat moment interessant omwille van het suikerriet, maar op lange termijn is wel duidelijk dat de ruil voor Nederland minder gunstig was.

De Nederlanders zetten voor het eerst voet aan wal aan de Hudson in 1609, toen een expeditie in opdracht van de Verenigde Oost-Indische Compagnie op zoek was naar een betere doortocht naar het westen. Geleidelijk aan groeide de prille nederzetting uit tot een stevige vesting en hoofdplaats van de provincie Nieuw-Nederland. De kolonie werkte in opdracht van de West-Indische Compagnie. In vergelijking met de Engelse kolonies in Noord-Amerika was de Nederlandse kolonie atypisch. De eerste bedoeling van de vestiging was winst maken. De kolonie was in eerste instantie opgezet als een bedrijf waarbij sommige directeurs de kolonisten zelfs eerder als werkgevers zagen dan als mensen die zich in een nieuwe stad kwamen vestigen. Wanneer bijvoorbeeld directeur Peter Minuit, die als één van de pioniers de kolonie mee uitbouwde, onvoldoende winst maakte werd hij onverbiddelijk teruggeroepen.

Kolonies moeten opbrengen

Nederland kon ook niet rekenen op een flinke instroom aan kolonisten vanuit het moederland. De Britten konden dat wel: de Noord-Amerikaanse kolonies waren een prima uitlaatklep voor de mensen waar men op de Britse eilanden geen blijf mee wist en die thuis niet moesten rekenen op een relatief welvarend bestaan. Naar de kolonie trekken was een berekende gok die vele nieuwe perspectieven opende.

Voor de Nederlanders lag dat anders. Nederland was in zijn Gouden Eeuw wellicht het land met de meest welvarende bevolking in Europa. Zich gaan vestigen in een verafgelegen kolonie weg van de beschaafde wereld was een weinig aantrekkelijk perspectief. In eigen land waren er kansen op een normaal bestaan groot genoeg opdat men zich aan allerlei koloniale avonturen zou wagen. Bovendien was het vestigen van een bevolkingskolonie die een verlengde van het moederland moest worden en waar de cultuur van dat moederland zich kon vestigen. Een kolonie moest winst maken. Wie daarvoor het werk deed, dat was minder belangrijk. De Noord-Amerikaanse kolonie zag daardoor een grote toestroom van mensen uit verschillende Europese landen en uit verschillende naburige kolonies. Al van bij aanvang was Nieuw-Amsterdam een smeltkroes van mensen met een verschillende achtergrond.

Oorlog op zee

Groot-Brittannië en de Republiek waren als winnende bondgenoten uit de Tachtigjarige Oorlog gekomen waarbij ze de grote Spaanse concurrent en vijand een nederlaag hadden doen lijden die voor Spanje het begin van het verval als grootmacht inluidde. Het waren echter bondgenoten die bij het wegvallen van een gemeenschappelijke vijand onvermijdelijk tot bittere concurrenten moesten uitgroeien. De strijd om de Spaanse kolonies, de strijd om handelsroutes, de strijd om het overwicht op zee, de strijd om visgronden… stuk voor stuk redenen genoeg om de twee zeemogendheden met elkaar in de clinch te laten gaan.

Het leidde tot de drie zeventiende-eeuwse Engels-Nederlandse Oorlogen die in feite één conflict vormen. De Engelse Navigatiewet die de handel met Engelse kolonies exclusief voor Engelse schepen voorbehield groeide uit tot een casus belli, een ogenschijnlijk banaal incident over het groeten van schepen deed in 1652 de vlam in de pan slaan. Na een reeks dure zeeslagen lagen beide landen twee jaar later uitgeteld in de touwen, zij het Nederland iets meer dan Groot-Brittannië. Op papier was Nederland nochtans zeker niet de zwakkere partij.

Brittannia rules the waves

11 jaar later brak de oorlog opnieuw uit, weer een oorlog die hoofdzakelijk op zee werd uitgevochten. Zowel de Nederlandse militaire vloot als de koopvaardijvloot leden grote verliezen, maar toen twee jaar later de Vrede van Breda werd gesloten vonden de meeste tijdgenoten toch dat Nederland er het beste uitkwam. Maar voor Nederland moest het ergste nog komen. In 1672 gingen de vijandigheden opnieuw van start. Het jaar staat in Nederland nog altijd gekend als het Rampjaar.

De Britten hadden een bondgenootschap bij elkaar gebracht waar Nederland niet tegenop kon. Engeland en Frankrijk vielen aan op zee maar konden door admiraal De Ruyter worden verslagen. Tegelijkertijd stuurde de Franse Zonnekoning zijn troepen via het Rijnland de Republiek binnen. Vanuit het oosten trok het leger van de bisschop van Munster tegen Nederland ten strijde. De druk was te groot: ‘Het volk was redeloos, de regering radeloos en de het land reddeloos’. Het leidt tot een politieke crisis in Nederland waarbij de raadspensionaris Johan De Witt samen met zijn broer gelyncht wordt.

De mars van Oranje

Na de lynchpartij treedt Willem III van Oranje als stadhouder aan. Hij weet het bondgenootschap tussen Fransen en Engelsen te breken en in de kolonies verloren terrein te heroveren. Inderdaad, deze oorlog werd niet alleen in West-Europa maar wereldwijd uitgevochten. De heroveringen moeten echter worden afgestaan bij de Vrede van Westminster. Nieuw-Amsterdam gaat definitief als Nederlandstalige kolonie verloren.

Na deze drie oorlogen ziet de wereld er anders uit. Groot-Brittannië blijft over als enige echte zeemogendheid, Nederland moet duidelijk de duimen leggen. Het welvarende Nederland moet zijn economische leidende positie als welvarende handelsnatie aan Groot-Brittannië afstaan. In Noord-Amerika is Engeland een concurrent kwijt en ligt de weg naar de dominantie van het continent open. Hoe dat de volgende eeuwen is uitgedraaid hoef ik u niet te vertellen. De Vrede van Westminster was nochtans niet over de hele lijn een negatief verdrag voor Nederland. Het was eerder een verdrag dat de schade wist te beperken, zozeer zelfs dat het leidde tot een bondgenootschap tegen de Fransen. Enkele jaren later zou Willem III overigens, na de Glorious Revolution, de Britse troon bestijgen. Niettemin, Nederland leed een nederlaag dat het nooit echt zou te boven komen, nieuwe Britse positie herijkte wereldwijd de machtsverhoudingen.

Paul Cordy is historicus en studeerde daarnaast nog Duitse taalkunde, filosofie en rechten. Hij was free lance journalist, leraar Duits en studiebegeleider Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Hij is districtsburgemeester van Antwerpen en gewezen Vlaams Parlementslid. Hij schreef onder meer "Wij zingen Vlaanderen vrij: Het verhaal achter 75 jaar Vlaams Nationaal Zangfeest', een verhaal dat hij zelf als jarenlang regisseur mee vorm gaf.

Meer van Paul Cordy

‘Ik ben Alexander De Croo, de premier waar 92,5 % van de Belgen niet op zat te wachten en wiens aanstelling 100 % van de Belgen verraste.’

Commentaren en reacties