JavaScript is required for this website to work.
post

De dageraad van ayatollah-Iran

Karl Drabbe7/2/2019Leestijd 4 minuten
Opgetrommelde kinderen op 1 februari, het begin van Irans Dageraad, het begin
van het ayatollah-regime.

Opgetrommelde kinderen op 1 februari, het begin van Irans Dageraad, het begin van het ayatollah-regime.

foto © Reporters

Iran viert dezer dagen de 40ste verjaardag van de ayatollah-revolutie. Iraniërs hebben echter weinig redenen tot feesten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vandaag zit de eerste week van de 40ste verjaardag van ‘Irans Dageraad’ erop. Er wordt niet op kosten of moeite bespaard om de geboorte te vieren van de huidige islamitische republiek Iran. Het onbehagen is vandaag nochtans even groot als in 1979, toen het Pahlavi-regime op zijn laatste benen liep.

Ook in 2009 werd er gefeest. En ook toen polste westerse pers naar dissidente stemmen — altijd anoniem, want religieuze (basij) politie en Revolutionaire Garde zijn alerter dan anders. Waarnemers zien de grote festiviteiten van deze week als een grote ‘fuck you’ in de richting van Donald Trump. Die constante is er immers ook in het islamistische Iran: de consequente middenvinger in de richting van de Verenigde Staten. In 1979, het jaar van de revolutie, leidde het tot 444 dagen bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran. Inclusief gegijzelden, overigens knap in beeld gebracht trouwens in de film Argo (2012).

De euforie voorbij

Een paar jaar terug was er nochtans euforie aan beide zijden van Tigris en Eufraat. Het wegvallen van de westerse sancties, de open grenzen voor industrie en toerisme. Iran sloot elke bezoeker in zijn armen. Vandaag doen de Iraniërs dat nog steeds, maar de nieuwe sancties brengen het land weer op de rand van de economische en financiële afgrond. Werkloosheidscijfers rijzen opnieuw uit de pan, in een smachtende poging de torenhoge inflatie in te halen. Uiteraard zijn de VS daarvoor verantwoordelijk, dat werd op de vooravond van het verjaardagsfeest al duidelijk gesteld.

Iran Faces Worst Economic Challenge Since 1979 Revolution, Its President Says https://t.co/wRvfy4yqsY

— Thomas Erdbrink (@ThomasErdbrink) January 31, 2019

Een jaar geleden blikte het Westen nog tevreden naar Iran, waar steeds meer individuele vrouwen en plein public hun hijab afnamen en met ontbloot hoofd politiek en politie trotseerden. Iraanse politici, inclusief president Rouhani, plaatsten openlijk vraagtekens bij de strenge kledijvoorschriften voor vrouwen. Amper een jaar geleden is dat. Vandaag kijkt amper iemand nog om naar het land. Hoewel EU-lidstaten wel nog handel drijven met de islamitische republiek, hebben vele grote ondernemingen het land de rug toegekeerd, bang als ze zijn zelf slachtoffer te worden van Trumps toorn.

Dageraad

Terug naar de feesten. Op 1 februari was het exact 40 jaar geleden dat ayatollah Ruhollah Khomeini terugkeerde uit ballingschap in Parijs. De grootste tijd van zijn dertien jaar durend exil bracht hij door in het grotendeels sjiitische Irak. De vooravond van die terugkomst ging gepaard met massamanifestaties in het hele land tegen het corrupte regime van de sjah. Reza Pahlavi’s geheime dienst SAVAK haalde zwaarder uit naar tegenstanders dan eender welke Iraanse dienst vandaag naar dissidenten. Wat het optreden vandaag niet goedpraat. De gevangenissen zitten vandaag even vol als in de nadagen van het Pahlaviregime.

Marxisten, socialisten, communisten, maar even goed liberalen, republikeinen en — niet het minst —  soennitische moslimextremisten, al dan niet gewapend, vonden elkaar in de oppositie tegen de sjah. Ze faciliteerden de terugkomst van Khomeini. De doortocht van Khomeini door het opstandige land wordt ‘Irans Dageraad’ genoemd. Alleen al de dag dat hij in de buurt van Teheran landde, werd hij verwelkomd door drie miljoen Iraniërs. Tien dagen na zijn aankomst had Khomeini zijn doel bereikt. Of zoals vele Iraniërs toen riepen: ‘De engel is gekomen. Het monster is gevlucht.’ De sjah vluchtte immers naar de Verenigde Staten, wat dat land de eeuwige toorn opleverde van de ayatollahs. Het links-liberale Westen juichte toen bij de abdicatie van de sjah, en zo ook de Amerikaanse president Jimmy Carter. Niemand hield zijn adem in, al waarschuwde de BBC toen al voor het religieuze conservatisme van Khomeini en co.

Nachtmerrie

Dat werd al snel bewaarheid. Op 30-31 maart 1979 organiseerde het tijdelijke bewind een referendum. Hoewel sommige partijen opriepen tot een boycot, keurde 98,2% van de bevolking de voorgestelde islamistische grondwet goed. Daarmee werd afstand gedaan van de eerdere constitutie die in 1906 tot stand was gekomen naar het voorbeeld van de Belgische grondwet. De ‘dageraad’ maakte al snel plaats voor een nachtmerrie.

De nieuwe grondwet installeerde een pseudodemocratie, een theocratie van ayatollahs. Tot vandaag leidt de Geestelijke Raad met stevige hand het land, daarin op alle fronten bijgestaan door een even corrupte als machtige militaire Revolutionaire Garde. Mensenrechten zijn er al 40 jaar een relatief begrip. Voeg daar dan nog een niet-geüniformeerde religieuze politie bij, een verbod op vele politieke partijen en een afgeschermd internet. Radicaal links, dat Khomeini 40 jaar geleden met open armen ontving, werd al snel op een zijspoor geplaatst, en heeft vandaag geen betekenis meer.

Protest

Eerdere protestbewegingen werden de kop ingeslagen. Of ze nu een politiek motief hebben (Groene revolte 2009, n.a.v. de presidentsverkiezingen) , een economisch (nieuwjaarsrevolte 2018) of een religieus (op regelmatige basis zijn er wel betogingen van en conflicten met religieuze minderheden). Vandaag is er amper noemenswaardig georganiseerd verzet. Mensen leven hun leven, tasten de grenzen af van het islamistische ‘fatsoen’. Jongeren — niet het minst vrouwen — gaan massaal naar de universiteit en doen daarna hun best het land te verlaten. Hoe groot ook hun liefde is voor Iran — onderschat hun nationalisme niet. Achter de gesloten deuren en gordijnen bestaat er een parallel leven, met moderne muziek, dans, seks, alcohol en alles wat het leven te bieden heeft. Met medeweten van de Iraanse autoriteiten, mag achter de schermen álles, om de Nederlandse correspondent Thomas Erdbrink te parafraseren.

Ayatollah-regime

Maandag 11 februari is een vrije dag in Iran. Dan wordt de bevrijding van het land gevierd. Die dag riepen de officieren hun soldaten op de wapens neer te leggen. Het leger is altijd iet of wat kritisch gebleven tegenover het ayatollah-regime, maar werd dankbaar beziggehouden. Eerst met een alles vernietigende Golfoorlog tegen Irak (1980-’88/’90). Ondertussen in Syrië — om het Assadregime in het zadel te houden — en vandaag allicht ook in Jemen.

Maar of er even veel volk op de been zal komen als bij de vorige jubilea? Enkele maanden na de grote feesten in 2009 brak de ‘groene beweging’ los tegen de links-revolutionaire Ahmadinejad. Die laatste steekt de laatste tijd terug vaker zijn kop op. Waarnemers verwachten niet meteen een gelijkaardige grootschalige opstand. Al kan stil verzet er ook in bestaan massaal thuis te blijven. Staatstelevisie —  inclusief geënsceneerde beelden — zullen de Iraniërs dan wel niet kijken. Verborgen schotelantennes toveren westerse en Arabische beelden op de tv-toestellen van zowat alle Iraanse huishoudens. En werkelijk iedereen gebruikt er Facebook , Twitter of Telegram om met elkaar in contact te blijven. Véél interessanter dan de lange toespraken van Khomeini’s opvolger Khamenei of zijn gestaalde moellahs.

Revolte?

Na 40 jaar ayatollahs heeft de Iraanse bevolking weinig reden tot feesten, en vele redenen tot manifesteren. Zo krijgen grote bevolkingsgroepen al maanden geen loon meer. En toch zijn massabetogingen onwaarschijnlijk. Er hangt geen revolte in de lucht.

President Rouhani is ondertussen monddood gemaakt, met dank aan de sancties van de VS. De circa 7 miljoen Iraniërs in diaspora slagen er niet in druk uit te oefenen op de ayatollahs. Iran leeft massaal in onmin met zijn leiders, maar georganiseerde oppositie is er amper.

De ayatollahs hebben geen kleren meer, maar behouden eindeloos veel macht.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties